anode kathode proef
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

anode kathode proef

2 berichten aan het bekijken - 1 tot 2 (van in totaal 2)
  • Auteur
    Berichten
  • #161610 Reageer
    Mattie
    Gast

    beste menner/mevrouw,

    Ik heb moeite met een aantal vragen die bij een practicum horen. Ik zal het practicum hieronder beschrijven:

    Er is een proefopstelling gebouwd met 2 helften die door een verbindingsbuis worden verbonden. De kraan in de verbindingsbuis zorgt ervoor dat de oplossing in gelijke delen wordt verdeelt. Een Ag anode wordt in de linker helft geplaatst en in de rechter een Ag kathode. In de opstelling wordt 3,00 mmol AgNO3 gedaan. Nu wordt de stroom ingeschakelt en de kraan gaat open. Na een aantal minuten wordt de kraan gesloten en gaat de stroom uit. Nu worden de helften apart geannalyseerd. Wat blijkt: de linkerhelft bevat 1,65 mmol opgeloste AgNO3 en de anode is 72,5 mg lichter geworden.

    Nu had ik bedacht dat de reacties aan de anode en kathode waren:

    anode: Ag (s) —> Ag ^+ (aq) + e^-

    Kathode:Ag ^+ (aq) + e^ —> Ag (s)

    De vragen waar ik op vastloop is als volgt: Hoeveel mg zilver is er aan de kathode afgezet?

    en

    Hoeveel mol AgNO3 bevat de vloeistof in het rechter gedeelte?

    #161611 Reageer

    Hallo Mattie,

    De tekst van de proefomschrijving vind ik wat onduidelijk. Wordt die 3,00 mmol AgNO3 precies verdeeld over beide helften? Dat betekent dan in het begin in iedere helft 1,50 mmol zit. Hoe kan de hoeveelheid in de linkerhelft toenemen? Er is toch transport van ionen via de verbindingsbuis. Het zou kunnen dat de verplaatsing van de zilverionen achterblijft bij het ontstaat van nieuwe zilverionen.  Als ik kijk naar jouw reactievergelijkingen, zou ik zeggen dat de kathode evenveel toeneemt in massa als de anode lichter wordt. Waarom? Met dit in je achterhoofd, moet je antwoord kunnen geven, lijkt me. Laat me weten of je eruit komt.

    Succes en groet,

     

    Jan Wim Peters

2 berichten aan het bekijken - 1 tot 2 (van in totaal 2)
Reageer op: anode kathode proef
Je informatie:



vraagbaak icoon Zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-basereacties
Beste, In een opdracht van een van jullie oefentoetsen stellen ze de zuur-basereactie op van natriumsulfide en zoutzuur: S2– + 2 H3O+ ⟶ H2S + 2 H2O Ik snap niet waarom ze uit zoutzuur, HCl, opeens H3O+ maken. Waarom pakken ze het H+ deeltje in HCl als het zuur in de reactie en hoe kan het dat […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Aminozuren
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Aminozuren
Er staat een aminozuureenheid een nummer kan hebben. Waar kan ik die nummers vinden (BiNas) en wat staan die nummers ook, wat is het betekenis erachter.
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Meerwaardige zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Meerwaardige zuren en basen
Ik vind het moeilijk om een meerwaardige zuur of base te herkennen. Is er een manier om dit te kunnen herkennen?
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ en OH^-aan de linkerkant van de pijl. Ik snap niet waarom Ba2+ daar staat. Barietwater = Ba(OH)2–> Ba^2+  + 2 OH^-. Bij de meeste gevallen zoals bij natronloog gebruik je de OH^- in de zuurbase reactie en negeer […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
<span data-teams="true"><span class="ui-provider a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z ab ac ae af ag ah ai aj ak" dir="ltr">Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
redoxreactie
Hallo, ik snap bij de oefentoets deze vraag niet helemaal. Ik moet de reactie opstellen van Natriumjodide-oplossing en een aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing. Dit is het antwoord: OX: Cr2O72- + 14 H+ + 6 e– → 2 Cr3+ + 7 H2O RED: 2 I– → I2 + 2 e– TOTAAL: Cr2O72- + 14 H+ + 6 I– […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon meerwaardig zuur
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
meerwaardig zuur
zwavelzuur is een sterk zuur, en kan 2 H+ afstaan fosforzuur is een zwak zuur, en kan in principe 3 H+ afstaan, alleen het is een zwak zuur dus het kan niet alle 3 H+ afstaan toch of wel? mijn vraag is dus kan fosforzuur, ondanks dat het een zwakke zuur alle 3 H+ afstaan of maar 1?, […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon groote proteine poeder
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
groote proteine poeder
Beste scheikundige, Voor mijn profielwerkstuk ben ik bezig met het maken van eiwitpoeder uit koemelk. In mijn proces scheid ik de caseïne van de wei (whey) met behulp van microbieel stremsel. Mijn doel is om de overgebleven wei zo ver te zuiveren dat ik alleen hoogwaardige eiwitten overhoud. Het stappenplan dat ik op dit moment […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Newman projections
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
Newman projections
Hoi, Waarom is de 3e Newman projectie juist?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts