Hallo Sam,
Als aanvulling op de reactie van Luuk: je kunt ook via de getallen tot het antwoord komen (wat volgens mij de bedoeling van de opgave is).
Je hebt het aantal mol adipinezuur al uitgerekend. Als je ook het aantal mol KOH uitrekent, weet je wat de molverhouding tussen adipinezuur en KOH is. Aangezien OH– maar één H+ kan opnemen, weet je door de molverhouding hoeveel H+ adipinezuur kan afstaan.
Volgens mij moet je de opgave hiermee kunnen uitwerken.