verder rekenen na neerslag reacties
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

verder rekenen na neerslag reacties

4 berichten aan het bekijken - 1 tot 4 (van in totaal 4)
  • Auteur
    Berichten
  • #1363 Reageer
    Anne
    Gast

    Ik snap niet hoe je nadat je een neerslagreactie hebt opgesteld bij de a vraag verder moet rekenen bij de b vraag.
    Ik zal alle gegevens van de vraag er wel even bij zetten.

    Bariumsulfaat wordt gebruikt als pigment voor witte verf en ook als contrastmiddel bij het maken van röntgenfoto’s.

    Quinty wil 5,0 g van het zout bariumsulfaat maken. Ze gebruikt een oplossing van bariumnitraat en een oplossing van natriumsulfaat. Beide oplossingen zijn 0,50 M. Als ze de oplossingen samenvoegt, ontstaat er een neerslag.
    Bereken hoeveel ml van beide oplossingen ze minimaal moet samenvoegen om 5,0 g bariumsulfaat te maken. Ga ervan uit dat de neergeslagen stof volledig onoplosbaar is.

    Zouden jullie mij alsjeblieft willen uitleggen hoe je zo’n vraag het beste kan aanpakken?

    #1364 Reageer
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Ik zie geen splitsing tussen een A en een B vraag in je onderwerp, klopt dat?
    Zou je je vraag kunnen verduidelijken?

    #1367 Reageer

    Ik neem aan eerst: a. geef de reactievergelijking, dan b. bereken hoeveel mL van beide oplossingen minimaal nodig zijn.

    #1368 Reageer
    Ger Boer
    Gast

    Beste Anne,

    Deze opgave is een voorbeeld van rekenen aan reacties, dus dan heb je de reactievergelijkingen en de molverhoudingen nodig.
    De reactievergelijking heb je waarschijnlijk bij vraag a ingevuld:

    Het oplossen van bariumnitraat: Ba(NO3)2 —> Ba2+ + 2 NO3-
    molverhouding Ba(NO3)2 : Ba2+ = 1 : 1

    het oplossen van natriumsulfaat: Na2SO4 —> 2 Na+ + SO42-
    molverhouding Na2SO4 : SO42- = 1 : 1

    de neerslagreactie: Ba2+ + SO42- —> BaSO4
    molverhouding Ba2+ : SO42- : BaSO4 = 1 : 1 : 1

    Dus alle molverhoudingen zijn 1 : 1 en dat is wel fijn.

    Vervolgens moet je 5,0 g bariumsulfaat omrekenen naar mol:

    5,0 / 233,39 = 0,02142 mol BaSO4

    Omdat de molverhoudingen 1 : 1 zijn heb je dus ook 0,02142 mol Ba2+ en 0,02142 mol SO42- nodig

    Van de oplossingen weet je nu de molariteit en het aantal mol, dus kun je het aantal liter uitrekenen:

    molariteit = mol / l , volume = mol / molariteit,

    volume = 0,02142 / 0,50 = 0,04284 l

    Gevraagd wordt het aantal ml, dus 43 mL van beide oplossingen (2 significante cijfers)

4 berichten aan het bekijken - 1 tot 4 (van in totaal 4)
Reageer op: verder rekenen na neerslag reacties
Je informatie:



vraagbaak icoon Zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-basereacties
Beste, In een opdracht van een van jullie oefentoetsen stellen ze de zuur-basereactie op van natriumsulfide en zoutzuur: S2– + 2 H3O+ ⟶ H2S + 2 H2O Ik snap niet waarom ze uit zoutzuur, HCl, opeens H3O+ maken. Waarom pakken ze het H+ deeltje in HCl als het zuur in de reactie en hoe kan het dat […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Aminozuren
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Aminozuren
Er staat een aminozuureenheid een nummer kan hebben. Waar kan ik die nummers vinden (BiNas) en wat staan die nummers ook, wat is het betekenis erachter.
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Meerwaardige zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Meerwaardige zuren en basen
Ik vind het moeilijk om een meerwaardige zuur of base te herkennen. Is er een manier om dit te kunnen herkennen?
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ en OH^-aan de linkerkant van de pijl. Ik snap niet waarom Ba2+ daar staat. Barietwater = Ba(OH)2–> Ba^2+  + 2 OH^-. Bij de meeste gevallen zoals bij natronloog gebruik je de OH^- in de zuurbase reactie en negeer […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
<span data-teams="true"><span class="ui-provider a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z ab ac ae af ag ah ai aj ak" dir="ltr">Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
redoxreactie
Hallo, ik snap bij de oefentoets deze vraag niet helemaal. Ik moet de reactie opstellen van Natriumjodide-oplossing en een aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing. Dit is het antwoord: OX: Cr2O72- + 14 H+ + 6 e– → 2 Cr3+ + 7 H2O RED: 2 I– → I2 + 2 e– TOTAAL: Cr2O72- + 14 H+ + 6 I– […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon meerwaardig zuur
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
meerwaardig zuur
zwavelzuur is een sterk zuur, en kan 2 H+ afstaan fosforzuur is een zwak zuur, en kan in principe 3 H+ afstaan, alleen het is een zwak zuur dus het kan niet alle 3 H+ afstaan toch of wel? mijn vraag is dus kan fosforzuur, ondanks dat het een zwakke zuur alle 3 H+ afstaan of maar 1?, […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon groote proteine poeder
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
groote proteine poeder
Beste scheikundige, Voor mijn profielwerkstuk ben ik bezig met het maken van eiwitpoeder uit koemelk. In mijn proces scheid ik de caseïne van de wei (whey) met behulp van microbieel stremsel. Mijn doel is om de overgebleven wei zo ver te zuiveren dat ik alleen hoogwaardige eiwitten overhoud. Het stappenplan dat ik op dit moment […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Newman projections
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
Newman projections
Hoi, Waarom is de 3e Newman projectie juist?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts