Wat zijn de zuurbase reacties van de volgende oplossingen?
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Wat zijn de zuurbase reacties van de volgende oplossingen?

9 berichten aan het bekijken - 1 tot 9 (van in totaal 9)
  • Auteur
    Berichten
  • #155828 Reageer
    Kaoutar
    Gast

    1. Chlorigzuur + natriumsulfaat 

    2. Chlorigzuur + ammonia 

    3. Chlorigzuur + natriumfosfaat

    4. Chlorigzuur + kaliumcarbonaat

    5. Chlorigzuur + natriumsulfiet

    6. Chlorigzuur + kaliumhypobromiet

    7.Chlorigzuur + natriumhypochloriet

    #155830 Reageer
    mui
    Expert

    Dag Kaoutar

    De formule van chlorigzuur kun je bijvoorbeeld op Wikipedia vinden. Gezien de naam zal deze stof als zuur reageren. Ga met Binas tabel 49 na of chlorigzuur een sterk of een zwak zuur is. Dat heeft nl gevolgen voor de notatie in de reactievergelijking: Een oplossing van een sterk zuur noteer je in de reactievergelijking anders dan een oplossing van een zwak zuur.

    De base moet dus uit de andere oplossing komen. Als de andere oplossing een opgelost zout bevat, dan moet je wel bedenken dat dit zout dan gesplitst is in vrije ionen. Bedenk ook dat veel negatieve ionen, maar niet alle!!!, in water  basen zijn.

    Bij meerwaardige basen zouden per negatief ion meerdere protonen kunnen worden gebonden. Of dat gebeurt hangt af van de sterkte van het zuur.

    Bij je derde “proefje” speelt dit een rol. Echter uit de vraagstelling blijkt niet of je een overmaat chlorigzuur hebt.

     

    Suggestie 1: Behandel alle proefjes alsof er een overmaat chlorigzuur is.

    Suggestie 2: Probeer de eerste drie proefjes uit te werken met bovenstaande aanwijzingen en stuur de uitwerkingen op. Ik zal deze dan van commentaar voorzien (Het heeft geen zin om 6 keer dezelfde fout te maken.

     

    Vraag uit belangstelling: Wat is zo speciaal aan chlorigzuur? om deze steeds te kiezen.

     

    Ik controleer je uitwerkingen

    Succes

    MUI

     

    #155832 Reageer
    Kaoutar
    Gast

    Danku voor de tips!

    Ik heb het volgende opgeschreven:
    <p class=”p1″><span class=”s1″>1. HClO+ SO42- >< ClO2  + HSO4^-</span></p>
    <p class=”p1″><span class=”s1″>2. HClO2 + NH3 >< ClO2  + NH4 +</span></p>
    <p class=”p1″><span class=”s1″>3. 3HClO+ PO43- >< 3ClO2  + H3PO4</span></p>

    #155833 Reageer
    Kaoutar
    Gast

    Danku voor de tips!

    Ik heb het volgende opgeschreven:

    1. HClO+ SO42- >< ClO2  + HSO4^-

    2. HClO2 + NH3 >< ClO2  + NH4 +

    3. 3HClO+ PO43- >< 3ClO2  + H3PO4

    #155834 Reageer
    mui
    Expert

    Dag Kaoutar

     

    Je reactievergelijkingen zijn goed!

    Toch nog een paar opmerkingen:

    Weet je waarom je een oplossing van chlorigzuur als HClO2 in de reactievergelijking schrijft en niet als H3O?

    Weet je waarom bij de derde vergelijking inderdaad H3PO4 ontstaat en de reactie bijv niet “stopt” bij H2PO4?

     

    Beantwoord deze twee vragen en stuur me de rest van de vergelijkingen

     

    Succes

    Groet

    MUi

    #155835 Reageer
    Kaoutar
    Gast

    Hoi,

    Gelukkig!

    Chlorigzuur is een zwakke zuur en ioniseert niet volledig.
    Bij de derde reactie, ben ik ervan uit gegaan dat er ook een overmaat aan chlorigzuur aanwezig is. Dit zorgt ervoor dat het kan door reageren.

    Bij de overige reacties heb ik dit:

    4. Chlorigzuur + kaliumcarbonaat

    HClO+ CO32- >< ClO2– + CO+ H2O

    5. Chlorigzuur + natriumsulfiet

    2HClO+ SO32- >< 2ClO2– + SO+ H2O

    6. Chlorigzuur + kaliumhypobromiet

    HClO+ BrO– >< ClO2– + HBrO

    7.Chlorigzuur + natriumhypochloriet

    HClO+ ClO– >< ClO2– + HClO

     

    #155837 Reageer
    mui
    Expert

    — Dag Kaoutar

    Chlorigzuur als zwak zuur heb je begrepen en goed toegapast.

    Als je bij natriumfosfaatoplossing een ander zwak zuur had toegevoegd bijvoorbeeld ethaanzuuroplossing zouden er ondan-ks een grote overmaat van dat zuur slechts twee reactiestappen zijn verlopen. Hert “eindstation” zou dan H2PO4 geweest zijn. Als je bijvoorbeeld HCN als zwak zuur genomen had zou ook bij een grote overmaat daarvan slechts

    HPO4 2- gevormd zijn.

