aminozuureenheid
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

aminozuureenheid

7 berichten aan het bekijken - 1 tot 7 (van in totaal 7)
  • Auteur
    Berichten
  • #3115 Reageer
    Ninthe
    Gast

    Hoi allemaal,

    Ik heb een vraag over vraag 21 van het vwo examen scheikunde tijdvak 1. Ik snap niet hoe ik dit aanpak. ik zie wel 1215 staan. Ik weet dus dat je 1215/3 moet doen en dan krijg ik 405 . Maar ik snap niet wat ik hiermee moet doen. Is 1215 het einde van aminozuureenheid 405? Of begint hier juist 405? dus is ATA dan 406? of is juist AAT juist 406?

    Ik zit een beetje in verwarring. Zou iemand dit kunnen verduidelijken?

    Ninthe

    #3116 Reageer
    Mathijs
    Expert

    Hoi Ninthe,

    Ik kan je vraag niet precies vinden in het laatste eindexamen uit het eerste tijdvak (daar gaat vraag 21 over morfine). Kan je de vraag misschien overtypen of heb je een link naar de vraag?

    Groetjes,
    Mathijs

    #3120 Reageer
    ninthe
    Gast
    #3126 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Ninthe,

    Het betreft vraag 21 van vwo-examen 2010 1e tijdvak.

    Zie commentaar in de attachfile

    #3128 Reageer
    ninthe
    Gast

    Aaaah, duidelijk!

    Dankjullie wel!

    Ninthe

    #3135 Reageer
    ninthe
    Gast

    Maar, hoezo kan 125 niet juist het eerste codon zijn? hoe weet ik dat het de laatste codon is?

    Ninthe

    #3142 Reageer

    Hoi Ninthe,

    Het heeft te maken met de informatie van in de vraag en hoe je de aminozuren in groepen van drie verdeeld.

    Er wordt in de vraag aangegeven dat de aminozuur op positie 1 ook de eerste aminozuur van codon 1 is.
    Als je deze gedachtegang doortrekt, dan zal aminozuren 1,2,3 coderen voor het eerste codon. Aminozuren op positie 4,5,6 voor het tweede codon en ga zo maar door. Je zie dat codons steeds in groepjes van drie opgebouwd zijn.

    Als je dit helemaal zou uitschrijven en uitwerken, dan kom je erachter dat aminozuren 1213,1214 en 1215 coderen voor codon 405. Om dit op een andere manier te bekijken, kan je bedenken dat 1215 perfect deelbaar door drie is (er blijft geen rest over) dus het aminozuur op positie 1215 moet het laatste codon zijn, anders zou je een rest overhouden zoals je krijgt als je positie 1216 of 1214 neemt.

    Ik hoop dat het nu wat duidelijker is.

    Groetjes,

    Siebe

7 berichten aan het bekijken - 1 tot 7 (van in totaal 7)
Reageer op: aminozuureenheid
Je informatie:



vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuur-base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-base
Hallo, Bij een opdracht moet ik de volgende reactievergelijking opstellen: een oplossing van zwavelzuur reageert met een overmaat van natronloog. Ik had: H2SO4 + 2OH- -> SO42- + 2 H3O+ Echter moest het volgens het antwoord zijn: HSO4- + H3O+ + 2OH- -> 3 H2O + SO42- Ik snap niet hoe ze aan HSO4- komen aangezien […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Vervanging van zetmeel door fluorescence dye
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Vervanging van zetmeel door fluorescence dye
Hii, Wij zijn twee V6 leerlingen die bezig zijn met ons PWS. Wij hebben het over de Briggs-Rauscher oscillerende reactie. Wij hebben bij meerdere documenten gelezen dat het zetmeel wat wordt gebruikt om triiodide aan te tonen te vervangen is met een fluorescence dye. Weet iemand hoe dit proces werkt en hoe wij dit moeten […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Kwalitatieve analyse
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Kwalitatieve analyse
Geachte helper, Ik moet een kwalitatieve analyse uitvoeren, waarbij ik moet achterhalen welk van de volgende oplossingen gegeven is: Aantonen welke van de volgende oplossingen: oxaalzuur-oplossing, zwavelzuur-oplossing, natronloog of kalkwater, aanwezig is in de reageerbuis. Nu heb ik een tabel gemaakt, met daarin overzichtelijk weergeven wat de stoffen zijn en wat voor functies ze kunnen […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon fotonen
Scheikunde | Havo | 4
Vraag
fotonen
Ik doe een project, waarbij ik moet uitleggen wat fotonen zijn alleen kan ik niks vinden. Hebben jullie toevallig nog links naar goede site’s of zelf uitleg?? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon fasen van stoffen in een reactievergelijking
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
fasen van stoffen in een reactievergelijking
Goedemiddag. Ik ben momenteel bezig met zuur-basereacties. Ik loop alleen ergens tegenaan; hoe weet ik bij het opstellen van zo’n reactie in welke fase zo’n beginstof zich bevindt, kan ik dat in Binas vinden of moet ik dat gewoon weten? Soms schrijf ik (aq) op, maar is het (l), of andersom. Heel af en toe […]
Bekijk vraag & antwoord
studiehulp icoon 10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Vmbo | Havo | Vwo
Leertip
10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Haal meer uit het kijken van uitlegvideo's met deze tips.
Bekijk de tip
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik moet bij deze opdracht een reactievergelijking opstellen, maar ik snap het niet helemaal. Ik moet de reactievergelijking geven als bariumoxide en verdund azijnzuur bij elkaar worden gevoegd. Ik dacht dat het antwoord CH3COOH (aq) + BaO (aq) -> Ba 2+ (aq) + CH3COO-. Het antwoord moest BaO + 2CH3COOH -> Ba2+ + H2O […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon azijnzuur en zuur-base
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
azijnzuur en zuur-base
Hallo, Bij een reactievergelijking van een zuur-base reactie moet ik de scheikundige naam weten van azijnzuur. Volgens Binas is dit ethaanzuur. Ethaan is C2H6 en zuur is H3O+, maar het antwoordenboekje geeft CH3COOH aan. Is dit een zuur waarvan je de naam gewoon uit je hoofd moet leren? Want ik snap de naamgeving niet helemaal. […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Hoi, ik begrijp vraag 22 niet helemaal, in het correctievoorschrift staat dat er 4 atoombindingen zijn, zou u aub willen uitleggen hoe ze daarop komen? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts