Beste Julia,
Zink en zoutzuur: goede reactievergelijking. Netjes opgebouwd uit 2 halfvergelijkingen.
De zuurresten van sterke zuren nemen geen H+ op van water. Hun Kb << 10-14.
De formules/zuren die in tabel 49 van BINAS onder H2O staan staan geen H+ af aan H2O. Hun Kz <<10-14
2. zinknitraatoplossing + kaliloog
Jij geeft een neerslagreactie, dat snap ik wel want zinkhydroxide is slecht oplosbaar is water, maar het is in principe een zuurbase-reactie! Vandaar mijn opmerking: let op bij sommige gehydrateerde metaalionen!
Zn(H2O)62+ + 2 OH– —> Zn(OH)2(H2O)4(s) + 2 H2O
3. Jij geeft als antwoord:
Zn(OH)2 +2H3O+ –> Zn2+ + H2O
maar deze reactievergelijking klopt niet!
Hoe kan je die kloppend maken?
Tot slot: Je hebt gelijk in alle voorbeelden heb je als deeltje ook H2O. (die had er natuurlijk bij moeten zetten !!!
Die moet je wel meenemen, want is sommige gevallen is dat bijv. de base.
Denk aan: Leg uit dat een oplossing van natriumcarbonaat een pH > 7 heeft.
Na+(aq), CO32- (aq) en H2O
CO32-(aq) + H2O <=> HCO3-(aq) + OH–(aq)
<=> zijn evenwichtspijlen
Als je nog vervolgvragen hebt, dan vernemen we die wel.
Met vriendelijke groet,
Dick