Deze oefentoets bestaat uit drie vragen over het onderwerp energie.
De uitwerking vind je na het openen van alle hints. Let op, als er geen ‘Controleer antwoord’ knop staat, moet je zelf je antwoord controleren met behulp van de hints en uitwerking.
Vraag 1
Bereken de reactiewarmte voor onderstaande reacties.
Vraag 2
Gekristalliseerd natriumacetaat heeft de verhoudingsformule NaCH3COO·3H2O(s).
Het kristalliseren van natriumacetaat :
Na+(aq) + CH3COO–(aq) + 3 H2O(l) → NaCH3COO·3H2O(s)
Dit is een exotherm proces. Van deze eigenschap wordt gebruik gemaakt in een zogenoemd warmtekussen. Een warmtekussen is een plastic zakje dat gevuld is met een zeer geconcentreerde oplossing van natriumacetaat in water. Op het moment dat de oplossing heftig wordt geschud, ontstaat gekristalliseerd natriumacetaat. Hierbij komt een hoeveelheid warmte vrij.
Het warmte kussen bevat 80 gram natriumacetaatoplossing. De oplossing bestaat voor 50 massa% uit natriumacetaat en de rest is water. Na kristallisatie is 0,30 mol gekristalliseerd natriumacetaat ontstaan. Daarnaast is een kleine hoeveelheid verzadigde natriumacetaat oplossing overgebleven.
Bij het kristallisatieproces komt per mol gekristalliseerd natriumacetaat 1,97104 J vrij. De soortelijk warmte van het mengsel (vloeistof en vaste stof) is 3,1 J g–1K–1.
Vraag 3
Een kaarsje wordt gebruikt om een bekerglas met daarin 150 g water te verwarmen. Het kaarsje bestaat uit stearinezuur (C17H35COOH).
De massa-afname van het kaarsje is 2,21 g.
De temperatuurstijging van het water is 14,0 °C.