dankuwel!
ik heb iets geschetst;
en daarna moest ik uitleggen hoe uit de pH-curve de molariteit van de de zwakke base te bepalen is. daarbij heb ik dit geantwoord:
Het equivalentiepunt moet bepaald worden. Dan lees je op de horizontale as de hoeveelheid toegevoegde sterke base af. Dan moet je de hoeveelheid mol OH– bij het equivalentiepunt berekenen. Dit is ook de hoeveelheid mol van de zwakke base. De molariteit kan dan berekent worden door de hoeveelheid mol van de zwakke base te delen door het volume van de oplossing waaruit de sterke base afkomstig is.
klopt dit?
mvg