Vraag 30 (2 punten)

1. 

   Toelichting puntenscore:

   • Indien drie rijen juist = 2 punten.
   • Indien twee rijen juist = 1 punt.
   • Indien een of geen rij juist = 0 punten.

Vraag 31 (1 punt)

1. Als de temperatuur daalt, neemt de weerstand van de NTC toe en neemt de stroomsterkte door de NTC af.

   Toelichting antwoord:

   Opmerking
   Het scorepunt alleen toekennen als beide keuzes juist zijn.

Vraag 32 (2 punten)

1. 

   Toelichting puntenscore:

   • Eerste rij juist = 1 punt.
   • Tweede rij juist = 1 punt.

Vraag 33 (3 punten)

1. 141 (Ω)

   Toelichting antwoord:

   De weerstand is te berekenen met de formule weerstand = spanning / stroomsterkte oftewel R = U / I.

   De stroomsterkte is gelijk aan het vermogen / de spanning: 375 / 230 = 1,63 A.

   Invullen van de formule geeft: R = 230 / 1,63 = 141 Ω.

   Toelichting puntenscore:

   • Berekenen en/of noteren van de waarde van de stroomsterkte (1,63(A)) = 1 punt.
   • Gebruik van de formule R = U / I = 1 punt.
   • Rest van de berekening juist = 1 punt.

Vraag 34 (2 punten)

1. De spanning over één strook is gelijk aan de netspanning.

   De stroomsterkte door één strook is kleiner dan de geleverde stroomsterkte door de netspanning.

   De weerstand van één strook is groter dan de vervangingsweerstand van de vier stroken.

   Toelichting puntenscore:

   • Indien drie keuzes juist = 2 punten.
   • Indien twee keuzes juist = 1 punt.
   • Indien een of geen keuze juist = 0 punten.