redoxreacties
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

redoxreacties

13 berichten aan het bekijken - 1 tot 13 (van in totaal 13)
  • Auteur
    Berichten
  • #2045 Reageer
    Janneke
    Gast

    Hoi,

    (NH4)2SO4(aq) + 2 NaOH(aq) —> Na2SO4(aq) + 2 NH3(aq) + 2 H2O

    De vraag is om van deze reactie aan te geven of dit een redoxreactie is of een andere reactie. Ik zie dat dit een zuur/base-reactie is, maar ik zie wel het oxidatiegetal van N veranderen. Verandering van oxidatiegetal hoort bij een redoxreactie. Ik snap dit niet.
    Groeten

    #2046 Reageer
    Mathijs
    Expert

    Hoi Janneke,

    Zoals je aangeeft is de reactie een zuur-basereactie. Het basische natronloog en zure ammoniumsulfaat neutraliseren elkaar. Kan je bedenken aan welk atoom het proton dat in de zuur-basereactie verwisseld wordt vastzit? En kan je misschien toelichten welke oxidatietoestanden je voor stikstof vindt voor en na de reactie? Houd ook rekening met de ladingen van de andere ionen in de reactie!

    Groeten,
    Mathijs

    #2047 Reageer
    Janneke
    Gast

    Hallo,

    De H+ van NH4+ reageert met OH- tot H2O. N in (NH4)2SO4 heeft oxidatiegetal +1. Bij NH3 -3.

    #2048 Reageer
    Janneke
    Gast

    Hoi,

    Dit vind ik een lastige vraag.
    4. Een analist moet een natriumthiosulfaat oplossing stellen. De concentratie is ongeveer 0,1 mol.L-1. De analist weegt vervolgens 100 mg kaliumjodaat af (M= 214 g.mol-1). Na oplossen, toevoegen van 2g kaliumjodide en 10,00 mL zoutzuur wordt deze oplossing getitreerd. Het omslagpunt werd na 28,03 mL titreren bereikt.

    Reactievergelijking stap 1 IO3- + 5I- + 6H+  3I2 + 3H2O

    -Stel je vergeet het zuur toe te voegen, wat neem je dan waar?
    -Bereken de concentratie van de natriumthiosulfaatoplossing.

    #2051 Reageer

    Hallo Janneke,
    Er is een expert voor je bezig. Maar die kan zijn antwoord niet plaatsen. Er wordt aan gewerkt.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    #2052 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Janneke,

    Je hebt de reactie tussen jodaat en I- in zuur milieu op geschreven.
    Als je geen zuur toevoegt, kan de opgegeven reactie dan verlopen?

    Het is een indirecte titratie.
    Eerst reageert jodaat met I- in zuur milieu onder vorming van I2.
    Je titreert vervolgens de vrijkomen hoeveelheid jood met natriumthiosulfaat-oplossing.
    Kun je de totaalreactie hiervan opschrijven?
    Handig om ook die totaalreactie op te bouwen uit twee halfreacties.

    Kom je nu verder?
    Zo niet, laar dan weten waardoor je niet verder kunt.

    #2055 Reageer

    Hallo Janneke,

    Ik reageer nog even op je antwoord van gisteren 19:19. Het is juist dat een H+(proton) overgedragen wordt van NH4+ naar OH-. Maar de oxidatiegetallen blijven onveranderd. In NH4+heeft N een oxidatiegetal van 3- en ook in NH3 is N 3-. Overigens is dit volgens mij in Nederland geen examenstof. Er worden geen elektronen overgedragen dus het is geen redox reactie, maar een zuur-base-reactie.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    #2056 Reageer
    Mathijs
    Expert

    Hoi Janneke,

    Ik zie dat de andere experts al bijgesprongen zijn. Hopelijk is je vraag zo opgelost, maar anders moet je het even laten weten!

    Groeten,
    Mathijs

    #2057 Reageer
    Janneke
    Gast

    Goedemiddag,

    Bedankt voor de reactie! Ik denk dat als je geen zuur toevoegt dat de je dan geen kleuromslag ziet. Als totaalreactie heb ik: I2 + 2 S2O3 2- –> 2 I- + S4O6 2-. Ik weet nog niet hoe ik de concentratie van de natriumthiosulfaatoplossing bereken.

    Groetjes Janneke

    #2058 Reageer
    Mathijs
    Expert

    Hoi Janneke,

    De reactie die je hebt gegeven is inderdaad de reactie van jood met thiosulfiet om S4O6 2- te vormen. Is dat de totaalreactie van de gehele titratie, waarin je begint met iodaat en I- in zuur milieu?

    Groeten,
    Mathijs

    #2059 Reageer
    docentdick
    Gast

    Beste Janneke,

    Je hebt een reactievergelijking gegeven waarin H+ ionen deelnemen.
    Wat zie je als er jood gevormd wordt?

    Als je geen H+ ionen in de oplossing hebt, kan deze reactie niet.
    Voor de halfreactie IO3- + 6 H+ 6e –> I- + 3 H2O heb je H+ ionen nodig!
    Dat betekent: geen zuur, dan geen oxidator! In dat geval wordt er dus ook geen jood gevormd.
    Wat neem je dus waar als je geen zuur toevoegt?

