Hallo Meike,
Eerste vraag: ibuprofen heeft 13 C atomen. Als je (nogmaals) gaat tellen: 6x C van de benzeenring, dan links 2x C op de hoekpunten en 2x C van de afgebeelde methylgroepen, rechts van de benzeenring 2x C op de hoekpunten en een C van de afgebeelde methylgroep. Opvallend genoeg heb je het aantal H en O atomen goed.
Tweede vraag: deze opgave behandelt twee reacties. In de eerste reactie ontstaat per mol propaan 3 mol CO en 7 mol H2. In de tweede reactie ontstaat per mol CO 1 mol CO2 en 1 mol H2. Aangezien er in de eerste reactie 3 mol CO was ontstaan, ontstaat er totaal 3 mol CO2 en 3 mol H2 in de tweede reactie. In de eerste reactie was nog 7 mol H2 ontstaan, dus totaal 7 + 3 = 10 mol H2. De molverhouding CO2 : H2 komt daarmee op 3 : 10.
Schrijf beide reactievergelijkingen nog eens op. Dan kan je dit zien.
Groeten,
Wim Wessel