Chemisch rekenen
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Chemisch rekenen

14 berichten aan het bekijken - 1 tot 14 (van in totaal 14)
  • Auteur
    Berichten
  • #2126 Reageer
    Lisa
    Gast

    Vraag 1:

    De dichtheid van geconcentreerd zoutzuur, dat 37% (w/w) HCl bevat, is1,19 g/ml . Welk volume van deze oplossing zou verdund moeten worden tot 500,0ml om een oplossing te krijgen van 250mM HCl?

    Vraag 2: Wat is de pH van de bij a verkregen oplossing?

    #2129 Reageer
    mui
    Gast

    Dag Lisa

    De gegevens voor het starten van de vraag staan aan het eind van de opdracht: Je moet 500 mL 250mM HCl-opl. maken.
    Je kunt deze gegevens ook herschrijven als 0,500 L 0,250 M HCl-opl.
    Je kunt in deze hoeveelheid zoutzuur de hoeveelheid opgelost HCl (in mol) uitrekenen.

    Van de voorraadoplossing is het massa% HCl in de oplossing gegeven. Je moet dus het aantal mol HCl omrekenen naar de massa van HCl.
    Vervolgens kun je de massa van het mengsel (de HCl-opl.) berekenen. Omdat de dichtheid gegeven is, kun je dan ook het volume van de geconcentreerde HCl-opl. berekenen.

    Vwb de pH:
    De molariteit van de HCl-opl. is gegeven. Omdat HCl een sterk zuur is, kun je uit deze molariteit en de formule van het zuur de {H3O+] berekenen en dus de pH.

    Ik hoop dat je hiermee verder kunt. Probeer het maar en stuur je uitwerking op. Als het goed is hoor je dat.
    Gaat het nog niet goed, dan pik ik het op daar waar je “verdwaalt”

    Succes
    MUI

    #2227 Reageer
    MS
    Gast

    hoi, ik kom uit op 10,35 ml. Klopt dit?

    #2228 Reageer
    MS
    Gast

    en antwoord op vraag b heb ik PH = 0,6. Klopt deze ook?

    #2229 Reageer

    Hallo MS,

    De antwoorden zijn op zich juist, afgezien van de significantie. Bij a. maak je o.a. gebruik van 37 m%, dus 2 sign. cijfers. Het antwoord op a. is dan 10 mL.
    Bij b. ga je uit van 250 mM als enige gegeven rekenwaarde , dus 3 significante cijfers, de pH wordt dan 0,602(3 decimalen, dus).
    Als je er meer over wilt weten, dan meld je je maar.

    Succes en groet,

    Jan Wim Peters

    #3190 Reageer
    Jan
    Gast

    Hallo,

    Ik weet niet hoe ik deze vraag kan aanpakken.
    Ik zelf gebruikte : c1 x v1 = c2 x v2 aangezien c2 en v2 in dit geval gegeven zijn ( c2= 0,25 en v2= 0,5)
    Gevraagd wordt om v1 te berekenen. Zou je hier c1 kunnen berekenen met de gegevens? Ik snap niet hoe men aan die 10 ml komt…

    Jan

    #3191 Reageer

    Hoi Jan,

    Om c1 te berekenen moet je het massa percentage van de geconcentreerde HCl oplossing omrekenen naar een molariteit, dus aantal mol per liter.

    Ga er voor het gemak bij deze berekening even vanuit dat je 1 L oplossing gebruikt. Kun je dan met de dichtheid de massa van deze 1L geconcentreerde HCl oplossing berekenen?

    Vervolgens kun je uitrekenen wat de massa HCl in 1L van deze oplossing is met het massapercentage. Via de malaise massa reken je dit om naar het aantal mol. Je hebt dan het aantal mol HCl in 1L geconcentreerde oplossing en dus c1.

    Laat maar weten of je er zo uit komt!?

    Groeten,
    Yvette

    #3193 Reageer

    voor “malaise massa” moet je lezen ” molaire massa”.

    Jan Wim Peters

    #3249 Reageer
    Hans U
    Gast

    Zou iemand a.u.b zijn berekeningen onder elkaar opschrijven, ik snap het niet uit deze uitleg

    #3250 Reageer

    Beste Hans

    Kun jij de berekeningen die je tot nu toe hebt geven?
    Dan geven wij aan of ze wel/niet juist zijn en helpen we je met de volgende stap.

    Met vriendelijke groeten
    Yvette

    #3251 Reageer
    Sam
    Gast

    Hoi! Hierbij een poging van berekeningen vanaf mijn kant

    Begin met een dichtheid van 1,19 g/ml en 37%. De eerste stap is dan dus 0,37 x 1,19 = 0,4403 gram HCL/ml
    Wil uiteindelijk naar een concentratie van 250 mMol in 500 ml. Dit staat gelijk aan 125 mMol/500 mL (125 mMol/0,5 L)
    Van mMol naar mol geeft 0,125 mol.
    Gewicht van HCL is 36,46 gram/mol
    0,125 x 36,46 = 4,5575 gram nodig.

    Dus dan 4,5575/0,4403 = 10,35 mL

    #3253 Reageer
    Kees
    Expert

    Hallo Sam,

    Je manier van berekenen is OK, maar je antwoord heeft teveel significante cijfers. Je formulering kan ook scherper.

