mol rekenen
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

mol rekenen

7 berichten aan het bekijken - 1 tot 7 (van in totaal 7)
  • Auteur
    Berichten
  • #2285 Reageer
    Sanne
    Gast

    a) bereken de massa in gram van 1L water bij 100 graden celsius als de dichtheid bij de temp en druk 0,958 g/L bedraagt

    bij 100 graden en 1 bar is het Vm 31,1 dm^3/mol

    b) bereken hoeveel dm^3 waterdamp ontstaat als 1 l water wordt omgezet bij deze temp en druk

    ik begrijp niet waarom je de 2 verschillende temperaturen mag rekenen

    #2286 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Sanne,

    Excuses dat we je vraag niet eerder opgepikt hebben.
    Ik ga hem lezen en zal daarna een antwoord geven.

    Met vriendelijke groet,

    docent Dick

    #2287 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Sanne,

    Ik denk dat je achter de tweede keer 100 graden ook Celsius moet lezen!

    Dus is je moet mijns inziens bij 100 graden Celsius en 1 bar zowel de massa van 1 L water als het volume van de waterdamp die ontstaat als 1 L water bij deze temperratuur en druk verdampt berekenen.

    Kun je hiermee uit de voeten?

    Groeten,

    docent Dick

    #2288 Reageer
    Sanne
    Gast

    alleen ik dacht dus het volume is al gegeven namelijk die 1 L waarom is dit niet het antwoord bij b?

    #2289 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Sanne,

    Als 1 L water(vloeibaar) bij 100 graden Celsius verdampt, krijg je dan 1 L waterdamp?

    Als bij a hebt uitgerekend wat de massa is van 1 L water bij 100 d=graden Celsius, dan is dat ook de massa van de waterdamp die ontstaat!
    Vm is het molair volume, dat wil zeggen dat 1 mol waterdamp bij 100 graden Celsius en 1 Bar een volume heeft van 31,1 Liter.
    Kun je nu bedenken hoe is van de massa uitgerekend onder a) naar het volume onder b) komt?

    Is dit een voldoende tip?
    Zo niet, dan zie ik je vervolgvraag weer.

    Met vriendelijke groet,

    docent Dick

    #2291 Reageer
    Sanne
    Gast

    dus eigenlijk zeggen ze eerst is het water nog vloeibaar en dan wordt het gas?

    #2292 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Sanne,

    Dat klopt.

    Groeten,

    docent Dick

7 berichten aan het bekijken - 1 tot 7 (van in totaal 7)
Reageer op: mol rekenen
Je informatie:



vraagbaak icoon Zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-basereacties
Beste, In een opdracht van een van jullie oefentoetsen stellen ze de zuur-basereactie op van natriumsulfide en zoutzuur: S2– + 2 H3O+ ⟶ H2S + 2 H2O Ik snap niet waarom ze uit zoutzuur, HCl, opeens H3O+ maken. Waarom pakken ze het H+ deeltje in HCl als het zuur in de reactie en hoe kan het dat […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Aminozuren
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Aminozuren
Er staat een aminozuureenheid een nummer kan hebben. Waar kan ik die nummers vinden (BiNas) en wat staan die nummers ook, wat is het betekenis erachter.
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Meerwaardige zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Meerwaardige zuren en basen
Ik vind het moeilijk om een meerwaardige zuur of base te herkennen. Is er een manier om dit te kunnen herkennen?
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ en OH^-aan de linkerkant van de pijl. Ik snap niet waarom Ba2+ daar staat. Barietwater = Ba(OH)2–> Ba^2+  + 2 OH^-. Bij de meeste gevallen zoals bij natronloog gebruik je de OH^- in de zuurbase reactie en negeer […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
<span data-teams="true"><span class="ui-provider a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z ab ac ae af ag ah ai aj ak" dir="ltr">Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
redoxreactie
Hallo, ik snap bij de oefentoets deze vraag niet helemaal. Ik moet de reactie opstellen van Natriumjodide-oplossing en een aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing. Dit is het antwoord: OX: Cr2O72- + 14 H+ + 6 e– → 2 Cr3+ + 7 H2O RED: 2 I– → I2 + 2 e– TOTAAL: Cr2O72- + 14 H+ + 6 I– […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon meerwaardig zuur
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
meerwaardig zuur
zwavelzuur is een sterk zuur, en kan 2 H+ afstaan fosforzuur is een zwak zuur, en kan in principe 3 H+ afstaan, alleen het is een zwak zuur dus het kan niet alle 3 H+ afstaan toch of wel? mijn vraag is dus kan fosforzuur, ondanks dat het een zwakke zuur alle 3 H+ afstaan of maar 1?, […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon groote proteine poeder
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
groote proteine poeder
Beste scheikundige, Voor mijn profielwerkstuk ben ik bezig met het maken van eiwitpoeder uit koemelk. In mijn proces scheid ik de caseïne van de wei (whey) met behulp van microbieel stremsel. Mijn doel is om de overgebleven wei zo ver te zuiveren dat ik alleen hoogwaardige eiwitten overhoud. Het stappenplan dat ik op dit moment […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Newman projections
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
Newman projections
Hoi, Waarom is de 3e Newman projectie juist?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts