Reactievergelijking bij verbranding
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Reactievergelijking bij verbranding

8 berichten aan het bekijken - 1 tot 8 (van in totaal 8)
  • Auteur
    Berichten
  • #1473 Reageer
    Dorcas
    Gast

    Hoi, ik kom hier niet uit kan iemand mij misschien helpen?

    Geef de reactievergelijking van de verbrandingsreactie van C12H26.

    En als er sprake was van een onvolledige verbranding van koolstof hoe de reactie vergelijking dan was.
    Ik dacht zelf dat koolstof CO zou worden, maar kwam niet echt verder omdat ik de vraag hiervoor niet snapte.

    #1474 Reageer

    Hoi Dorcas,

    Bij volledige verbranding is zuurstof in overmaat aanwezig. Dat betekent dat alle koolstoffen in CO2 worden omgezet en alle waterstoffen tot H2O. Je hebt goed begrepen dat bij een onvolledige verbranding (een deel van) de koolstof tot CO reageert! Soms wordt er ook wat CO2 gevormd. Hoeveel, dat hangt van de situatie af. Ik denk dat je bij deze vraag moet puzzelen met de verhoudingen in de vraag. Als tip: Als eerst reageren alle H-atomen tot water. Hoeveel O-atomen heb je dan nog om van alle C-atomen CO of CO2 te maken?

    Als dit niet helpt, zou je dan de vraag door kunnen sturen? Misschien ook de vraag ervoor als je die ondertussen nog niet hebt opgelost. Fijne middag!

    Justus

    #1475 Reageer
    Dorcas
    Gast

    Sorry dit is de hele context en dan met de drie vragen.

    Een andere brandstof die wordt gebruikt in raketten is de stof kerosine. Dit is een verzamelnaam voor verschillende stoffen, waar onder andere de stof C12H26 in voorkomt. Dit is een stof waarbij zeer veel energie vrijkomt als deze wordt verbrand. C12H26 wordt onder andere gemaakt door een veel groter koolstofmolecuul in stukken te breken.

    Geef de reactievergelijking van de ontleding van het grote koolstofmolecuul C26H54 in C12H26 en een andere stof.

    Geef de reactievergelijking van de verbrandingsreactie van C12H26

    Leg uit wat er anders zou zijn aan de reactievergelijkingen bij de vorige vraag als er sprake was geweest van een onvolledige verbranding.
    koolstof

    #1476 Reageer

    Hallo Dorcas,

    Voor de eerste vraag kun je kiezen: één of twee C12H26 moleculen uit het grote molecuul halen. Wat er dan over blijft is de andere stof.
    Voor de tweede vraag gaat het om een volledige verbranding. Dat wil zeggen: Je hebt voldoende zuurstof aanwezig om alle koolstof en waterstof in CO2 en H2O om te zetten. Tip: reken uit hoeveel zuurstof (O2, niet O!) je hiervoor nodig hebt. Daarna kun je de vergelijking oplossen.
    Bij vraag 3 zit je inderdaad op het goede spoor: er is onvoldoende zuurstof voor de reactievergelijking van vraag 2, dus wordt er ook CO gevormd.

    Laat je weten of het zo lukt? Ik ben vooral benieuwd naar je antwoord op vraag 2. Het gevormde CO2 is natuurlijk in de gasfase. Welke fase denk je dat H2O krijgt? Vloeibaar of gas?

    Justus

    #1477 Reageer
    Dorcas
    Gast

    1. Geef de reactievergelijking van de ontleding van het grote koolstofmolecuul C26H54 in C12H26 en een andere stof.
    C26H54(I) -> 2C12H26(I)+ C2H2(g)

    2.Geef de reactievergelijking van de verbrandingsreactie van C12H26.
    C12H26 (I)+ 18,5O2(g)-> 12CO2(g) + 13H2O
    2C12H26(I) + 37O2(g)-> 24CO2(g) + 26H2O

    3. C12H26 + 12,5O2-> 12CO + 13H2O
    2C12H26(l)+ 25O2 -> 24CO + 26H2O

    Hoe kan ik trouwens goed weten of iets l, s, aq, g is?

    #1478 Reageer

    Hallo Dorcas,

    De reactievergelijkingen kloppen. Goed gedaan!

    Over de fase: (aq) betekent opgelost in water. Ionen in een reactievergelijking zijn altijd (aq).
    De andere drie zijn lastiger te bepalen. Kleine, lichte moleculen zijn meestal (g). Grotere moleculen vaak (l) en metalen/zouten zijn meestal vast (s).
    Bij deze vraag kun je aannemen dat het gevormde water in de gasfase is. Als je kerosine verbrandt zit je namelijk ver boven de 100 graden. Als de fase van een stof gevraagd wordt zal het meestal wel duidelijk zijn.

    Succes verder!

    Justus

    #1479 Reageer
    Dorcas
    Gast

    Heel erg bedankt!

    #1481 Reageer

    =)

8 berichten aan het bekijken - 1 tot 8 (van in totaal 8)
Reageer op: Reactievergelijking bij verbranding
Je informatie:



vraagbaak icoon Zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-basereacties
Beste, In een opdracht van een van jullie oefentoetsen stellen ze de zuur-basereactie op van natriumsulfide en zoutzuur: S2– + 2 H3O+ ⟶ H2S + 2 H2O Ik snap niet waarom ze uit zoutzuur, HCl, opeens H3O+ maken. Waarom pakken ze het H+ deeltje in HCl als het zuur in de reactie en hoe kan het dat […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Aminozuren
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Aminozuren
Er staat een aminozuureenheid een nummer kan hebben. Waar kan ik die nummers vinden (BiNas) en wat staan die nummers ook, wat is het betekenis erachter.
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Meerwaardige zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Meerwaardige zuren en basen
Ik vind het moeilijk om een meerwaardige zuur of base te herkennen. Is er een manier om dit te kunnen herkennen?
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ en OH^-aan de linkerkant van de pijl. Ik snap niet waarom Ba2+ daar staat. Barietwater = Ba(OH)2–> Ba^2+  + 2 OH^-. Bij de meeste gevallen zoals bij natronloog gebruik je de OH^- in de zuurbase reactie en negeer […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
<span data-teams="true"><span class="ui-provider a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z ab ac ae af ag ah ai aj ak" dir="ltr">Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
redoxreactie
Hallo, ik snap bij de oefentoets deze vraag niet helemaal. Ik moet de reactie opstellen van Natriumjodide-oplossing en een aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing. Dit is het antwoord: OX: Cr2O72- + 14 H+ + 6 e– → 2 Cr3+ + 7 H2O RED: 2 I– → I2 + 2 e– TOTAAL: Cr2O72- + 14 H+ + 6 I– […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon meerwaardig zuur
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
meerwaardig zuur
zwavelzuur is een sterk zuur, en kan 2 H+ afstaan fosforzuur is een zwak zuur, en kan in principe 3 H+ afstaan, alleen het is een zwak zuur dus het kan niet alle 3 H+ afstaan toch of wel? mijn vraag is dus kan fosforzuur, ondanks dat het een zwakke zuur alle 3 H+ afstaan of maar 1?, […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon groote proteine poeder
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
groote proteine poeder
Beste scheikundige, Voor mijn profielwerkstuk ben ik bezig met het maken van eiwitpoeder uit koemelk. In mijn proces scheid ik de caseïne van de wei (whey) met behulp van microbieel stremsel. Mijn doel is om de overgebleven wei zo ver te zuiveren dat ik alleen hoogwaardige eiwitten overhoud. Het stappenplan dat ik op dit moment […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Newman projections
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
Newman projections
Hoi, Waarom is de 3e Newman projectie juist?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts