Jan Wim Peters

Jan Wim Peters

Aangemaakte reacties

15 berichten aan het bekijken - 211 tot 225 (van in totaal 273)
  • Auteur
    Berichten
  • In reactie op: bindingen #1863

    Hallo Timmy,

    Wat betekent in dit verband het woord “donor” en waarom zou dit een uitzondering zijn? Je telt in het carbonaat-ion het aantal valentie-elektronen van C en 3 O, daar tel je de negatieve lading bij op. Dan kom je aan (4+3.6+2=) 24 elektronen, dus 12 paren. Met C als centraal atoom moet je zo tot een Lewis structuur komen met, zo mogelijk, allemaal oktetten. Snap je dit? Ik heb hier het woord donor niet bij nodig.

    Succes en groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Uitgelicht #1860

    Dag Luna,

    Nou sorry, hoor. Ik ben misschien beïnvloed door de titel “mollen”.
    Maar je berekening is goed. De formule K2CO3 betekent dat de K+_ionen en de CO3 2-_ionen in een verhouding 2:1 voorkomen.
    Maar 1 mol K2CO3 betekent dan dus dat er 2 mol K+ en 1 mol CO3 2- in zit( dus 3 mol deeltjes in 1 mol stof).
    Dus 3 K2CO3 betekent dan 6 mol K+.

    Zo duidelijk?

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: bindingen #1859

    Ja, het is stikstof met een ENW van 3,0. De andere hebben een kleinere ENW.
    Dat een stikstofatoom harder aan de elektronen trekt is lastig te verklaren; het is een ervaringsfeit. Het stikstofatoom heeft vergeleken met soortgelijke moleculen een grotere negatieve lading. Vergelijk het dipoolmoment van AsH3(0,72), PH3(1,9) en NH3(4,9).

    Ik hoop dat het nu duidelijk is.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Uitgelicht #69497

    Dag Luna,

    Omdat jij, zoals je meldt, in 6V zit, twijfel ik eraan of dit wel een serieuze vraag is. Wat had je zelf geantwoord? Ik stel je een vergelijkbare vraag: Hoeveel mol H-atomen zitten in 3 mol H2O?

    Ik verwacht een antwoord van je.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: bindingen #69496

    Dag Timmy,

    Nou weet ik niet, wat je met ENW bedoelt( Nu wel, elektronegatieve waarde). Ik ken wel het begrip elektronegativiteit. Dat is de mate waarin een atoom aan een gemeenschappelijk elektronenpaar trekt. Op wikipedia staat daarover een mooi diagram(C en S staat niet aangegeven, waarom niet?). Dat geeft je het antwoord.

    Succes en groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: cis en trans-isomerie #1854

    Dag Luna,
    Dit is geen vraag, toch?

    In reactie op: Kalk uit #69495

    Hallo Kaoutar,

    De toon van je antwoord, die vind ik nou nogal ongepast. Als je het woord “kwalijk” gebruikt over mijn eerste opmerking, vergaat mij het plezier om nog verder te antwoorden. Het is JUIST de bedoeling van de vraagbaak om vragen te stellen, maar welke vraag stel jij nou eigenlijk? Ik ben er helemaal NIET vanuit gegaan dat jullie Chemie gebruiken; ik heb alleen gezegd dat het daar uitgebreid in staat. Ik heb trouwens ook nog 2 Youtube filmpjes gevonden waar, je wat mee kan. En verder kun je andere informatiebronnen daarover vinden. En overigens, je zit in 6V; ik denk dat je docent ervan uitgaat dat je wel het één en ander zelf kunt.

    Nogmaals, succes .

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: cis en trans-isomerie #1841

    Hallo My Linh,

    Je noemt in je vraag twee keer het woord centrum en dat is een handige manier om te begrijpen wat er gebeurt. Omdat bij de cis vorm beide negatieve F atomen aan één kant liggen, krijg je dáár een centrum van negatieve lading. Het centrum van positieve lading(de 2 C atomen) ligt tussen deze C atomen. De centra liggen NIET op elkaar, je heb dus 2 polen; dan is het een dipoolmolecuul.
    Bij de trans vorm ligt het negatieve centrum precies op het positieve centrum, dus geen dipoolmolecuul. Misschien dat deze aanvulling het compleet maakt.( zie tekening)

    Succes en groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Uitgelicht #69492

