Vraagbaak scheikunde
Wat zijn de zuurbase reacties van de volgende oplossingen?
Vak
Scheikunde
Niveau
Vwo
Onderwerp
Reacties
Leerjaar
5
- Dit onderwerp bevat 8 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 1 jaar, 8 maanden geleden door mui.
-
AuteurBerichten
-
KaoutarGast
1. Chlorigzuur + natriumsulfaat
2. Chlorigzuur + ammonia
3. Chlorigzuur + natriumfosfaat
4. Chlorigzuur + kaliumcarbonaat
5. Chlorigzuur + natriumsulfiet
6. Chlorigzuur + kaliumhypobromiet
7.Chlorigzuur + natriumhypochloriet
muiExpertDag Kaoutar
De formule van chlorigzuur kun je bijvoorbeeld op Wikipedia vinden. Gezien de naam zal deze stof als zuur reageren. Ga met Binas tabel 49 na of chlorigzuur een sterk of een zwak zuur is. Dat heeft nl gevolgen voor de notatie in de reactievergelijking: Een oplossing van een sterk zuur noteer je in de reactievergelijking anders dan een oplossing van een zwak zuur.
De base moet dus uit de andere oplossing komen. Als de andere oplossing een opgelost zout bevat, dan moet je wel bedenken dat dit zout dan gesplitst is in vrije ionen. Bedenk ook dat veel negatieve ionen, maar niet alle!!!, in water basen zijn.
Bij meerwaardige basen zouden per negatief ion meerdere protonen kunnen worden gebonden. Of dat gebeurt hangt af van de sterkte van het zuur.
Bij je derde “proefje” speelt dit een rol. Echter uit de vraagstelling blijkt niet of je een overmaat chlorigzuur hebt.
Suggestie 1: Behandel alle proefjes alsof er een overmaat chlorigzuur is.
Suggestie 2: Probeer de eerste drie proefjes uit te werken met bovenstaande aanwijzingen en stuur de uitwerkingen op. Ik zal deze dan van commentaar voorzien (Het heeft geen zin om 6 keer dezelfde fout te maken.
Vraag uit belangstelling: Wat is zo speciaal aan chlorigzuur? om deze steeds te kiezen.
Ik controleer je uitwerkingen
Succes
MUI
KaoutarGastDanku voor de tips!
Ik heb het volgende opgeschreven:
<p class=”p1″><span class=”s1″>1. HClO2 + SO42- >< ClO2 – + HSO4^-</span></p>
<p class=”p1″><span class=”s1″>2. HClO2 + NH3 >< ClO2 – + NH4 +</span></p>
<p class=”p1″><span class=”s1″>3. 3HClO2 + PO43- >< 3ClO2 – + H3PO4</span></p>KaoutarGastDanku voor de tips!
Ik heb het volgende opgeschreven:
1. HClO2 + SO42- >< ClO2 – + HSO4^-
2. HClO2 + NH3 >< ClO2 – + NH4 +
3. 3HClO2 + PO43- >< 3ClO2 – + H3PO4
muiExpertDag Kaoutar
Je reactievergelijkingen zijn goed!
Toch nog een paar opmerkingen:
Weet je waarom je een oplossing van chlorigzuur als HClO2 in de reactievergelijking schrijft en niet als H3O+ ?
Weet je waarom bij de derde vergelijking inderdaad H3PO4 ontstaat en de reactie bijv niet “stopt” bij H2PO4–?
Beantwoord deze twee vragen en stuur me de rest van de vergelijkingen
Succes
Groet
MUi
KaoutarGastHoi,
Gelukkig!
Chlorigzuur is een zwakke zuur en ioniseert niet volledig.
Bij de derde reactie, ben ik ervan uit gegaan dat er ook een overmaat aan chlorigzuur aanwezig is. Dit zorgt ervoor dat het kan door reageren.Bij de overige reacties heb ik dit:
4. Chlorigzuur + kaliumcarbonaat
HClO2 + CO32- >< ClO2– + CO2 + H2O
5. Chlorigzuur + natriumsulfiet
2HClO2 + SO32- >< 2ClO2– + SO2 + H2O
6. Chlorigzuur + kaliumhypobromiet
HClO2 + BrO– >< ClO2– + HBrO
7.Chlorigzuur + natriumhypochloriet
HClO2 + ClO– >< ClO2– + HClO
muiExpert— Dag Kaoutar
Chlorigzuur als zwak zuur heb je begrepen en goed toegapast.
Als je bij natriumfosfaatoplossing een ander zwak zuur had toegevoegd bijvoorbeeld ethaanzuuroplossing zouden er ondan-ks een grote overmaat van dat zuur slechts twee reactiestappen zijn verlopen. Hert “eindstation” zou dan H2PO4– geweest zijn. Als je bijvoorbeeld HCN als zwak zuur genomen had zou ook bij een grote overmaat daarvan slechts
HPO4 2- gevormd zijn.
Stuur een reactie zodat ik kan zien dat dit duidelijk is of niet.
4) Deeltjes goed maar vergelijking klopt niet
5)n Je zou deze reactie beter in twee stappen kunnen weergeven nl een vrijwel aflopende stap en daarna een echt evenwicht. Waarom?
6) Is goed
Ik pik je commentaar wel weer op
Succes
Groet
MUI
7) De reactie is vrijwel aflopend. Waarom?
KaoutarGastHoi,
Kloppen ze nu wel? Ik heb de feedback meegenomen
4. Chlorigzuur + kaliumcarbonaat
2HClO2 + CO32- >< 2ClO2– + CO2 + H2O
5. Chlorigzuur + natriumsulfiet
HClO2 + SO32- >< ClO2– + HSO3–
7.Chlorigzuur + natriumhypochloriet
HClO2 + ClO– >< ClO2– + HClO / ik weet niet waarom dit aflopend is.
muiExpertDag Kaoutar
4) is goed
5) De eerste stap is goed. Deze stap is in feite aflopend omdat het geconjugeerde zuur van de base SO32- , HSO3–, een veel zwakker zuur is dan chlorigzuur (zie Binas tabel 49, kolom zuren)
Omdat de eerste stap goed verloopt is er gezien de hoeveelheden nog een tweede stap mogelijk waarin het waterstofsulfietion de base is. In dat geval is (H2O + SO2) het geconjugeerde zuur. Omdat dit geconjugeerde zuur ongeveer even sterk is als chlorigzuur, stelt zich een evenwicht in.
Je hebt dus een aflopende eerste stap en een evenwichtsreactie in de tweede stap
Als je bovenstaande uitleg begrepen hebt kun je bij 7) nu zelf je vraag beantwoordxen.
Reageer/Stel vervolgvragen
Groet
MUI
-
AuteurBerichten
Bekijk ook eens