Dag Kaoutar
De formule van chlorigzuur kun je bijvoorbeeld op Wikipedia vinden. Gezien de naam zal deze stof als zuur reageren. Ga met Binas tabel 49 na of chlorigzuur een sterk of een zwak zuur is. Dat heeft nl gevolgen voor de notatie in de reactievergelijking: Een oplossing van een sterk zuur noteer je in de reactievergelijking anders dan een oplossing van een zwak zuur.
De base moet dus uit de andere oplossing komen. Als de andere oplossing een opgelost zout bevat, dan moet je wel bedenken dat dit zout dan gesplitst is in vrije ionen. Bedenk ook dat veel negatieve ionen, maar niet alle!!!, in water basen zijn.
Bij meerwaardige basen zouden per negatief ion meerdere protonen kunnen worden gebonden. Of dat gebeurt hangt af van de sterkte van het zuur.
Bij je derde “proefje” speelt dit een rol. Echter uit de vraagstelling blijkt niet of je een overmaat chlorigzuur hebt.
Suggestie 1: Behandel alle proefjes alsof er een overmaat chlorigzuur is.
Suggestie 2: Probeer de eerste drie proefjes uit te werken met bovenstaande aanwijzingen en stuur de uitwerkingen op. Ik zal deze dan van commentaar voorzien (Het heeft geen zin om 6 keer dezelfde fout te maken.
Vraag uit belangstelling: Wat is zo speciaal aan chlorigzuur? om deze steeds te kiezen.
Ik controleer je uitwerkingen
Succes
MUI