![Marijn](https://exactwatjezoekt.nl/wp-content/themes/iq-custom-theme/assets/images/patroon-lang-grijs-donkerder.png)
Marijn
Aangemaakte reacties
-
AuteurBerichten
-
Marijn
ExpertHoi Louise,
Je bent een stap verder. even een correctie: O2- is een sterke base en neemt dus 2H+ op. Dat is de redenatie. Niet omdat er water moet ontstaan. Er is meer dan genoeg water, omdat dat het oplosmiddel is, een paar meer of minder dat merken we niet. O2- neemt altijd 2H+ op.
Het klopt dat CH3COOH er maar 1H+ kan afstaan. Omdat O2- er twee kan opnemen, betekent het dat er … hoeveel moleculen CH3COOH moeten reageren?
Marijn
ExpertHoi Louise,
Ik zie dat je goed door hebt hoe het werkt. Mooi dat je kritisch bent op het antwoord. Ben je niet in de war met HClO3? Dat is een sterk zuur en splitst dus zoals je opschrijft.
HClO2 is beetje een twijfelgeval, het zit met een Kz van ongeveer 10-2 dicht tegen zwakke zuren aan. Het antwoordenboek doet het dus juist.
Hint voor Na2O: Natriumoxide is een sterke base en zo sterk dat deze reageert met het oplosmiddel …
Marijn
ExpertHoi Joosje,
interessante vraag die je stelt. in veel gevallen is water het oplosmiddel waarin de zuur-base reactie plaatsvindt. Maar het niet een heel sterk zuur of base. Vaak zijn andere deeltjes sterker en die reageren eerst.
Wat je meestal doet is eerst opschrijven welke deeltjes aanwezig zijn voor de reactie, dan die ordenen in zuren en basen. Water komt dan bij beide lijstjes te staan. Diegene die het liefst een H+ afstaan en opnemen reageren met elkaar.
op je vraag of er dan een OH–, H2O of H3O+ hang helemaal af van de beginstof en of deze een sterk of zwak zuur is of een sterke of zwakke base. In je schoolboek staat hoe die moet noteren.
succes!
Marijn
ExpertHoi Louise,
Je moet eerst kijken wat er nu precies gebeurd in het reactievat. Dus heb je de reactievergelijking?
Dan weet je ook in welke rolverhouding er beginstoffen verdwijnen en producten ontstaan.
Er verdwijnt dus een aantal x mol NO en daarbij ontstaan er dus ook een y aantal mol H2 Dat bedoelt het antwoordenboekje. We raden vaak aan om het BOE schema te gebruiken, waar je zelf ook al op hint. inderdaad pas aan het eind de concentraties uitrekenen.
succes
Marijn
ExpertBij de 1e dikgedrukte stap verwaarloos je de x ten opzichte van 0,05. Hierdoor wordt de berekening eenvoudiger doordat je geen abc-formule hoeft te gebruiken.
bij de 2e dikgedrukte stap controleer je of die aanname (de verwaarlozing) wel mag. Dus is x kleiner dan die 5% van 0,05?Marijn
Expertde formule van calciumhydroxyapatiet kan je wellicht in je boek vinden, staat niet in Binas/sciencedata en anders via https://nl.wikipedia.org/wiki/Apatiet
succes!
Marijn
Expertde formule van calciumhydroxyapatiet kan je wellicht in je boek vinden, staat niet in Binas/sciencedata en anders via https://nl.wikipedia.org/wiki/Apatiet
succes!
Marijn
ExpertHoi Noah,
Het gaat om het woordje ‘overmaat’. Je mag dan er vanuit gaan dat er meer dan genoeg H3O+ aanwezig is.
Dus elk basisch deeltje … (als je de formule weet van het zout calciumhydroxyapatiet)
Marijn
ExpertHoi Julie,
Dank voor de aanvulling. Bij de vraagbaak geven we nooit het antwoord. Dus ik geef enkele tips en denkstappen.
Je weet wat het atoomnummer is van antimoon.
Je weet dan ook dat het massagetal 2 waarden kan hebben.
De verhouding aantal elektronen : aantal neutronen kan je uitrekenen.
Je kan dan uitrekenen hoeveel neutronen er kunnen zijn (2 mogelijkheden afhankelijk van het massagetal).
Dan kan je uitrekenen aan de hand van deze verhouding hoeveel elektronen er zijn tov het atoomnummer.
en dan heb je je antwoord!Succes!
Marijn
ExpertHoi Julie,
ik mis een deel van de vraag: bevat x elektronen en y … wat?
Marijn
ExpertHoi Vano,
het grote verschil tussen een thermoharder en een thermoplast is dat bij verwarmen de ketens ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. de hoeveelheid bindingen tussen de polymeerketens bepaalt dus de bewegelijkheid en heeft daardoor invloed op het gedrag.
Marijn
ExpertHoi Carmen,
dat kan inderdaad.
Bij jouw voorbeeld van 2 OH-groepen ontstaat dan een ether (en water). En dat is een klein molecuul dus is dat een condensatiereactie.Marijn
ExpertDag Waad,
een tip: het massa% Zn in euro-munten kan je vinden via wikipedia!
Marijn
ExpertDag Waad,
De vraag is een instinker en moet je iets doen met de wet van behoud van massa
of ik mis een gegeven over het massa% Zink in een muntje
Marijn
ExpertDag Roman,
je kan heel goed zelf zoeken, zie bijvoorbeeld: https://scholar.google.nl/scholar?hl=nl&as_sdt=0%2C5&q=magnesiumoxalate+broccoli&btnG=&oq=magnesiumoxalate+broc
bovenaan vind je al de gewenste informatie. dus de goede zoektermen invullen en je krijgt veel, erg veel.
Daarnaast vind je ook veel betrouwbare informatie op https://nevo-online.rivm.nl/
Succes!
-
AuteurBerichten