Vraagbaak scheikunde
verder rekenen na neerslag reacties
Vak
Scheikunde
Niveau
Vwo
Onderwerp
Buiten de categorieën
Leerjaar
4
- Dit onderwerp bevat 1 reactie, 2 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 4 jaren, 7 maanden geleden door Ger Boer.
-
AuteurBerichten
-
AnneGast
Ik snap niet hoe je nadat je een neerslagreactie hebt opgesteld bij de a vraag verder moet rekenen bij de b vraag.
Ik zal alle gegevens van de vraag er wel even bij zetten.Bariumsulfaat wordt gebruikt als pigment voor witte verf en ook als contrastmiddel bij het maken van röntgenfoto’s.
Quinty wil 5,0 g van het zout bariumsulfaat maken. Ze gebruikt een oplossing van bariumnitraat en een oplossing van natriumsulfaat. Beide oplossingen zijn 0,50 M. Als ze de oplossingen samenvoegt, ontstaat er een neerslag.
Bereken hoeveel ml van beide oplossingen ze minimaal moet samenvoegen om 5,0 g bariumsulfaat te maken. Ga ervan uit dat de neergeslagen stof volledig onoplosbaar is.Zouden jullie mij alsjeblieft willen uitleggen hoe je zo’n vraag het beste kan aanpakken?
C3 JongerenCommunicatieSleutelbeheerderIk zie geen splitsing tussen een A en een B vraag in je onderwerp, klopt dat?
Zou je je vraag kunnen verduidelijken?Jan Wim PetersExpertIk neem aan eerst: a. geef de reactievergelijking, dan b. bereken hoeveel mL van beide oplossingen minimaal nodig zijn.
Ger BoerGastBeste Anne,
Deze opgave is een voorbeeld van rekenen aan reacties, dus dan heb je de reactievergelijkingen en de molverhoudingen nodig.
De reactievergelijking heb je waarschijnlijk bij vraag a ingevuld:Het oplossen van bariumnitraat: Ba(NO3)2 —> Ba2+ + 2 NO3-
molverhouding Ba(NO3)2 : Ba2+ = 1 : 1het oplossen van natriumsulfaat: Na2SO4 —> 2 Na+ + SO42-
molverhouding Na2SO4 : SO42- = 1 : 1de neerslagreactie: Ba2+ + SO42- —> BaSO4
molverhouding Ba2+ : SO42- : BaSO4 = 1 : 1 : 1Dus alle molverhoudingen zijn 1 : 1 en dat is wel fijn.
Vervolgens moet je 5,0 g bariumsulfaat omrekenen naar mol:
5,0 / 233,39 = 0,02142 mol BaSO4
Omdat de molverhoudingen 1 : 1 zijn heb je dus ook 0,02142 mol Ba2+ en 0,02142 mol SO42- nodig
Van de oplossingen weet je nu de molariteit en het aantal mol, dus kun je het aantal liter uitrekenen:
molariteit = mol / l , volume = mol / molariteit,
volume = 0,02142 / 0,50 = 0,04284 l
Gevraagd wordt het aantal ml, dus 43 mL van beide oplossingen (2 significante cijfers)
-
AuteurBerichten
Bekijk ook eens