Jan Wim Peters
Aangemaakte reacties
-
AuteurBerichten
-
Jan Wim PetersExpert
Hallo Mattie,
Ik vind wel dat je snel opgeeft. In BINAS 48 staat een halfreactie met koper(II)-ionen en jodide-ionen. En 1 met jodide-ionen alleen. Welke van deze is Oxidator en welke de Reductor? Pas daarna ga je titreren met thiosulfaat. Nou, probeer het eens!
Succes en groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Mattie,
Het oplossen van kopersulfaat en natriumthiosulfaat wel- de 3de dus niet, maar het zijn GEEN redoxreacties. Kijk nog eens in BINAS 48.
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Mattie,
Dit is een bijzondere jodometrische titratie. Als je deze opdracht hebt gekregen, kun je vast de reactievergelijkingen in je boek of bij de opdracht vinden. Als dat niet lukt, kun je ook eens in BINAS 48 zoeken naar de halfreacties; ze staan er allemaal in.
Succes en groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Isa,
Is dit wel stof voor 4VWO? Ik vind het nogal ver gaan. Maar ik zal je helpen. Om te beginnen is de informatie over de titratie niet van belang; het gaat over een 0,25 M NaCN-oplossing. Je weet, hoop ik, dat het cyanide-ion een zwakke base is en dus een evenwicht vormt met het geconjugeerde zuur HCN. Schrijf eerst dit evenwicht eens uit en geef dan de bijbehorende evenwichtsvoorwaarde. Als je zover bent en er niet uit komt, moet je maar een volgende vraag stellen.
Succes en groet,
Jan Wim Peters
- Deze reactie is gewijzigd 1 jaar geleden door Jan Wim Peters.
- Deze reactie is gewijzigd 1 jaar geleden door Jan Wim Peters.
Jan Wim PetersExpertHallo Mattie,
De tekst van de proefomschrijving vind ik wat onduidelijk. Wordt die 3,00 mmol AgNO3 precies verdeeld over beide helften? Dat betekent dan in het begin in iedere helft 1,50 mmol zit. Hoe kan de hoeveelheid in de linkerhelft toenemen? Er is toch transport van ionen via de verbindingsbuis. Het zou kunnen dat de verplaatsing van de zilverionen achterblijft bij het ontstaat van nieuwe zilverionen. Als ik kijk naar jouw reactievergelijkingen, zou ik zeggen dat de kathode evenveel toeneemt in massa als de anode lichter wordt. Waarom? Met dit in je achterhoofd, moet je antwoord kunnen geven, lijkt me. Laat me weten of je eruit komt.
Succes en groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertDag Julie,
Dit molecuul heeft een aantal groepen die zich zuur of basisch gedragen. Een -COOH groep zal bij grote pH voornamelijk voorkomen als – COO–. Waarom? Zo ga je alle groepen langs. Uiteindelijk kom je tot de totale lading van het ion.
Succes en groet,
Jan Wim
Jan Wim PetersExpertHallo Julie,
De pKa geeft aan bij welke pH de molariteiten van het zwakke zuur en de geconjugeerde zwakke base gelijk zijn.
Voorbeeld: HZ + H2O < = > H3O+ + Z– [H3O+].[Z–] / [HZ] = Ka
Als [Z–] gelijk is aan [HZ], is [H3O+] gelijk aan Ka. Maar je kunt ook zeggen pH = pKa.
Wat gebeurt er nu met dit evenwicht als de pH heel groot wordt? Welk van de deeltjes HZ en Z– komt het meest voor in de oplossing? Nu is dit een ingewikkeld molecuul, maar het principe geldt nog steeds. Laat me weten of je eruit komt.
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Rosa,
Je weet vast dat een codon- 3 basen achter elkaar- codeert voor 1 aminozuur. Maar hoe kom je dan aan 111? 336 : 3 is 112. Kijk eens in BINAS wat een startcodon en een stopcodon tot gevolg heeft. Welke aminozuren worden daardoor ingebouwd?
Waarschijnlijk kom je er zo uit; anders stuur je maar een vervolgvraag.
