H+ en pH berekening
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

H+ en pH berekening

9 berichten aan het bekijken - 1 tot 9 (van in totaal 9)
  • Auteur
    Berichten
  • #2127 Reageer
    Lisa
    Gast

    Een HCl oplossing heeft een pH van 3,7.

    a. Wat is de H+ concentratie in deze oplossing?

    b. Een docent wilt de pH van de oplossing verhogen naar pH 4,5. Welk volume van een 10M NaOH oplossing moet je aan 100ml van deze HCloplossing toevoegen om pH 4,5 te bereiken?

    #2132 Reageer
    mui
    Gast

    a) Je weet dat de pH berekend wordt met de formule: pH = -log[H3O+]
    Nu moet je het omgekeerde doen: uit de pH de [H3O+] berekenen: De formule herschrijf je dus tot: log[H3O+] = -pH
    en vervolgens tot [H3O+] = 10 (tot de macht -pH)
    Op je rekenmachine gaat dat als volgt: [H3O+] = shift log -pH. Probeer het maar. In jou geval komt er afgerond 2,0.10(macht-4) uit

    b) Rekenen aan een reactie: je moet eerst de reactievergelijking geven.
    Je moet vervolgens uitrekenen hoeveel H3O+ ionen je weg moet laten reageren.
    Daarvoor moet je de hoeveelheid H3O+ uitrekenen in 100 mL oplossing met pH =3,7 (je hebt al een begin gemaakt bij a) : daar heb je de hoeveelheid H3O+ in 1,00 liter oplossing) en de hoeveelheid H3O+ in de eindoplossing.( Omdat de natronloog zo geconcentreerd is, mag je aannemen dat het volume na toevoegen van de natronloog nog steeds 100mL is).
    Je weet dus hoeveel H3O+ ionen weg reageren. Met de reactievergelijking bepaal je nu hoeveel OH- ionen daarvoor nodig zijn en daaruit het volume natronloog. Er komt een heel klein getalletje uit.

    Probeer het maar.
    Stuur je uitwerking op.
    Ik lever commentaar
    Succes
    MUi

    #3206 Reageer
    Gast
    Gast

    Hallo, ik weet niet of u dit na een jaar nog gaat lezen maar ik had dezelfde vraag.

    Wat ik heb gedaan is:
    10^-3,7 = 2 x 10^-4 mol/L
    In 100 mL dus krijg je 2 x 10^-5 mol

    10^-4,5 = 3,16^-5 mol/L
    In 100 ml krijg je 3,16 x 10^-6 mol

    Om aantal H3O+ te krijgen dat eraf is gegaan deed ik
    2×10^-5 – 3,16×10^-6 = 1,684×10^-5 mol H3O+

    Met de reactievergelijking kwam ik op H3O+ en OH- die een verhouding van 1:1 hebben

    Als ik 10M NaOH heb (10 mol/L)
    Heb ik: (1,684×10^-5) / 10 = 1,68×10^-6 L NaOH

    Zou erg fijn zijn als u hem voor mij zou kunnen nakijken

    #3208 Reageer
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Hoi,

    Je berekening klopt helemaal. Goed gedaan! Het enige wat nu nog niet goed is, is de significantie. Als de pH met één cijfer achter de komma wordt gegeven, dient je eindantwoord ook slechts één cijfer te bevatten.

    Groetjes,
    Loes

    • Deze reactie is gewijzigd 2 jaren, 6 maanden geleden door C3 JongerenCommunicatie.
    #3227 Reageer
    Carolien
    Gast

    Hoi,

    Ik had een vraagje over jouw antwoord, want wat voor reactievergelijking had jij gemaakt?
    Ik kom niet op de verhouding 1:1 uit namelijk…..

    #3228 Reageer
    Carolien
    Gast

    Voor de analyse van een batch tabletten met Fe2 O3 moeten we voldoende tabletten gebruiken. Iedere tablet bevat ongeveer 25mg ijzer. Hoeveel tabletten moeten we analyseren om 0,35g Fe2O3 te verkrijgen?

    Alvast bedankt voor uw antwoord!

    #3229 Reageer
    Mathijs
    Expert

    Hoi Carolien,

    Bedankt voor je vraag! Als je weet dat 1 tablet 25 mg ijzer bevat, en je aanneemt dat al dat ijzer in Fe2O3 zit, kan je dan ook berekenen hoeveel die zuurstofatomen wegen? Hoeveel Fe2O3 zit er dan in 1 tablet? En hoeveel tabletten heb je dan nodig om 0.35 gram Fe2O3 te krijgen?

    Groetjes,
    Mathijs

    #3230 Reageer
    Gast
    Gast

    Hoi Carolien,

    Wat ik heb geleerd is dat je bij een Zuur-Base reactie altijd het zure/base deel van de reactie gebruikt. Je hebt in deze reactie HCl en NaOH. Het zure deel van HCl is het H+ ion dat kan je ook schrijven als H3O+. Het basische deel (als je NaOH oplost in water heb je Na+ en OH- ionen) is OH-.
    De reactievergelijking wordt dan:
    (H3O+) + (OH-) -> 2 H2O
    Oftewel de verhouding tussen het zuur en de base 1:1

    (Ik ben zelf geen scheikunde pro maar dit was mijn gedachtegang bij het beantwoorden van de vraag)

    #3231 Reageer
    Gast
    Gast

    Hoi Loes,

    Nog bedankt voor het antwoord. Zal zeker nog wat beter letten op mijn significante cijfers.

9 berichten aan het bekijken - 1 tot 9 (van in totaal 9)
Reageer op: H+ en pH berekening
Je informatie:



vraagbaak icoon Zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-basereacties
Beste, In een opdracht van een van jullie oefentoetsen stellen ze de zuur-basereactie op van natriumsulfide en zoutzuur: S2– + 2 H3O+ ⟶ H2S + 2 H2O Ik snap niet waarom ze uit zoutzuur, HCl, opeens H3O+ maken. Waarom pakken ze het H+ deeltje in HCl als het zuur in de reactie en hoe kan het dat […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Aminozuren
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Aminozuren
Er staat een aminozuureenheid een nummer kan hebben. Waar kan ik die nummers vinden (BiNas) en wat staan die nummers ook, wat is het betekenis erachter.
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Meerwaardige zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Meerwaardige zuren en basen
Ik vind het moeilijk om een meerwaardige zuur of base te herkennen. Is er een manier om dit te kunnen herkennen?
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ en OH^-aan de linkerkant van de pijl. Ik snap niet waarom Ba2+ daar staat. Barietwater = Ba(OH)2–> Ba^2+  + 2 OH^-. Bij de meeste gevallen zoals bij natronloog gebruik je de OH^- in de zuurbase reactie en negeer […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
<span data-teams="true"><span class="ui-provider a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z ab ac ae af ag ah ai aj ak" dir="ltr">Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
redoxreactie
Hallo, ik snap bij de oefentoets deze vraag niet helemaal. Ik moet de reactie opstellen van Natriumjodide-oplossing en een aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing. Dit is het antwoord: OX: Cr2O72- + 14 H+ + 6 e– → 2 Cr3+ + 7 H2O RED: 2 I– → I2 + 2 e– TOTAAL: Cr2O72- + 14 H+ + 6 I– […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon meerwaardig zuur
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
meerwaardig zuur
zwavelzuur is een sterk zuur, en kan 2 H+ afstaan fosforzuur is een zwak zuur, en kan in principe 3 H+ afstaan, alleen het is een zwak zuur dus het kan niet alle 3 H+ afstaan toch of wel? mijn vraag is dus kan fosforzuur, ondanks dat het een zwakke zuur alle 3 H+ afstaan of maar 1?, […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon groote proteine poeder
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
groote proteine poeder
Beste scheikundige, Voor mijn profielwerkstuk ben ik bezig met het maken van eiwitpoeder uit koemelk. In mijn proces scheid ik de caseïne van de wei (whey) met behulp van microbieel stremsel. Mijn doel is om de overgebleven wei zo ver te zuiveren dat ik alleen hoogwaardige eiwitten overhoud. Het stappenplan dat ik op dit moment […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Newman projections
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
Newman projections
Hoi, Waarom is de 3e Newman projectie juist?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts