Vraagbaak scheikunde
Zuur-base
Vak
Scheikunde
Niveau
Vwo
Onderwerp
Reacties
Leerjaar
5
- Dit onderwerp bevat 1 reactie, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 1 maand, 1 week geleden door akyvanderbeek.
-
AuteurBerichten
-
LouiseGast
Hallo,
Bij een opdracht moet ik de volgende reactievergelijking opstellen: een oplossing van zwavelzuur reageert met een overmaat van natronloog.
Ik had: H2SO4 + 2OH– -> SO42- + 2 H3O+
Echter moest het volgens het antwoord zijn: HSO4– + H3O+ + 2OH– -> 3 H2O + SO42-
Ik snap niet hoe ze aan HSO4– komen aangezien ik deze ook nergens in Binas tabel 49 kan vinden. Ook snap ik niet hoe er 3 beginstoffen zijn, omdat je meestal maar 1 zuur en 1 base hebt voor de pijl.
Alvast bedankt!
akyvanderbeekExpertBeste Louise,
Zwavelzuur is een sterk zuur, dat betekent dat het volledig gesplitst is in ionen. Zwavelzuur bevat twee H’s, die allebei afgesplitst kunnen worden. De eerste H gaat er af als je een oplossing van zwavelzuur hebt, er ontstaat dan HSO4– en H3O+. Als het zwavelzuur sterk verdund wordt, gaat de andere H er ook af. Het HSO4– is een zwak zuur en is gedeeltelijk gesplitst in ionen, dan ontstaat SO42-. HSO4– staat in binas tabel 49 in de kolom zuur bij de Kz = 1,0.102.
In deze oplossing reageert het HSO4– met een overmaat natronloog. Je heb de volgende deeltjes in de oplossing: HSO4– en H3O+, Na+, OH–. Nu reageert het aanwezige zuur met de sterkste base. Als OH– reageert met zuur reageert het tot de stof ongeladen/neutraal is dus tot H2O. De sterkte van de zuren HSO4– en H3O+ verschillen niet veel (zie binas tabel 49), daardoor is er voor gekozen om beide zuren in de reactievergelijking te zetten. Dan krijg je de oplossing die in jouw antwoordenboek staat:
HSO4– + H3O+ + 2OH– -> 3 H2O + SO42-
In sommige methoden zal staan dat alleen H3O+ en OH– reageren, en dan H2O geven.
Ik hoop dat het zo wat duidelijker is. Anders hoor ik het wel.Succes.
Aky
-
AuteurBerichten
Bekijk ook eens