Beste Louise,
Een eenvoudig antwoord is: Ja, dat klopt!
Toch nog kort een toelichting:
Een verbinding waar een ion in zit is altijd een zout inderdaad. In veel gevallen bestaat dit uit een positief geladen metaalion en een negatief geladen niet-metaalion. Daaraan is een zout makkelijk te herkennen. Maar zoals Dick ook al zei, zijn er positief geladen ionen die geen metaal zijn. Het ammoniumion (NH4+) is daar een voorbeeld van, net als het hydroxoniumion (H3O+). Het kan zijn dat je dit ion al weleens gezien hebt, en anders komt dat nog.
Als je van 1 van de 2 deeltjes in een verbinding weet dat het een ion is (je moet er een aantal uit je hoofd leren!!) dan moet het andere deeltje ook een ion zijn.
Je zou drie soorten stoffen moeten kunnen herkennen op het VWO te weten:
Moleculaire stoffen: bestaande uit ongeladen niet-metaalatomen die covalente bindingen (atoombindingen) vormen middels een gedeeld elektronenpaar => hebben dus geen ionen!
Zouten: bestaande uit positieve (meestal, maar niet altijd!) metaalionen en negatieve niet-metaalionen die een ionbinding vormen door aantrekkingskracht tussen de positieve en de negatieve lading tussen de ionen.
Metalen: bestaande uit uitsluitend metaalatomen die een metaalbinding vormen, dit is een aantrekkingskracht tussen de vrij bewegende elektronen in de buitenste schil van de metaalatomen en de positieve atoomrest => hebben dus geen ionen!
Is dit zo voor jou duidelijk?
Groeten,
Yvette