Beste Chelsea,
Allereerst weet je dus dat in de combinatie “natriumsulfiet opgelost in 4,0 M natronloog” ofwel de reductor ofwel de oxidator aanwezig is, want dit reageert met de “kaliumpermanganaatoplossing” waar dan ook een oxidator of een reductor in aanwezig is.
Het volgende stappenplan zou je tot het juiste antwoord moeten brengen:
1. Noteer van beide oplossingen de deeltjes die aanwezig zijn in de oplossing
2. Zoek nu in binas tabel 48 op welke deeltje (van de aanwezige deeltjes) de sterkste reductor is en welke de sterkste oxidator is
3. Noteer vervolgens de juiste halfreactie behorende bij de sterkste reductor en de sterkste oxidator onder elkaar
4. Maak de het aantal elektronen in beide reacties aan elkaar gelijk, tenslotte is het zo dat alle elektronen door de reductor afgestaan, worden opgenomen door de oxidator. Vermenigvuldig eventueel de hele halfreactie (of allebei) met een getal zodat het aantal elektronen gelijk wordt.
5. Tel vervolgens alle deeltjes van beide halfreacties die vóór de pijl staan bij elkaar op en schrijf die vóór de pijl van de totaalreactie, Tel daarna alle deeltjes van beide halfreacties die ná de pijl staan bij elkaar op en schrijf deze ná de pijl van de totaalreactie
6. Controleer of er deeltjes zijn die zowel vóór als ná de pijl staan, zoals de elektronen, en streep deze tegen elkaar weg. Als het er erg rommelig uitziet, schrijf dan de totaalreactie die je gevonden hebt nog eens netjes over.
Laat maar weten of het lukt met dit stappenplan. Mocht je ergens vastlopen of onzeker over zijn, laat me even weten hoe ver je gekomen bent en wat je gevonden hebt. Dan help ik je weer verder!
Groeten,
Yvette