Beste Jaap,
In het equivalentiepunt (of eindpunt van de titratie): heeft alle H3O+ reageert met OH–. Vandaar dat ik aangeef:
Als de oplossing 10,0 mmol H3O+ bevatte, heb je 10,0 mmol OH– moeten toevoegen om het eindpunt van de titratie te bereiken.
Bij het eindpunt van de titratie is er geen zuur meer.
Bij het eindpunt van de titratie van een sterk zuur (zwavelzuur) met een sterke base ( natronloog) is de pH dan 7,0.
Voor je de titratie begon bevatte de opl. H3O+ , SO42-, H2O.
Tijdens de titratie daalt de hoeveelheid H3O+ en komt er Na+ in de oplossing doordat je Na+ en OH– toevoegt.
In het eindpunt van de titratie bevat de oplossing Na+(aq) en SO42-(aq) en H2O
Ik hoop dat ik je vragen goed heb beantwoord.
Molariteit is inderdaad mmol/mL of mol/L
Groeten,
Dick