Beste Lieke,
Ik denk dat er in je vraag iets is weggevallen, maar het is me wel duidelijk wat je wilt vragen. Je worstelt met de verhoudingen.
Misschien helpt het je als ik het volgende rekenvoorbeeld geef: ik heb een doos met 1000 C-atomen. Hiervan zijn er 900 12C en 100 14C. De verhouding is nu 9:1. Na één halveringstijd zijn er van die 100 14C-atomen nog 50 over, maar die zijn omgezet in 14N-atomen. De verhouding is nu 900:50 oftewel 18:1. Na nog eens een halveringstijd zijn er nog 25 14C-atomen over en is de verhouding 900:25 oftewel 36:1.
Op deze manier kun je jouw vraag ook tackelen, bedenk hoeveel C-atomen er zijn in het begin en hoeveel er worden omgezet, en bedenk dat ieder vervallen 14C-atoom is omgezet in een 14N-atoom en dus verdwijnt uit de verhouding.
Ik hoop je vraag hiermee voldoende te hebben beantwoord.
Wim Moene