Jos tilt de doos op. Hij kan de doos op twee manieren optillen.
Op manier 1 steunt de doos op de vingers van Jos. Op manier 2 steunt de doos op de hand van Jos.
Hieronder en in de uitwerkbijlage staan drie zinnen over het tillen op deze twee manieren (de uitwerkbijlage kun je downloaden door bovenaan de pagina op de downloadknop te klikken). Omcirkel op de uitwerkbijlage in elke zin de juiste mogelijkheid.
De zwaartekracht op de doos bij manier 2 is | kleiner dan | gelijk aan | groter dan | die bij manier 1.
Het contactoppervlak van de doos met de handen bij manier 2 is | kleiner dan | gelijk aan | groter dan | dat met de vingers (manier 1).
De druk op de handen bij manier 2 is | kleiner dan | gelijk aan | groter dan | die op de vingers (manier 1).
Vul bij het antwoord alle antwoorden in met een spatie tussen elk antwoord.