    Over de formulering:
    – de eenheid mol schijven we met een kleine m. Hoofletter M is voor mol per liter. Als je mMol schrijft, dan kan je jezelf en anderen in verwarring brengen. Misschien wordt het op examens zelfs fout gerekend. Dat weet ik niet, maar dat zou best kunnen.
    – “Van mMol naar mol geeft 0,125 mol.” is wat losjes. Je bedoelt: 125 mmol = 0,125 mol.

    Over de significante cijfers:
    – De concentratie van de beginoplossing is opgegeven als 37% (massaprocent). De echte waarde ligt dus tussen de 36,5% en 37,5%. Je hebt hier twee significante cijfers. Dus je eindantwoord kan ook maar twee significante cijfers hebben. Reken het maar eens door met een concentratie van 36,5% en 37,5%. Zie ook de bijdrage van 11 februari 2021 om 19:24 hierboven.

    Dus goed bezig, maar hou het scherp, en let op de significante cijfers.

    Groeten van Kees

    • Deze reactie is gewijzigd 2 jaren, 6 maanden geleden door Kees.
    #2284 Reageer
    Ronald
    Gast

    Stel dat ik een drukvat/buffervat heb van b.v. 1.000 liter lucht met een uitgangsdruk van 1 bar. Wat gebeurt er als ik daar met een compressor 1.000 liter lucht (of een hoeveelheid ‘N’) bij in pomp?

    Mijn uitgangspunt is de ideale gaswet: P x V / N x T = constant. Dus als ik N in het vat 2x zo groot maak, wordt de druk in het vat dan simpelweg 2x zo groot? (zegge: 2 bar) Of begint de temperatuur a.g.v. die drukverhoging ook op te lopen, waardoor de druk minder hoog uitkomt?

    Alvast bedankt!

    #163149 Reageer
    Fatima
    Gast

    Hallo,

    Ik ben een biomedische labo student. Ik had gisteren een practicum over spectrofotometrie en ik moet de exacte concentratie berekenen van de stockoplossing KMnO4 (in Mn2+ ppm) en ook van de reeksstandaarden van 80% en 60%  maar ik snap het niet zo goed hoe ik met de beduinde cijfers moet werken .

    De exacte massa van KMnO4 is 0,0577 g

    Het volume is gelijk aan 1 L

    Ik heb het al opgelost en ik kom aan 20,05 mg/L voor de stockoplossing.

    Is dit juist of moet ik de volledige resultaat noteren en het is 20,0531 ppm ?

     

    Alvast bedankt!!

14 berichten aan het bekijken - 1 tot 14 (van in totaal 14)
Reageer op: Chemisch rekenen
Je informatie:



vraagbaak icoon Zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-basereacties
Beste, In een opdracht van een van jullie oefentoetsen stellen ze de zuur-basereactie op van natriumsulfide en zoutzuur: S2– + 2 H3O+ ⟶ H2S + 2 H2O Ik snap niet waarom ze uit zoutzuur, HCl, opeens H3O+ maken. Waarom pakken ze het H+ deeltje in HCl als het zuur in de reactie en hoe kan het dat […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Aminozuren
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Aminozuren
Er staat een aminozuureenheid een nummer kan hebben. Waar kan ik die nummers vinden (BiNas) en wat staan die nummers ook, wat is het betekenis erachter.
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Meerwaardige zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Meerwaardige zuren en basen
Ik vind het moeilijk om een meerwaardige zuur of base te herkennen. Is er een manier om dit te kunnen herkennen?
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ en OH^-aan de linkerkant van de pijl. Ik snap niet waarom Ba2+ daar staat. Barietwater = Ba(OH)2–> Ba^2+  + 2 OH^-. Bij de meeste gevallen zoals bij natronloog gebruik je de OH^- in de zuurbase reactie en negeer […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
<span data-teams="true"><span class="ui-provider a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z ab ac ae af ag ah ai aj ak" dir="ltr">Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
redoxreactie
Hallo, ik snap bij de oefentoets deze vraag niet helemaal. Ik moet de reactie opstellen van Natriumjodide-oplossing en een aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing. Dit is het antwoord: OX: Cr2O72- + 14 H+ + 6 e– → 2 Cr3+ + 7 H2O RED: 2 I– → I2 + 2 e– TOTAAL: Cr2O72- + 14 H+ + 6 I– […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon meerwaardig zuur
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
meerwaardig zuur
zwavelzuur is een sterk zuur, en kan 2 H+ afstaan fosforzuur is een zwak zuur, en kan in principe 3 H+ afstaan, alleen het is een zwak zuur dus het kan niet alle 3 H+ afstaan toch of wel? mijn vraag is dus kan fosforzuur, ondanks dat het een zwakke zuur alle 3 H+ afstaan of maar 1?, […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon groote proteine poeder
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
groote proteine poeder
Beste scheikundige, Voor mijn profielwerkstuk ben ik bezig met het maken van eiwitpoeder uit koemelk. In mijn proces scheid ik de caseïne van de wei (whey) met behulp van microbieel stremsel. Mijn doel is om de overgebleven wei zo ver te zuiveren dat ik alleen hoogwaardige eiwitten overhoud. Het stappenplan dat ik op dit moment […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Newman projections
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
Newman projections
Hoi, Waarom is de 3e Newman projectie juist?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts