Kwalitatieve analyse
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Kwalitatieve analyse

6 berichten aan het bekijken - 1 tot 6 (van in totaal 6)
  • Auteur
    Berichten
  • #185338 Reageer
    Tim Steenbergen
    Gast

    Geachte helper,

    Ik moet een kwalitatieve analyse uitvoeren, waarbij ik moet achterhalen welk van de volgende oplossingen gegeven is:

    Aantonen welke van de volgende oplossingen: oxaalzuur-oplossing, zwavelzuur-oplossing, natronloog of kalkwater, aanwezig is in de reageerbuis.

    Nu heb ik een tabel gemaakt, met daarin overzichtelijk weergeven wat de stoffen zijn en wat voor functies ze kunnen aannemen:
    Stof
    Chemische notatie
    Soort stof

    zout / moleculair / metal
    Zuur
    Base
    Oxidator
    Reductor

    oxaalzuur-oplossing
    H2C2O4(aq)
    moleculair
    H2C2O4

    H2C2O4

    zwavelzuur-oplossing
    SO42-(aq) + H+(aq)
    moleculair
    H+
    SO42-
    H+

    natronloog
    Na+(aq) + OH(aq)
    zout

    Na+

    kalkwater
    Ca2+(aq) + OH(aq) + Ca(OH)2 (s)
    zout

    OH
    Ca2+

    klopt deze tabel? Is OH bijvoorbeeld niet ook een reductor in de reactie met O2? ( ik heb deze niet bijgevoegd omdat mij leek dat deze vooral aan het oppervlak plaatsvond en binnen de oplossing zelf niet echt ).

    Maar, met deze tabel erbij lukt het mij nog niet een boomstructuur op te stellen om de juiste stof te achterhalen. Zou iemand mij daarbij willen helpen? Ik zou het zeer op prijs stellen. De materialen die ik mag gebruiken zijn:

    Vaste stoffen:

    Natriumsulfaat

    Zilvernitraat

    Natriumchloride

    Koper(II)nitraat

    IJzer (III)nitraat

    Natriumcarbonaat

    Calciumnitraat

    Koper(II)sulfaat

    Vloeistoffen:

    Zoutzuur 1M

    Zwavelzuur 1M

    Natronloog 1M

    Joodwater

    Zetmeel-oplossing 1%

    Kaliumpermanganaatoplossing

    Materialen:

    Brander

    Trechter

    Filtreerpapier

    Reageerbuizen

    Reageerbuisknijper

    Reageerbuisrek

    Universeelindicatorpapier

    Kleurenschaal voor universeelindicatorpapier

    Spatel

    Roerstaaf

     

    Mvg,

     

    Tim Steenbergen

    #185339 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Tim,

     

    Ik heb de moderator gevraagd om je vraag even te restylen, zodat het voor mij beter leesbaar is.

    Wordt vervolgd.

     

    Dick

    #185347 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Hoi Tim,

    De tabel komt niet helemaal goed over, maar ik begrijp het volgende:

    oxaalzuur-opl. – moleculaire stof – (zwak) zuur – notatie: H2C2O4(aq)  LET OP: oxaalzuur kan ook een reductor zijn!

    zwavelzuuropl. – moleculaire stof – (sterk) zuur – notatie: H+(aq) en SO42-(aq)

    LET OP: zwavelzuur is alleen oxidator in geval van warm geconcentreerd  zwavelzuur!

    natronloog – (opgelost) zout – (sterke) base – notatie: Na+(aq) en OH(aq)

    kalkwater – (opgelost) zout – (sterke) base – notatie Ca2+(aq) en OH(aq)

    LET OP: oplosvergelijking is: Ca(OH)2 (s) + aq —> Ca2+(aq) + 2 OH(aq)

    Je hebt twee zure oplossingen. Zie je mogelijkheden om het verschil aan te tonen tussen de oxaalzuuroplossing en de zwavelzuur-opl.?

    Je hebt twee basische oplossingen. Kun je door een van de reagentia te gebruiken aantonen welke oplossing de natronloog is en welke het kalkwater?

    Helpt dit je op weg?

    Als je nog vervolg vragen hebt, dan zien we die graag tegemoet.

    Met vriendelijke groet,

     

    Dick

    #185348 Reageer
    Tim Steenbergen
    Gast

    Hoi Dick,

    Dank voor je reactie.

    Onderscheid maken tussen zwavelzuur en oxaalzuur lijkt mij mogelijk door gebruik te maken van het feit dat oxaalzuur een reductor is. Het toevoegen van calciumnitraat zou in het geval van oxaalzuur leiden tot een redoxreactie waarbij CO2 ontstaat, oftewel bubbels waar te nemen zijn.

    Bij de basen zouden we onderscheid kunnen maken door natriumcarbonaat toe te voegen. Aangezien carbonaat samen met calcium een neerslag vormt. Eventueel eerst filtreren aangezien Ca(OH)2 matig oplosbaar is waardoor er al wat vaste stof kan bestaan.

    Kloppen deze twee methodes?
    Ik moet er ook voor zorgen dat alle drie de andere telkens uitgesloten worden aan de hand van een waarneming die niet van pH papier afkomt. Hier nemen we vanaf het begin de zure en basische oplossingen al apart, wat er volgens mij voor zorgt dat aan hiervoor genoemde voorwaarde niet meer voldaan wordt. Of is dit wel zo? En zoniet, hoe zou ik hier dan nog voor kunnen zorgen?

