mui

mui

Aangemaakte reacties

15 berichten aan het bekijken - 1 tot 15 (van in totaal 28)
  • Auteur
    Berichten
  • In reactie op: Reactie tussen aluminium nitraat en natriumsulfaat #155844
    mui
    Expert

    Dag Bellamy

     

    Aluminiumnitraat heeft geen molekuulformule, maar een zg verhoudingsformule. Dit komt omdat het een zout is. In het kristalrooster van een zout zijn de positieve en negatieve ionen zo gerangschikt dat de aantrekking maximaal is, maar er is niet een afzonderlijk klein groepje postieve en negatieve ionen die een afzonderlijk molekuul vormen. Alle ionen in een kristal zijn via via aan elkaar gebonden.

    De verhoudingsformule van een zout wordt bepaald door de ladingen van de ionen die in dat zout voorkomen. In de vierde klas heb je geleerd hoe je hieruit de verhoudingsformule moet afleiden.

    Probeer maar

    Ik merk het wel

    Groet

    MUI

     

     

    In reactie op: Reactie tussen aluminium nitraat en natriumsulfaat #155842
    mui
    Expert

    Dag Bellamy

     

    Je hebt het hier over een zg hydraat: een zout met kristalwater.

    De formule betekent dat per mol aluminiumnitraat 9 mol water in het kristalrooster is gebonden.

    Je hebt hier voor het eerst van gehoord bij blauw kopersulfaat: CuSO4.5H2O, ik denk in de vierde klas.

     

    Laat me weten als je meer toelichting nodig hebt. Doe dat dan door concrete vragen te stellen

    Ik hoor van je

     

    Groet

    MUI

     

     

     

     

     

    mui
    Expert

    Dag Kaoutar

     

    4) is goed

    5) De eerste stap is goed. Deze stap is in feite aflopend omdat het geconjugeerde zuur van de base SO32- , HSO3, een veel zwakker zuur is dan chlorigzuur (zie Binas tabel 49, kolom zuren)

    Omdat de eerste stap goed verloopt is er gezien de hoeveelheden nog een tweede stap mogelijk waarin het waterstofsulfietion de base is. In dat geval is (H2O + SO2) het geconjugeerde zuur. Omdat dit geconjugeerde zuur ongeveer even sterk is als chlorigzuur, stelt zich een evenwicht in.

    Je hebt dus een aflopende eerste stap en een evenwichtsreactie in de tweede stap

     

    Als je bovenstaande uitleg begrepen hebt kun je bij 7) nu zelf je vraag beantwoordxen.

     

    Reageer/Stel vervolgvragen

     

    Groet

    MUI

    In reactie op: Reactie tussen aluminium nitraat en natriumsulfaat #155838
    mui
    Expert

    Dag Bellamy

    Ik vermoed dat je bij Kaoutar in de klas zit op dezelfde school

    Ik heb jou vraag aan Kaoutar beantwoord in de vraagbaak.

    Je kunt (in etappes) de aanwijzingen daat terug vinden

     

    Succes met het practicum morgen

     

    Groet

    MUI

    mui
    Expert

    — Dag Kaoutar

    Chlorigzuur als zwak zuur heb je begrepen en goed toegapast.

    Als je bij natriumfosfaatoplossing een ander zwak zuur had toegevoegd bijvoorbeeld ethaanzuuroplossing zouden er ondan-ks een grote overmaat van dat zuur slechts twee reactiestappen zijn verlopen. Hert “eindstation” zou dan H2PO4 geweest zijn. Als je bijvoorbeeld HCN als zwak zuur genomen had zou ook bij een grote overmaat daarvan slechts

    HPO4 2- gevormd zijn.

    Stuur een reactie zodat ik kan zien dat dit duidelijk is of niet.

     

    4) Deeltjes goed maar vergelijking klopt niet

     

    5)n Je zou deze reactie beter in twee stappen kunnen weergeven nl een vrijwel aflopende stap en daarna een echt evenwicht. Waarom?

     

    6) Is goed

     

    Ik pik je commentaar wel weer op

    Succes

    Groet

    MUI

     

    7) De reactie is vrijwel aflopend. Waarom?

    mui
    Expert

    Dag Kaoutar

     

    Je reactievergelijkingen zijn goed!