    Ik zei al eerder, dit is een indirecte titratie.
    Jodaat reageert in zuur milieu met I- onder vorming van I2.
    Van het kaliumjodaat is gegeven hoeveel milligram je gebruikt.
    Je kunt dus uitrekenen hoeveel mmol I2 er kan ontstaan.
    De I2 reageert met de natriumthiosulfaat.
    Je kunt dus uitrekenen hoeveel mmol natriumthiosulfaat er nodig is om alle gevormde jood te laten reageren.

    Je weet hoeveel mL natriumthiosulfaatoplossing te hebt gebruikt.
    Dus kun je de concentratie (of molariteit) van de natriumthiosulfaat-oplossing uitrekenen.
    Helpt dit je weer voldoende op weg?

    Nog hulp nodig?
    Dan zien we je vervolgvraag wel weer.

    Hartelijke groet,

    docent Dick

    #2115 Reageer
    Janneke
    Gast

    Bij de reactie BrO3 – + 6e –> Br- begrijp ik niet waarom er 6 elektronen staan.
    2 S2O3 2- –> S4O6 2- + 2e
    Waarom staan die 2 elektronen na de pijl?

    Groeten Janneke

    #2116 Reageer

    Hoi Janneke,

    Om een of andere reden komt Mathijs er even niet in dus hierbij zijn antwoord via mij:

    Hoi Janneke,

    Zoals je weet, moet de lading en het aantal atomen van elke soort aan de linker- en rechterkanten van de pijlen gelijk zijn. Klopt dat op dit moment voor beide reacties?
    Zie je bijvoorbeeld in beide reacties aan beide kanten van de pijlen evenveel zuurstofatomen?

    Bij je reactie met S2O3 2- heb je voor de pijl, zoals je aangeeft, 2 S2O3 2- ionen, die samen reageren om 1 S4O6 2- ion te vormen. Er zijn dus evenveel zwavel (2×2 en 1x 4) en evenveel zuurstof- (2×3 en 1×6) aan de ene en andere kant van de pijl. Bij de reactie komen 2 elektronen vrij, waardoor de lading ook behouden blijft. Dan is er namelijk voor de pijl 2×2- = 4- lading en na de pijl 2- + 2- = 4- negatieve lading.

    Hoe zit dat dan allemaal precies bij de reactie met BrO3?
    Hopelijk kom je hiermee op weg, anders hoor ik het graag!

    Groeten,
    Mathijs

13 berichten aan het bekijken - 1 tot 13 (van in totaal 13)
Reageer op: redoxreacties
Je informatie:



vraagbaak icoon Zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-basereacties
Beste, In een opdracht van een van jullie oefentoetsen stellen ze de zuur-basereactie op van natriumsulfide en zoutzuur: S2– + 2 H3O+ ⟶ H2S + 2 H2O Ik snap niet waarom ze uit zoutzuur, HCl, opeens H3O+ maken. Waarom pakken ze het H+ deeltje in HCl als het zuur in de reactie en hoe kan het dat […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Aminozuren
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Aminozuren
Er staat een aminozuureenheid een nummer kan hebben. Waar kan ik die nummers vinden (BiNas) en wat staan die nummers ook, wat is het betekenis erachter.
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Meerwaardige zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Meerwaardige zuren en basen
Ik vind het moeilijk om een meerwaardige zuur of base te herkennen. Is er een manier om dit te kunnen herkennen?
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ en OH^-aan de linkerkant van de pijl. Ik snap niet waarom Ba2+ daar staat. Barietwater = Ba(OH)2–> Ba^2+  + 2 OH^-. Bij de meeste gevallen zoals bij natronloog gebruik je de OH^- in de zuurbase reactie en negeer […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
<span data-teams="true"><span class="ui-provider a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z ab ac ae af ag ah ai aj ak" dir="ltr">Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
redoxreactie
Hallo, ik snap bij de oefentoets deze vraag niet helemaal. Ik moet de reactie opstellen van Natriumjodide-oplossing en een aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing. Dit is het antwoord: OX: Cr2O72- + 14 H+ + 6 e– → 2 Cr3+ + 7 H2O RED: 2 I– → I2 + 2 e– TOTAAL: Cr2O72- + 14 H+ + 6 I– […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon meerwaardig zuur
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
meerwaardig zuur
zwavelzuur is een sterk zuur, en kan 2 H+ afstaan fosforzuur is een zwak zuur, en kan in principe 3 H+ afstaan, alleen het is een zwak zuur dus het kan niet alle 3 H+ afstaan toch of wel? mijn vraag is dus kan fosforzuur, ondanks dat het een zwakke zuur alle 3 H+ afstaan of maar 1?, […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon groote proteine poeder
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
groote proteine poeder
Beste scheikundige, Voor mijn profielwerkstuk ben ik bezig met het maken van eiwitpoeder uit koemelk. In mijn proces scheid ik de caseïne van de wei (whey) met behulp van microbieel stremsel. Mijn doel is om de overgebleven wei zo ver te zuiveren dat ik alleen hoogwaardige eiwitten overhoud. Het stappenplan dat ik op dit moment […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Newman projections
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
Newman projections
Hoi, Waarom is de 3e Newman projectie juist?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts