Hallo Jan,
H2SO4 is een sterk zuur; bij oplossen in water ontstaat H3O+ en HSO4– . Maar zoals je in BINAS 49 kunt vinden: HSO4– is een zwak zuur ,dus ioniseert niet volledig. Ik zou dit gegeven hier niet gebruiken; het verandert niets aan het resultaat. Maar formeel moet je een zwavelzuuroplossing schrijven als:
H3O+ (aq) + HSO4– (aq)
CaSO4 is matig oplosbaar, maar als de concentratie wat groter wordt, lost het niet meer op in weinig water. Dat gebeurt dus bij deze reactie; je ziet er ook niet veel van, je begint met een witte bruisende suspensie en na afloop heb je weer een witte suspensie. Maar wel een andere witte vaste stof!
Zo duidelijk?
Groet,
Jan Wim Peters