Hallo Geertje,
Dank je wel voor de correctie. Voor onderdelen 2 en 3 zit er inderaad geen methyloranje in de oplossingen.
De kleur in stap 3 daar hebben we het over gehad. Bruin en troebel vanwege Fe(OH)3 .
Blijft over stap 2. Ik kopieer hier even de beschrijving uit je eerste bericht. Dan hebben we alle informatie bij elkaar.
- Buis 6b bevat 2,0 mL ijzer(III)nitraat oplossing.
- b. ‘Voeg hierbij in een keer 1,5 mL natriumwaterstofcarbonaatoplossing (ondermaat tov het ijzer(III)nitraat).
En jouw waarnemingen zijn (hier ook gekopieerd uit je eerste bericht):
- Vooraf: De oplossing is oranje
- Tijdens: er is een laag oranje gekleurd schuim en er is nog wat van de oranje oplossing
- Achteraf: Het mengsel is troebel en donkeroranje.
(Je waarneming onder “Vooraf” is wat vreemd, want buizen 6a en 6b bevatten dezelfde oplossing. Ze zouden dus aan het begin ook dezelfde kleur moeten hebben.)
Het schuim, daar hebben we het over gehad: CO2 dat ontwijkt uit de oplossing.
Blijft over: waar komt de donkeroranje kleur en de troebeling vandaan?
Hier zijn de kandidaten:
- NO3– is kleurloos
- HCO3– is weggereageerd (reactie met H3O+ en ontsnappen van CO2). HCO3– is bovendien kleurloos.
- Na+ is kleurloos.
- Water is kleurloos. Resterende H3O+ is ook kleurloos.
- Dan moet de kleurverandering en de troebeling dus iets met ijzer te maken hebben.
Vooraf had je Fe(OH)(H2O)52+ in de oplossing.
Er zijn nog andere hydroxides mogelijk: Fe(OH)2(H2O)4+ en Fe(OH)3. Die laatste is slecht oplosbaar. De kleur is bruin.
De reactie van HCO3– met H3O+ leidt tot een hogere pH. Vorming van een beetje Fe(OH)3 is dan een mogelijkheid die de donkeroranje kleur en de troebeling kan verklaren. Oranje + bruin = donkeroranje.
Er zal dan ook Fe(OH)2(H20)4+ ontstaan. Dat heeft mogelijk een donkerder kleur dan Fe(OH)(H2O)52+. Maar dat is speculeren.
Ik hoop dat dit helpt.
Groeten,
Kees