    Stuur een reactie zodat ik kan zien dat dit duidelijk is of niet.

     

    4) Deeltjes goed maar vergelijking klopt niet

     

    5)n Je zou deze reactie beter in twee stappen kunnen weergeven nl een vrijwel aflopende stap en daarna een echt evenwicht. Waarom?

     

    6) Is goed

     

    Ik pik je commentaar wel weer op

    Succes

    Groet

    MUI

     

    7) De reactie is vrijwel aflopend. Waarom?

    #155839 Reageer
    Kaoutar
    Gast

    Hoi,

    Kloppen ze nu wel? Ik heb de feedback meegenomen

    4. Chlorigzuur + kaliumcarbonaat

    2HClO+ CO32- >< 2ClO2– + CO+ H2O

    5. Chlorigzuur + natriumsulfiet

    HClO+ SO32- >< ClO2– + HSO3

    7.Chlorigzuur + natriumhypochloriet

    HClO+ ClO– >< ClO2– + HClO / ik weet niet waarom dit aflopend is.

    #155841 Reageer
    mui
    Expert

    Dag Kaoutar

     

    4) is goed

    5) De eerste stap is goed. Deze stap is in feite aflopend omdat het geconjugeerde zuur van de base SO32- , HSO3, een veel zwakker zuur is dan chlorigzuur (zie Binas tabel 49, kolom zuren)

    Omdat de eerste stap goed verloopt is er gezien de hoeveelheden nog een tweede stap mogelijk waarin het waterstofsulfietion de base is. In dat geval is (H2O + SO2) het geconjugeerde zuur. Omdat dit geconjugeerde zuur ongeveer even sterk is als chlorigzuur, stelt zich een evenwicht in.

    Je hebt dus een aflopende eerste stap en een evenwichtsreactie in de tweede stap

     

    Als je bovenstaande uitleg begrepen hebt kun je bij 7) nu zelf je vraag beantwoordxen.

     

    Reageer/Stel vervolgvragen

     

    Groet

    MUI

9 berichten aan het bekijken - 1 tot 9 (van in totaal 9)
Reageer op: Wat zijn de zuurbase reacties van de volgende oplossingen?
Je informatie:



vraagbaak icoon Zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-basereacties
Beste, In een opdracht van een van jullie oefentoetsen stellen ze de zuur-basereactie op van natriumsulfide en zoutzuur: S2– + 2 H3O+ ⟶ H2S + 2 H2O Ik snap niet waarom ze uit zoutzuur, HCl, opeens H3O+ maken. Waarom pakken ze het H+ deeltje in HCl als het zuur in de reactie en hoe kan het dat […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Aminozuren
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Aminozuren
Er staat een aminozuureenheid een nummer kan hebben. Waar kan ik die nummers vinden (BiNas) en wat staan die nummers ook, wat is het betekenis erachter.
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Meerwaardige zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Meerwaardige zuren en basen
Ik vind het moeilijk om een meerwaardige zuur of base te herkennen. Is er een manier om dit te kunnen herkennen?
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ en OH^-aan de linkerkant van de pijl. Ik snap niet waarom Ba2+ daar staat. Barietwater = Ba(OH)2–> Ba^2+  + 2 OH^-. Bij de meeste gevallen zoals bij natronloog gebruik je de OH^- in de zuurbase reactie en negeer […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
<span data-teams="true"><span class="ui-provider a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z ab ac ae af ag ah ai aj ak" dir="ltr">Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
redoxreactie
Hallo, ik snap bij de oefentoets deze vraag niet helemaal. Ik moet de reactie opstellen van Natriumjodide-oplossing en een aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing. Dit is het antwoord: OX: Cr2O72- + 14 H+ + 6 e– → 2 Cr3+ + 7 H2O RED: 2 I– → I2 + 2 e– TOTAAL: Cr2O72- + 14 H+ + 6 I– […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon meerwaardig zuur
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
meerwaardig zuur
zwavelzuur is een sterk zuur, en kan 2 H+ afstaan fosforzuur is een zwak zuur, en kan in principe 3 H+ afstaan, alleen het is een zwak zuur dus het kan niet alle 3 H+ afstaan toch of wel? mijn vraag is dus kan fosforzuur, ondanks dat het een zwakke zuur alle 3 H+ afstaan of maar 1?, […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon groote proteine poeder
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
groote proteine poeder
Beste scheikundige, Voor mijn profielwerkstuk ben ik bezig met het maken van eiwitpoeder uit koemelk. In mijn proces scheid ik de caseïne van de wei (whey) met behulp van microbieel stremsel. Mijn doel is om de overgebleven wei zo ver te zuiveren dat ik alleen hoogwaardige eiwitten overhoud. Het stappenplan dat ik op dit moment […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Newman projections
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
Newman projections
Hoi, Waarom is de 3e Newman projectie juist?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts