Beste Tim,
Deze vraag kun je prima systematisch aanpakken.
Stap 1: Het begint met in BiNaS tabel 49 opzoeken wat de Kz van benzeencarbonzuur is.
Stap 2: Stel de formule voor Kz op, eventueel met de dingen die je al weet ingevuld. Weet je hoe je de formule voor Kz moet opstellen? We kennen in deze formule 3 van de 4 getallen. We weten de waarde van Kz, en we weten uit de pH de concentratie [H3O+]. En omdat we die weten, weten we ook de concentratie [C6H5COO–], want die is gelijk aan de concentratie [H3O+].
Stap 3: Alles in de formule van Kz invullen, dan rolt daaruit de concentratie [C6H5COOH]
Stap 4: Concentraties [C6H5COO–] en [C6H5COOH] optellen, dat geeft hoeveel mol/L benzeencarbonzuur er is.
Stap 5: Van mol/L naar gram per 5 liter, dat is eenvoudig molrekenen, ik neem aan dat je dat in 6 VWO goed beheerst.
Laat maar weten of je hier voldoende aan hebt.
Met vriendelijke groet, Wim Moene