Hallo Julius,
Uit de gegevens kan ik opmaken dat je gemiddeld 11,75 mL kaliumthiosulfaatoplossing hebt gebruikt. Maar wat was de molariteit van die oplossing? En hoeveel gram van het koperzout heb je per erlenmeyer afgewogen. Bij deze bepaling mag je de titratiewaarden niet zomaar middelen, omdat je vast niet steeds de zelfde massa koperzout hebt gebruikt. Ik wil graag het volgende van je weten:
bepaling 1: …….gram zout, ….mL thiosulfaatopl.
bepaling 2: …….gram zout, ….mL thiosulfaatopl.
bepaling 3: …….gram zout, ….mL thiosulfaatopl.
Je moet dan 3 keer het massapercentage Cu2+ uitrekenen en daarvan neem je het gemiddelde.
Laat maar weten.
Groet,
Jan Wim Peters