Hallo Timmy,
De zuursterkte hangt af van hoe sterk de negatieve lading van het zuurrest gestabiliseerd kan worden. Hoe stabieler de zuurrest, hoe waarschijnlijker de vorming en hoe sterker het zuur.
Die stabilisatie kan tot stand komen door mesomerie (of: resonantiestabilisatie) en inductieve effecten. Beide effecten kan je zien als het verdelen van de lading. Hoe meer de lading verdeeld kan worden, hoe stabieler het deeltje.
Bijvoorbeeld van stabilisatie door mesomerie: ethaanzuur is een sterker zuur dan ethanol. In het ethanoaation wordt de lading door mesomerie verdeeld over de twee O atomen van de carboxylaatgroep. Het ethanolaation kan dat niet. Desgewenst kan ik je een afbeelding sturen, maar ik weet bijna zeker dat die ook in je boek van organische chemie staan.
Voorbeeld van stabilisatie door inductie: trifluorethaanzuur is een sterker zuur dan ethaanzuur. De sterk elektronegatieve F atomen trekken elektronendichtheid (enigszins) weg uit de carboxylaatgroep (dus de lading). Zo wordt de lading eveneens verdeeld, dus het deeltje wordt stabieler.
Kan je hier iets mee?
Groeten,
Wim