Succes en groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Sarah,
Polymeren zijn opgebouwd uit macromoleculen. Moleculen zijn ongeladen deeltjes; ze kunnen dus geen stroom geleiden. Dit in tegenstelling tot (gesmolten) zouten( vrije ionen) en metalen( vrije elektronen)
Is dit een voldoende antwoord op je vraag of wil er nog wat aan toevoegen?
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Floor,
Je praat in je vraag over C=O; ik neem aan dat je het over een CO-groep hebt. Zoals je al zegt, het O atoom heeft 2 bindende en 2 niet-bindende elektronenparen. Als het O atoom een H+-ion opneemt- dat is een proton zonder elektronen- wordt 1 van de niet-bindende paren een bindend elektronenpaar. Een atoom binding. O heeft dan inderdaad een formele lading van 1+ en 1 niet-bindend elektronenpaar. Om je laatste vraag te beantwoorden: door het toevoegen van een H+-ion komen er geen elektronen bij, dus het octet rond O blijft bestaan. Een negatieve lading zou vreemd zijn; er komt een H+ bij.
Ik hoop dat je hiermee geholpen bent. Stuur anders een aanvullende vraag met de volledige opgave.
Succes en groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Bob,
Er ontstaat een neerslag als een combinatie van 2 ionen( een zout dus) slecht oplosbaar is(“s”). Met “m” heb je meestal niets te maken; het hangt dan van de concentraties af, of er iets gebeurt. Staat er een “r” of een “i” dan bestaat dat zout niet (in een waterige oplossing). Daar worden vast geen vragen over gesteld. Ik geef een voorbeeld: Je mengt een kaliumjodide-oplossing met een loodnitraat-oplossing. Je hebt dan 4 ionsoorten in in 1 oplossing: K+, I–, Pb2+ en NO3–. Een combinatie(zie BINAS 45A) is slecht oplosbaar: Pb2+ en I–, dus zullen deze reageren tot het slecht oplosbare zout PbI2.
Helpt dit je wat? Stuur anders nog maar een concreet voorbeeld.
Succes en groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Bob,
In tabel 45A staat precies het antwoord op jouw vraag. Kijk daar eens goed naar. En bedenkt dat een “s” of “m” iets zegt over de oplosbaarheid van 1 zout. Net zo als “r” betekent dat een stof………
Succes verder en als je er niet uit komt, zie ik het wel.
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Anna,
Hoe werkt massaspectrometrie? Moleculen van een stof worden beschoten met elektronen. Er kan dan een elektron uit een molecuul gestoten worden; je krijgt dan een molecuul-ion met dezelfde(nagenoeg dezelfde) massa als de molecuulmassa. Dat is vast niet altijd zo, maar ga daar maar vanuit. Omdat zo’n molecuul-ion instabiel is, vallen er (ongeladen)fragmenten vanaf, waardoor je nieuwe ionen krijgt. Begrijp je nu hoe je aan +CH2-CH2-OH komt en aan +CH2-OH ? Omdat dit fragmenteren heel snel gebeurt, zie je pieken van deze deeltjes in het spectrum. Je ziet dat je soms ook dingen zelf kunt bedenken zonder een BINAS tabel.
Succes verder en aansluitende vragen stel je maar.
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Anna,
Ja, dat klopt. Het staat niet genoemd in 39D. Maar je kunt je wel voorstellen dat methanol een m/z = 31 laat zien. Ik zou me kunnen voorstellen dat het molecuul-ion CH3OH+ en H atoom afsplitst en je het genoemde ion krijgt. Maar, voor de zekerheid, kun je me de oorspronkelijke vraag doorsturen
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Tim,
Bij een elektrische cel reageert de sterkste oxidator aan de ene elektrode en de sterkste reductor aan de andere. Daardoor worden elektronen overgedragen. Maar nitraat is geen OX of RED in dit milieu(wel bij een zeer lage pH), net als zink-ionen trouwens. Dus er komt zeker geen laag NO3(wat zou dit moeten zijn?) tegen de zinkelektrode. Overigens komen nitraat-ionen niet eens in de buurt van de- negatieve- zinkelektrode.
Hopelijk heb ik je zo op weg geholpen.
Groet,
Jan Wim Peters
-
AuteurBerichten