Vraagbaak scheikunde
Molverhouding
Vak
Scheikunde
Niveau
Vwo
Onderwerp
Chemisch rekenen
Leerjaar
4
- Dit onderwerp bevat 1 reactie, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 8 maanden, 3 weken geleden door wmoene.
-
AuteurBerichten
-
LouiseGast
Hallo,
Ik snap deze opdracht niet helemaal
De opdracht is:
Voor een experiment werd hardlopers gevraagd om twee uur voordat ze gingen hardlopen 1,0 L oplossing te drinken. De helft van de hardlopers kreeg een natriumcitraatoplossing van 40 g L−1 te drinken. De andere groep kreeg een even grote hoeveelheid kraanwater te drinken. Vervolgens werden de resultaten gemeten van beide groepen. Uit onderzoek bleek dat de citraatgroep gemiddeld 2% sneller was.
Bereken de concentratie natriumionen in mol L−1 van de natriumcitraatoplossing.
Het antwoord:
m(Na3C6H5O7) = 40 g
V(Na3C6H5O7-oplossing) = 1,0 L
Gevraagd [Na+] = ? mol L−1
Uitwerking M(Na3C6H5O7) = 258,07 g mol−1 (Binas tabel 99)
n(Na3C6H5O7) = m / M = 40 / 258,7 = 0,155 mol
molverhouding Na3C6H5O7 : Na+ = 1 : 3, dus:
n(Na+) = 3 × 0,155 = 0,465 mol
[Na+] = n / V = 0,465 : 1 = 0,47 mol L−1
Ik snap niet hoe ze aan de molverhouding 1 : 3 komen. Want van Na+, kan je alleen de molaire massa berekenen, dat is 22,99 M. Maar ik heb geen massa. Dus hoe kan ik dan ook de n bereken met de formule n = m / M
Alvast bedankt!
wmoeneExpertHoi Louise,
Natriumcitraat is een zout, dus opgebouwd uit Na+ ionen en citraationen. De molecuulformule is in dit geval dus een verhoudingsformule die de verhouding van de ionen in het elektrisch neutrale zout weergeeft.
Er zijn 3 Na+ ionen en 1 citraation (anders was dat met een coëfficiënt en haakjes anders aangegeven), dus het citraation heeft een lading van 3-.
Als je 1 mol natriumcitraat oplost in water krijg je 4 mol losse ionen, 1 mol citraationen en 3 mol Na+ ionen. Daar komt de molverhouding van 1:3 vandaan.
De rest van de som begrijp je hopelijk!
Vriendelijke groet, Wim Moene
-
AuteurBerichten
Bekijk ook eens