Vraagbaak scheikunde
Spectrofotometriscge bepaling van een complexconstante
Vak
Scheikunde
Niveau
Vwo
Onderwerp
Chemisch rekenen
Leerjaar
6
- Dit onderwerp bevat 1 reactie, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 2 jaren, 9 maanden geleden door wmoene.
-
AuteurBerichten
-
EstherGast
Wij hebben een spectrometrische bepaling van een comlexconstante gedaan. Bij de tweede meetserie moesten wij 6 reageerbuizen vullen met verschillende verhoudingen van water, Fe(NO3)3 oplossing en KSCN oplossing. Daarvan hebben we de resultaten van de extinctie opgeschreven. Bij deze meetserie wordt gewerkt met een sterke overmaat Fe3+. Nu moeten wij uitleggen waarom er een sterke overmaat is en waarom die voor een linear verband zorgt tussen de hoeveelheid toegevoegde SCN- ionen en de extinctie. Kunt u ons daarmee helpen
wmoeneExpertDag Esther,
Het complexe ion Fe-SCN 2+ heeft een heel duidelijke rode kleur (zie ook BiNaS tabel 65B), en dat kun je met een fotospectrometer makkelijk meten. De extinctie is recht evenredig met de [FeSCN2+]-concentratie.
Als je met een overmaat KSCN werkt dan wordt niet alle SCN- die je toevoegt omgezet in FeSCN2+. Er blijft een deel niet omgezette SCN- over die geen bijdrage levert aan de extinctie, en dus kun je in dat geval geen lineair verband verwachten tussen toegevoegde [SCN-] en de extinctie.
Als je met een overmaat Fe3+ werkt zal alle toegevoegde SCN- worden omgezet in FeSCN2+ (meetbaar met de fotospectrometer) en dan is de toegevoegde SCN- wél recht evenredig met de [FeSCN2+]-concentratie en dus met de gemeten extinctie.
Daarom moet je dus werken met een overmaat van Fe3+ omdat dan álle SCN- wordt omgezet in iets meetbaars.
Ik hoop dat dit duidelijk is.
Vriendelijke groet, Wim Moene
-
AuteurBerichten
Bekijk ook eens