    Toch nog een paar opmerkingen:

    Weet je waarom je een oplossing van chlorigzuur als HClO2 in de reactievergelijking schrijft en niet als H3O?

    Weet je waarom bij de derde vergelijking inderdaad H3PO4 ontstaat en de reactie bijv niet “stopt” bij H2PO4?

     

    Beantwoord deze twee vragen en stuur me de rest van de vergelijkingen

     

    Succes

    Groet

    MUi

    mui
    Expert

    Dag Sara

    Je hebt vrijwel dezelfde vragen gesteld als Kaoutar (ziiten jullie op dezel;fde school in dezelfde klas?)

    Vandaar de copy-paste van mijn reactie aan Kaoutar.

     

    De formule van propaanzuur ken je of  kun je bijvoorbeeld op Wikipedia vinden. Gezien de naam zal deze stof als zuur reageren. Ga met Binas tabel 49 na of propaanzuur een sterk of een zwak zuur is. Dat heeft nl gevolgen voor de notatie in de reactievergelijking: Een oplossing van een sterk zuur noteer je in de reactievergelijking anders dan een oplossing van een zwak zuur.

    De base moet dus uit de andere oplossing komen. Als de andere oplossing een opgelost zout bevat, dan moet je wel bedenken dat dit zout dan gesplitst is in vrije ionen. Bedenk ook dat veel negatieve ionen, maar niet alle!!!, in water  basen zijn.

    Bij meerwaardige basen zouden per negatief ion meerdere protonen kunnen worden gebonden. Of dat gebeurt hangt af van de sterkte van het zuur.

    Bij je derde “proefje” speelt dit een rol. Echter uit de vraagstelling blijkt niet of je een overmaat propaanzuur hebt.

     

    Suggestie 1: Behandel alle proefjes alsof er een overmaat propaanzuur is.

    Suggestie 2: Probeer de eerste drie proefjes uit te werken met bovenstaande aanwijzingen en stuur de uitwerkingen op. Ik zal deze dan van commentaar voorzien (Het heeft geen zin om 6 keer dezelfde fout te maken.

     

    Ik hoor van je

    Succes met de eerste pogingen

    Groet

    MUi

    mui
    Expert

    Dag Kaoutar

    De formule van chlorigzuur kun je bijvoorbeeld op Wikipedia vinden. Gezien de naam zal deze stof als zuur reageren. Ga met Binas tabel 49 na of chlorigzuur een sterk of een zwak zuur is. Dat heeft nl gevolgen voor de notatie in de reactievergelijking: Een oplossing van een sterk zuur noteer je in de reactievergelijking anders dan een oplossing van een zwak zuur.

    De base moet dus uit de andere oplossing komen. Als de andere oplossing een opgelost zout bevat, dan moet je wel bedenken dat dit zout dan gesplitst is in vrije ionen. Bedenk ook dat veel negatieve ionen, maar niet alle!!!, in water  basen zijn.

    Bij meerwaardige basen zouden per negatief ion meerdere protonen kunnen worden gebonden. Of dat gebeurt hangt af van de sterkte van het zuur.

    Bij je derde “proefje” speelt dit een rol. Echter uit de vraagstelling blijkt niet of je een overmaat chlorigzuur hebt.

     

    Suggestie 1: Behandel alle proefjes alsof er een overmaat chlorigzuur is.

    Suggestie 2: Probeer de eerste drie proefjes uit te werken met bovenstaande aanwijzingen en stuur de uitwerkingen op. Ik zal deze dan van commentaar voorzien (Het heeft geen zin om 6 keer dezelfde fout te maken.

     

    Vraag uit belangstelling: Wat is zo speciaal aan chlorigzuur? om deze steeds te kiezen.

     

    Ik controleer je uitwerkingen

    Succes

    MUI

     

    mui
    Expert

    Dag Kaoutar

    De reactievergelijkingen zijn goed

    De naam aluminium is strikt genomen fout: Het zijn (gehydrateerde) aluminiumionen (Maar veel chemici zijn soms slordig in hun “taalgebruik”)

     

    Fijn dat de zuur-base stof duidelijker wordt.

