[C]

Goedemiddag,
Ik heb een redox practicum gedaan waarbij ik aan een kaliumpermanganaat oplossing zwavelzuur toe moest voegen en later nog zetmeel. Hier moet ik de halfreacties van opstellen en ik dacht dat het deze 2 zouden moeten zijn.
MnO4- + 2H2O + 3e- —> MnO2 + 4OH-
+H2O + 2e- —> So3 2- + 2OH-
Klopt het dat ik deze 2 half reacties moet gebruiken?

[C]

(ik hoop dat het er nu beter komt te staan)
Goedemiddag,
Ik heb een redox practicum gedaan waarbij ik aan een kaliumpermanganaat oplossing zwavelzuur toe moest voegen en later nog zetmeel. Hier moet ik de halfreacties van opstellen en ik dacht dat het deze 2 zouden moeten zijn.
MnO4- + 2H2O + 3e- —> MnO2 + 4OH-
So4 2-+H2O + 2e- —> So3 2- + 2OH-
Klopt het dat ik deze 2 half reacties moet gebruiken?

[Frans]

Beste C.,

Ik zal jou vraag per halfvergelijking bespreken:

De eerste halfvergelijking is niet helemaal goed.

Je schrijft nl dat je zwavelzuuroplossing bij de kaliumpermanganaatoplossing hebt gevoegd.

Als deze zogenaamde aangezuurde kaliumpermanganaatoplossing reageert kunnen in die zure oplossing geen hydroxide-ionen ontstaan. Als je tabel 48 (Binas) nog een keer doorneemt kun je vinden hoe het permanganaation in zuur milieu als oxidator reageert.

De tweede halfvergelijking is principiëel fout.

Je laat nl weer een oxidator reageren. Een reden voor deze fout kan zijn dat je niet de volledige beschrijving van jouw reageerbuisproef hebt opgeschreven. Met de oxidator permanganaat(ion) kan alleen een reductor reageren. In jouw aangeleverde tekst komt die niet voor. Ik vermoed dat het jodide is (bijv. uit een KI-oplossing) omdat je ook zetmeel noemt.

Stuur me een reactie met:

1) Een volledige beschrijving van het experiment

2) De halfvergelijking voor de oxidator permanganaat in zuur milieu

3) De halfvergelijking voor de reductor

4) Antwoord op de vraag: Welke functie heeft zetmeel?

Succes

Groet
MUI

[C]

Hoe weet ik zeker dat het in aangezuurd milieu is? Waar kan ik dat uit halen? Ik was vergeten te vermelden dat het zwavelzuur verdund is maar ik weet niet of het een verschil maakt voor de reactie. Ik zie nu dat ik per ongeluk had gezegd dat er daarna nog zetmeel is toegevoegd maar ik heb dat per ongeluk uit een andere vraag gepakt. Ik moest zeggen dat er aan het mengsel van de kaliumpermanganaat en verdund zwavelzuur oplossing nog alcohol wordt toegevoegd.

[C]

1. Doe wat alcohol (ethanol) in een reageerbuis (ca. 2 cm) Doe wat kaliumpermanganaatoplossing (ca. 1 cm hoogte) in een andere reageerbuis en voeg hier verdund zwavelzuur aan toe (ook ca. 1 cm) en “kwispel” tot alles goed is gemengd. Voeg de twee buisjes bij elkaar. Zet het buisje met het mengsel even apart want de reactie kan langzaam verlopen, bewaar het mengsel een tijdje

2. MnO₄^– + 8 H⁺ + 5e^– —> Mn₂+ + 3H₂O

 

3. SO_3^2- + 2 OH^– —> SO_4^2- + H₂O + 2e^–

[Frans]

Beste C.,

1) De proef is me nu duidelijk.

2) De halfvergelijking voor het permanganaation is nu bijna goed. Alleen de coëfficiënt bij H₂O klopt niet, maar dat krijg je wel goed en kun je controleren in Binas.

3) Kennelijk denk je nog dat de sulfaationen uit zwavelzuur een rol spelen bij de redoxreactie. Dat is niet zo. Als dat wel zo was zou er al iets in de reageerbuis gebeuren als je verdund zwavelzuur (= zwavelzuur opgelost in vrij veel water) bij kaliumpermanganaatoplossing deed. Bovendien laat je in de tweede halfvergelijking sulfietionen reageren, deze zijn echter niet aanwezig.

Bij jou experiment is alkohol (= ethanol) de reductor.

Ik weet niet of je redoxreacties gehad hebt waarbij organische stoffen een rol spelen. Als dat zo is weet je dat als je een primaire alkohol oxideert met een matig sterke oxidator, je een alkaanzuur krijgt. Echter is een aangezuurde kaliumpermanganaatoplossing zo sterk oxiderend dat naar ik aanneem ethanol omgezet wordt in o.a. CO₂

Als deze laatste alinea je niets zegt, ga dan naar je scheikundedocent en vraag om uitleg.

Herken je mijn toelichting, probeer dan de halfvergelijking voor ethanol te geven waarbij o.a. CO₂ ontstaat

Ik hoor van je.

Groet
MUi

[C]

Oeps foutje, bij de reactie van de oxidator moet 3 H₂O, 4 H₂O zijn toch?

verder kom ik bij de half reactie van ethanol tot het volgende:

 

C₂H₆O —> C₂H₄O + 2H⁺ + 2e^–

maar ik kom niet tot iets waarbij er CO₂ vrijkomt, kan dat kloppen?

 

[Frans]

Dag C.,

De door jou gegeven halfvergelijking voor ethanol zou theoretischg kunnen.
Echter het permanganaation in zuur milieu is zo sterk oxiderend dat zelfs de C-keten van het alkoholmolekuul wordt gesloopt en omgezet in koolstofdioxide-molekulen.
Uit 1 ethanolmolekuul ontstaan op die manier 2 koolstofdioxidemolekulen. De zuurstofatomen, die je  daarvoor tekort komt haal je uit watermolekulen (alle stoffen zijn opgelost in water). Daarbij komen de H-atomen uit water als H⁺-ionen vrij. Tot slot bepaal je het aantal elektronen door te zorgen dat de totale lading voor de pijl gelijk is aan de totale lading na de pijl.

Succes met deze (moeilijke) halfvergelijking.

Ik hoor het wel

Groet,
MUI

[C]

Dus dan zou dit het moeten zijn?
C₂H₆O + 3H₂O —> 2 CO₂ + 12 H⁺

[mui]

Dag C

 

Je bent er bijna. In een halfvergelijking komen ook een aantal elektronen voor. Tenslotte staat de reductor elektronen af. Je weet daarom dat de elektronen na de reactiepijl komen. Het aantal bepaal je door te zorgen dat links en rechts van de reactiepijl dezelfde lading staat (in dit geval lading 0 omdat voor de pijl alleen neutrale molekulen staan)

 

Succes

Groet

MUI

[C]

Ohja tuurlijk, dan moet er nog + 12e- bij?

[mui]

Inderdaad, nu helemaal goed.

Succes verder met de scheikunde

 

Groet

MUI

[C]

Bedankt voor de hulp!

[Sophie]

Hallo,

Ik doe een practicum voor scheikunde waarbij ik een titratie moet doen met oxaalzuur en kaliumpermanganaat. Een vraag in het practicum snap ik echter niet: ‘Als je te snel druppelt met een kaliumpermanganaatoplossing kan er een troebeling optreden. Welke vast stof kan dan gevormd zijn?’.

Zou iemand mij met deze vraag kunnen helpen?

 

[Jan Wim Peters]

Hallo Sophie,

Hoewel je het niet vermeld hebt, neem ik aan dat je de oxaalzuuroplossing hebt aangezuurd. Dat is gebruikelijk omdat daardoor permanganaat de sterkst mogelijke oxidator is. Kijk in BINAS 48(heb je die nog?) Indien te snel wordt toegevoegd, zullen de permanganaat-ionen niet volledig door reageren tot Mn²⁺ – ionen. Er ontstaat dan – tijdelijk- een vast tussenproduct. Kun je in BINAS 48 uitzoeken welke stof dit is? Laat het me weten.

Succes en groet,

 

Jan Wim Peters

 

• Deze reactie is gewijzigd 1 jaar, 4 maanden geleden door Jan Wim Peters.

[Auteur]

Berichten