Hoi!
de oorspronkelijke vraag uit mijn scheikunde boek is: De stof glycol (ethaan-1,2-diol) wordt als antivriesmiddel gebruikt in onder andere radiateuren van auto’s en in hydraulische remvloeistof. Een massaspectrum kan uitsluitsel geven of een stof ethaan-1,2-diol is. Hierbij moeten dan een aantal kenmerkende pieken van ethaan-1,2-diol zijn te zien.
de vragen hierbij zijn:
a) Geef de waarde van m/z van het molecuulion.
b) Geef de structuurformule van het fragment bij de piek m/z = 31.
c) Dezelfde vraag voor het fragment bij de piek m/z = 45.
Bij het antwoord van A zeggen ze dat de m/z waarde gelijk is aan de molecuulmassa (???) is dit altijd zo?
Bij het antwoord van B geven ze de structuurformule CH2+ – OH
Bij het antwoord van C geven ze de structuurformule CH2+ – CH2 – OH
Ik begrijp simpelweg gewoon niet hoe ze aan die structuurformules komen. Ik dacht dat je gewoon de m/z waarde op moest zoeken bij binas 39D en dan kijken welke structuur ernaast staat. (wat bij m/z = 31 niet eens kan)
Groet, Anna.