    Verdere vragen? Stel ze

     

    Groet

    MUI

    In reactie op: Zuur-base, practicum #154688
    mui
    Expert

    Aanvulling:

    In de laatste vergelijking heeft het waterstofcarbonaation bij jou een lading 2-, dat moet 1- zijn en je moet links en rechts van de pijl 1 watersofcarbonaation wegstrepen

     

    Groet

    MUI

    In reactie op: Zuur-base, practicum #154687
    mui
    Expert

    Dag Geert,

     

    1. De oplossing is geel door Fe3+(aq)

    2. NaHCO3(aq) bestaat niet. Het is een NaHCO3-opl. die Na+(aq) en HCO3(aq) bevat (maar geen deeltjes NAHCO3(aq))

    Er slaat geen Fe(HCO3)2 neer want de oplossing bevat geen Fe2+, maar Fe3+ en HCO3 is door de zuur-basereactie volledig omgezet en dus niet meer beschikbaar voor neerslagreactie. Door afgifte van H+ ontstaat uit het gehydrateerde ijzer(III)-ion Fe(H2O)5OH2+dat met OH- (uit H2O) een neerslag kan geven (weinig, vandaar een beetje troebeling)

    De reactievergelijking is bijna goed: links en rechts <span style=”font-size: 11.666666030883789px;”>HCO3</span> -wegstrepen (en dus geen HCO32-)

     

    Als je vragen hierover hebt, laat het me weten

     

    Groet

    MUI

    In reactie op: Een zuur-base reactie #154683
    mui
    Expert

    Dag Marjolein,

    (Ik ben een expert)

    Er is druk overleg geweest tussen meerdere experts.

    We kwamen uit op een gravimetrische methode (ja maakt een neerslag en bepaalt daar de massa van) en een titratie met EDTA

    Deze methoden vind je bij:

    https://maken.wikiwijs.nl

    Nu is pokon wel eenvoudiger van samenstelling dan oppervlaktewater, maar we hopen dat de bepaling met enige nauwkeurigheid kunnen worden uitgevoerd.

    Waarschijnlijk hen je wel vragen n.a.v. deze verwijzing. Stel ze. Eén van ons zal reageren

    Succes

    MUI

    In reactie op: toestandsaanduiding van een stof #145291
    mui
    Expert

    Dag Steijn

    (l) betekent vloeibaar. Je hebt het dan over die ene stof die in de vloeibare fase verkeert. Bijvoorbeeld: het water dat uit de kraan komt kun je weergeven met H2O(l): Het is zuiver water in de vloeibare fase.

    Als je in dat water suiker zou oplossen heb je een mengsel dat in hoofdzaak bestaat uit het oplosmiddel water en een beetje suiker. In dat geval spreek je van opgeloste suiker. Dit geef je dan weer als C12H22O11(aq). Met aq geef je dus water als oplosmiddel weer.

     

    PS

    Mocht je nog geen formules gehad hebben dan kun je zuiver vloeibaar water  weergeven als water(l) en in water opgeloste suiker als suiker(aq)

     

    Leidt dit antwoord tot meer vragen?

    Ik hoor het wel

     

    Groet

    MUI

    In reactie op: Rekenen met molverhoudingen #145282
    mui
    Expert

    Dag Rosanne

     

    Je bent goed op weg, maar je hebt er niet aan gedacht dat als je van beide beginstoffen 1,0 gram neemt, één van die beginstoffen in overmaat is. De beginstof die in overmaat is, is natuurlijk niet bepalend voor de hoeveelheid product die gevormd kan worden.

     

    Kun je hiermee verder?

    Ik hoor het wel

     

    Groet

    MUI

    In reactie op: ADI #2946
    mui
    Expert

    Dag Ilse

    Ik vervolg de aanwijzingen van Jan Wim:

    Het antwoord (twee handjes) is goed.
    Als je één stapje in je berekening fout doet, kun je op een heel ander antwoord uitkomen.

    Het antwoord op de eerste vraag van Jan Wim is 7,7 mg.
    Het antwoord op de tweede vraag is 3,6 mg.

    Controleer je berekening en probeer het opnieuw als een antwoord niet blijkt te kloppen.
    Kom je er toch niet uit, stuur je berekening op. We halen dan de fout er uit (met toelichting)

    Laat in ieder geval nog iets van je horen

    Groet
    MUI

15 berichten aan het bekijken - 1 tot 15 (van in totaal 28)

Inloggen voor experts