     

    Mvg,

     

    Tim Steenbergen

    #185349 Reageer
    Tim Steenbergen
    Gast

    Even voor de verduidelijking:

    Ik mag dus geen indicator / buffer gebruiken om een base / zuur aan te tonen of uit te sluiten.
    De meeste voorbeeldopdrachten uit mijn beginnen met een stof waardoor aan de hand van 1 waarneming gelijk 2 stoffen worden uitgesloten. Ik ben bij deze opdracht ook nog steeds op zoek naar deze stof, maar kan die tot noch toe niet vinden.

    #185350 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Tim,

    Ik vermoed dat je calciumnitraat wil gebruiken als oxidator omdat je NO3als oxidator wil gebruiken.

    Als je calciumnitraat toevoegt, slaat er calciumoxalaat neer!

    NO3als oxidator werkt alleen in geconcentreerd of verdund salpeterzuur!

    Met calciumnitraat krijg je trouwens in alle vier gevallen een neerslag.

    Een geschikte oxidator om een reductor in opl. aan te ton en is aangezuurd kaliumpermanganaat.

    Begrijp je waarom? Kun je de totale vergelijking geven van oxaalzuur met aangezuurd kaliumpermanganaatopl.?

    De basen op die manie onderscheiden is prima.

    1 stof toevoegen en gelijk twee stoffen uitsluiten: je geeft het voorbeeld van natriumcarbonaat.

    alleen bij kalkwater krijg je een neerslag. Waarom kun je nu zwavelzuur-opl, en oxaalzuuropl. ook uitsluiten?

    Er zijn  er meer.

    bekijk ze per reagentia als je nog andere wil vinden.

    bijv. Na2SO4: geen reactie met oxaalzuur, zwavelzuur en natronloog. Bij kalkwater een neerslag.

    enz.

    Helpt dit je verder?

    Met vriendelijke groet,

    Dick

     

     

6 berichten aan het bekijken - 1 tot 6 (van in totaal 6)
Reageer op: Kwalitatieve analyse
Je informatie:



vraagbaak icoon fotonen
Scheikunde | Havo | 4
Vraag
fotonen
Ik doe een project, waarbij ik moet uitleggen wat fotonen zijn alleen kan ik niks vinden. Hebben jullie toevallig nog links naar goede site’s of zelf uitleg?? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon fasen van stoffen in een reactievergelijking
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
fasen van stoffen in een reactievergelijking
Goedemiddag. Ik ben momenteel bezig met zuur-basereacties. Ik loop alleen ergens tegenaan; hoe weet ik bij het opstellen van zo’n reactie in welke fase zo’n beginstof zich bevindt, kan ik dat in Binas vinden of moet ik dat gewoon weten? Soms schrijf ik (aq) op, maar is het (l), of andersom. Heel af en toe […]
Bekijk vraag & antwoord
studiehulp icoon 10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Vmbo | Havo | Vwo
Leertip
10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Haal meer uit het kijken van uitlegvideo's met deze tips.
Bekijk de tip
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik moet bij deze opdracht een reactievergelijking opstellen, maar ik snap het niet helemaal. Ik moet de reactievergelijking geven als bariumoxide en verdund azijnzuur bij elkaar worden gevoegd. Ik dacht dat het antwoord CH3COOH (aq) + BaO (aq) -> Ba 2+ (aq) + CH3COO-. Het antwoord moest BaO + 2CH3COOH -> Ba2+ + H2O […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon azijnzuur en zuur-base
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
azijnzuur en zuur-base
Hallo, Bij een reactievergelijking van een zuur-base reactie moet ik de scheikundige naam weten van azijnzuur. Volgens Binas is dit ethaanzuur. Ethaan is C2H6 en zuur is H3O+, maar het antwoordenboekje geeft CH3COOH aan. Is dit een zuur waarvan je de naam gewoon uit je hoofd moet leren? Want ik snap de naamgeving niet helemaal. […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Hoi, ik begrijp vraag 22 niet helemaal, in het correctievoorschrift staat dat er 4 atoombindingen zijn, zou u aub willen uitleggen hoe ze daarop komen? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuur-Base en redox
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-Base en redox
Hallo, Ik heb binnenkort een toets over zuur-base en redoxreacties. Wij krijgen dan twee stoffen en dan moeten wij zelf bepalen of het een redox of ZuBa reactie is. Ik heb echter geen idee hoe dit moet. Kan iemand helpen? Dit zijn een aantal voorbeelden van de oefenvragen: 1. Zink + zoutzuur 2. zinknitraatoplossing + […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Halfreacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Halfreacties
Hoi hoi, ik heb een vraagje. Als ik een totaal vergelijking moet opstellen van een redoxreactie, kan het dan zijn dat een halfreactie wel in de binas staat en de ander niet? Of is het altijd zo dat ze er of allebei wel in staan of allebei niet? Dankjewel alvast.  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik snap niet helemaal hoe je nu precies een reactie vergelijking moet opstellen voor een zuur en base reactie. bijvoorbeeld bij een opdracht moet ik de juiste notatie van de oplossing HCIO2 noteren. Ik dacht dat dat dan CIO2- (aq) + H3O+ was. Maar volgens het antwoordenboekje is het alleen HCIO2. Maar HCIO2 is […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon hydrofiel of hydrofoob?
Scheikunde | Mbo 2 | 1
Vraag
hydrofiel of hydrofoob?
Beste, Hormonen die derivaten zijn van aminozuren, zijn die hydrofiel en hydrofoob? En de peptidehormonen zijn die hydrofiel of hydrofoob? groetjes Lore
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts