Hi,
Dan moet het 2 CH3COOH zijn.
Maar hoe zit dat dan bij de volgende vergelijking: aluminiumoxide en een salpeterzuur oplossing. Ik heb als deeltjes: AL2O3, (Al+ en O2-) K+, NO3-, H2O, H3O+.
H3O+ is het sterkste zuur en O2- de sterkste base. Dus dan komt er voor de pijl AL2O3 + H3O+ te staan. H3O+ is zwak, dus het kan 1 H afstaan, waardoor H2O ontstaat. Maar wat ontstaat er dan bij AL2O3? Want O2- kan dus 2 H+ opnemen. Ontstaat er dan H2Al2O3?
Alleen in het antwoordenboekje staat dat achter de pijl 2 Al 3+ 9 H2O moet komen staan. Maar waarom splitsen de Al en O2-? Want volgens de Binas zijn deze slecht oplosbaar, dus dan kunnen ze toch nooit splitsen?
Alvast bedankt