oke,
halverwege het equivalentiepunt zijn de molariteiten van azijnzuur (CH3COOH) en het geconjugeerde base-acetaation (CH3COO-) gelijk.
Het evenwicht dat zich hier insteld is:
CH3COOH ⇌ CH3COO- + H+
De evenwichtsvoorwaarde die hier bij hoort is:
Kz = [CH3COO-][H+] / [CH3COOH]
Als je nu naar het halvewege equivalentiepunt kijkt is de pH van de oplossing gelijk aan de pKa van azijnzuur. Dit komt omdat de pKa de pH is waarbij de concentratie van geconjugeerde base gelijk is aan de concentratie van het zuur, dat is precies zo bj het halvewege equivalentiepunt.
Als je op de pH-curve kijkt is dit punt 5,85
[H+] = 10-5,85
Molariteit van azijnzuur is 0,1M
Molariteit natronloog = 0,1023M
CH3COO– = 0,1023M – 0,1M = 0,0023M
Invullen in de evenwichtsvoorwaarde geeft. Kz = (0,0023M x10-5,85)/ 0,1M = 2,1449×10-6
klopt dit?
mvg