Vraagbaak scheikunde
redoxreacties
Vak
Scheikunde
Niveau
Mbo 4
Onderwerp
Reacties
- Dit onderwerp bevat 12 reacties, 4 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 3 jaren, 10 maanden geleden door Yvette van Rijckevorsel.
-
AuteurBerichten
-
JannekeGast
Hoi,
(NH4)2SO4(aq) + 2 NaOH(aq) —> Na2SO4(aq) + 2 NH3(aq) + 2 H2O
De vraag is om van deze reactie aan te geven of dit een redoxreactie is of een andere reactie. Ik zie dat dit een zuur/base-reactie is, maar ik zie wel het oxidatiegetal van N veranderen. Verandering van oxidatiegetal hoort bij een redoxreactie. Ik snap dit niet.
GroetenMathijsExpertHoi Janneke,
Zoals je aangeeft is de reactie een zuur-basereactie. Het basische natronloog en zure ammoniumsulfaat neutraliseren elkaar. Kan je bedenken aan welk atoom het proton dat in de zuur-basereactie verwisseld wordt vastzit? En kan je misschien toelichten welke oxidatietoestanden je voor stikstof vindt voor en na de reactie? Houd ook rekening met de ladingen van de andere ionen in de reactie!
Groeten,
MathijsJannekeGastHallo,
De H+ van NH4+ reageert met OH- tot H2O. N in (NH4)2SO4 heeft oxidatiegetal +1. Bij NH3 -3.
JannekeGastHoi,
Dit vind ik een lastige vraag.
4. Een analist moet een natriumthiosulfaat oplossing stellen. De concentratie is ongeveer 0,1 mol.L-1. De analist weegt vervolgens 100 mg kaliumjodaat af (M= 214 g.mol-1). Na oplossen, toevoegen van 2g kaliumjodide en 10,00 mL zoutzuur wordt deze oplossing getitreerd. Het omslagpunt werd na 28,03 mL titreren bereikt.Reactievergelijking stap 1 IO3- + 5I- + 6H+ 3I2 + 3H2O
-Stel je vergeet het zuur toe te voegen, wat neem je dan waar?
-Bereken de concentratie van de natriumthiosulfaatoplossing.Jan Wim PetersExpertHallo Janneke,
Er is een expert voor je bezig. Maar die kan zijn antwoord niet plaatsen. Er wordt aan gewerkt.Groet,
Jan Wim Peters
docent DickExpertBeste Janneke,
Je hebt de reactie tussen jodaat en I- in zuur milieu op geschreven.
Als je geen zuur toevoegt, kan de opgegeven reactie dan verlopen?Het is een indirecte titratie.
Eerst reageert jodaat met I- in zuur milieu onder vorming van I2.
Je titreert vervolgens de vrijkomen hoeveelheid jood met natriumthiosulfaat-oplossing.
Kun je de totaalreactie hiervan opschrijven?
Handig om ook die totaalreactie op te bouwen uit twee halfreacties.Kom je nu verder?
Zo niet, laar dan weten waardoor je niet verder kunt.Jan Wim PetersExpertHallo Janneke,
Ik reageer nog even op je antwoord van gisteren 19:19. Het is juist dat een H+(proton) overgedragen wordt van NH4+ naar OH-. Maar de oxidatiegetallen blijven onveranderd. In NH4+heeft N een oxidatiegetal van 3- en ook in NH3 is N 3-. Overigens is dit volgens mij in Nederland geen examenstof. Er worden geen elektronen overgedragen dus het is geen redox reactie, maar een zuur-base-reactie.
Groet,
Jan Wim Peters
MathijsExpertHoi Janneke,
Ik zie dat de andere experts al bijgesprongen zijn. Hopelijk is je vraag zo opgelost, maar anders moet je het even laten weten!
Groeten,
MathijsJannekeGastGoedemiddag,
Bedankt voor de reactie! Ik denk dat als je geen zuur toevoegt dat de je dan geen kleuromslag ziet. Als totaalreactie heb ik: I2 + 2 S2O3 2- –> 2 I- + S4O6 2-. Ik weet nog niet hoe ik de concentratie van de natriumthiosulfaatoplossing bereken.
Groetjes Janneke
MathijsExpertHoi Janneke,
De reactie die je hebt gegeven is inderdaad de reactie van jood met thiosulfiet om S4O6 2- te vormen. Is dat de totaalreactie van de gehele titratie, waarin je begint met iodaat en I- in zuur milieu?
Groeten,
MathijsdocentdickGastBeste Janneke,
Je hebt een reactievergelijking gegeven waarin H+ ionen deelnemen.
Wat zie je als er jood gevormd wordt?Als je geen H+ ionen in de oplossing hebt, kan deze reactie niet.
Voor de halfreactie IO3- + 6 H+ 6e –> I- + 3 H2O heb je H+ ionen nodig!
Dat betekent: geen zuur, dan geen oxidator! In dat geval wordt er dus ook geen jood gevormd.
Wat neem je dus waar als je geen zuur toevoegt?Ik zei al eerder, dit is een indirecte titratie.
Jodaat reageert in zuur milieu met I- onder vorming van I2.
Van het kaliumjodaat is gegeven hoeveel milligram je gebruikt.
Je kunt dus uitrekenen hoeveel mmol I2 er kan ontstaan.
De I2 reageert met de natriumthiosulfaat.
Je kunt dus uitrekenen hoeveel mmol natriumthiosulfaat er nodig is om alle gevormde jood te laten reageren.Je weet hoeveel mL natriumthiosulfaatoplossing te hebt gebruikt.
Dus kun je de concentratie (of molariteit) van de natriumthiosulfaat-oplossing uitrekenen.
Helpt dit je weer voldoende op weg?Nog hulp nodig?
Dan zien we je vervolgvraag wel weer.Hartelijke groet,
docent Dick
JannekeGastBij de reactie BrO3 – + 6e –> Br- begrijp ik niet waarom er 6 elektronen staan.
2 S2O3 2- –> S4O6 2- + 2e
Waarom staan die 2 elektronen na de pijl?Groeten Janneke
Yvette van RijckevorselExpertHoi Janneke,
Om een of andere reden komt Mathijs er even niet in dus hierbij zijn antwoord via mij:
Hoi Janneke,
Zoals je weet, moet de lading en het aantal atomen van elke soort aan de linker- en rechterkanten van de pijlen gelijk zijn. Klopt dat op dit moment voor beide reacties?
Zie je bijvoorbeeld in beide reacties aan beide kanten van de pijlen evenveel zuurstofatomen?Bij je reactie met S2O3 2- heb je voor de pijl, zoals je aangeeft, 2 S2O3 2- ionen, die samen reageren om 1 S4O6 2- ion te vormen. Er zijn dus evenveel zwavel (2×2 en 1x 4) en evenveel zuurstof- (2×3 en 1×6) aan de ene en andere kant van de pijl. Bij de reactie komen 2 elektronen vrij, waardoor de lading ook behouden blijft. Dan is er namelijk voor de pijl 2×2- = 4- lading en na de pijl 2- + 2- = 4- negatieve lading.
Hoe zit dat dan allemaal precies bij de reactie met BrO3?
Hopelijk kom je hiermee op weg, anders hoor ik het graag!Groeten,
Mathijs -
AuteurBerichten
Bekijk ook eens