    Dag Robin,

    Loes heeft deze week geen dienst; je moet het nu met mij, of anderen, doen.
    Op je eerste vraag: ………………..moet je bij die oplossing dan een indicator gebruiken om de pH te bepalen?………….. Met behulp van 2 indicatoren, die je handig hebt gekozen, kun je ongeveer de pH bepalen. Bijv tussen 4,8 en 5,1. Of je gebruikt een pH-meter; deze geeft dan 1 waarde bijv. 6,3
    Wat betreft sterke en zwakke zuren/basen, dit wordt niet in het CSE getoetst. Het begrip evenwicht( zwakke zuren/basen) moet in het SE voorkomen, maar hoe ver jouw school daar op ingaat, moet je aan je docent vragen.

    Succes verder en groet,

    Jan Wim Peters

    • Deze reactie is gewijzigd 2 jaren, 4 maanden geleden door Jan Wim Peters.
    In reactie op: Reageer op: pH-verandering in bloed #2170

    Hallo Ruben,

    Volgens mij zie je de twee vrije elektronenparen over het hoofd. Bij SP-hybridisatie zouden deze in hetzélfde vlak liggen als de beide bindende elektronenparen, met daartussen hoeken van 90 graden. Bij SP3 liggen de 4 elektronenparen zo ver mogelijk uit elkaar. Zie hiervoor ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Hybridisatie_(scheikunde)
    Ik hoop dat je hiermee verder kunt. Zo niet, dan verwacht ik een, niet al te ingewikkelde, nadere vraag.

    Succes en groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Meedoen #69481

    Hallo Iris,

    Je hebt een heel heldere vraag gesteld, waar ik direct een redelijk antwoord op kan geven. Ik neem maar even aan dat jij met “een simpel potje met zout” elektrolyse bedoelt. Dan is er inderdaad geen membraan of zoutbrug nodig.
    Bij een elektrische cel heb je, zoals jij zegt, een (relatief sterke} oxidator en een (relatief sterke) reductor. Deze mogen natuurlijk niet rechtstreeks met elkaar gaan reageren, anders krijg je geen elektriciteit. Ze moeten dus gescheiden worden door een zoutbrug of een membraan. Zo’n zoutbrug is nodig om ionentransport door de oplossing mogelijk te maken; er moet een stroomKRING zijn. De werking van een elektrische cel berust op een SPONTANE reactie tussen een sterke OX en een sterke RED, Maar dan wel VIA de elektroden.
    Bij een elektrolyse heb je te maken met een GEDWONGEN reactie: je moet er (elektrische) energie in stoppen om de (relatief zwakke) OX en de (relatief zwakke) RED te laten reageren aan de elektroden. Omdat ze zo zwak zijn, reageren ze niet met elkaar; er is dus geen zoutbrug of membraan nodig.
    Als ik zeg, relatief sterk en zwak, doel ik op BINAS 48; als de OX boven de RED staat zijn ze beide relatief sterk, staat de OX onder de RED, dan zijn ze relatief zwak.

    Hopelijk kun je hiermee verder. Succes.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Blauwe energie #1758

    Hallo Timmy,

    Een bouwpakket Blue Energy is bij de Universiteit Wageningen Ned. te bestellen voor E 350 exclusief BTW. Daar zitten dus membranen en aansluitingen al bij, met beschrijving. Dat spaart je een hoop knutseltijd uit.

    Succes,

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: eindproef #1712

    Hallo Timmy,

    Helaas , van programmeren weet ik te weinig. Wacht een andere reactie van experts af.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: eindproef #1710

    Je zou kunnen denken aan het zoutgehalte in voedingsmiddelen(1) of de voedingswaarde (in kJ / 100 gram)(2)

    1- via titratie met zilver-ionen en m.b.v. geleidbaarheid
    2- via een redoxtitratie en door verbranding en opvangen reactiewarmte.

    Maar ik weet niet of je dit in je chemie-opleiding hebt gehad. Zijn dit wel geschikte voorstellen?
    Je mag een gekozen onderwerp best nog een keer voorleggen.

    Succes en groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: eindproef #1708

    Het genoemde onderwerp is niet chemisch. Of is dit een algemeen voorbeeld?

15 berichten aan het bekijken - 211 tot 225 (van in totaal 273)

Inloggen voor experts