materieaspecten van de chemische reactie
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

materieaspecten van de chemische reactie

4 berichten aan het bekijken - 1 tot 4 (van in totaal 4)
  • Auteur
    Berichten
  • #1622 Reageer
    timmy
    Gast

    Welk volume NH3-gas moet men in n.o. in water oplossen om 100 mL NH3-oplossing te
    verkrijgen met een concentratie van 0,200 mol/L?

    Ik deed c=n/v =5/112 mol/l

    c1*V1=C2*V2
    V1=C2*V2/C1 = 448 ml op te lossen.

    Klopt dit of waar zit mijn fout?

    #1623 Reageer
    Jan Wim Peters
    Gast

    Hallo Timmy,

    Wat ik niet begrijp is, dat je begint met: c=n/v =5/112 mol/l
    Misschien heb je deze aanpak geleerd. Ik snap wel wat je bedoeld: 5 mol NH3 = 5 . 22,4 L Het molair volume bij normale omstandigheden( Po en 273K) is 22,4 L
    Dus uit deze breuk komt 0,0446 mol/L en dat is het aantal mol NH3 in 1 L gas.( de concentratie in de gasfase}
    Je hebt nodig 0,100 . 0,20 = 0,020 mol NH3; dat is dus 0,020/ 0,0446 = 0,448 L NH3 = 448 mL NH3

    Dus dat antwoord is goed. Kijk maar:
    V1=C2*V2/C1= 0,200*0,100/0,0446 =0,448 L = 448 mL

    Wat je met jouw oplossing zegt is: het aantal mol NH3 in het gas is evenveel als het aantal mol NH3 in de oplossing. V1 * C1 = V2 * C2
    En nu begrijp ik pas wat die eerste c betekent: de concentratie van NH3 in de gasfase.

    Ik ben er nog steeds een voorstander van, dat een leerling zijn/haar eigen oplossing bedenkt voor een rekenprobleem, maar maak dan wel duidelijk wat je doet.

    Ik zou het zelf zo doen:
    100 mL oplossing bevat 0,0200 mol NH3 Het molair gasvolume is 22,4 L/mol Dus nodig 0,00200 * 22,4 = 0,448 L = 448 mL NH3

    Hopelijk heb ik je wat duidelijk gemaakt. Succes verder.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    #1624 Reageer
    timmy
    Gast

    Ok bedankt. die 5/122 mol/l bekom door enkele formules om te vormen en daarna te substitueren. Maar dus mijn uitkomst klopt?

    #1625 Reageer

    Jazeker,
    Ik zou het goed rekenen.

4 berichten aan het bekijken - 1 tot 4 (van in totaal 4)
Reageer op: materieaspecten van de chemische reactie
Je informatie:



vraagbaak icoon Zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-basereacties
Beste, In een opdracht van een van jullie oefentoetsen stellen ze de zuur-basereactie op van natriumsulfide en zoutzuur: S2– + 2 H3O+ ⟶ H2S + 2 H2O Ik snap niet waarom ze uit zoutzuur, HCl, opeens H3O+ maken. Waarom pakken ze het H+ deeltje in HCl als het zuur in de reactie en hoe kan het dat […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Aminozuren
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Aminozuren
Er staat een aminozuureenheid een nummer kan hebben. Waar kan ik die nummers vinden (BiNas) en wat staan die nummers ook, wat is het betekenis erachter.
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Meerwaardige zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Meerwaardige zuren en basen
Ik vind het moeilijk om een meerwaardige zuur of base te herkennen. Is er een manier om dit te kunnen herkennen?
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ en OH^-aan de linkerkant van de pijl. Ik snap niet waarom Ba2+ daar staat. Barietwater = Ba(OH)2–> Ba^2+  + 2 OH^-. Bij de meeste gevallen zoals bij natronloog gebruik je de OH^- in de zuurbase reactie en negeer […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
<span data-teams="true"><span class="ui-provider a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z ab ac ae af ag ah ai aj ak" dir="ltr">Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
redoxreactie
Hallo, ik snap bij de oefentoets deze vraag niet helemaal. Ik moet de reactie opstellen van Natriumjodide-oplossing en een aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing. Dit is het antwoord: OX: Cr2O72- + 14 H+ + 6 e– → 2 Cr3+ + 7 H2O RED: 2 I– → I2 + 2 e– TOTAAL: Cr2O72- + 14 H+ + 6 I– […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon meerwaardig zuur
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
meerwaardig zuur
zwavelzuur is een sterk zuur, en kan 2 H+ afstaan fosforzuur is een zwak zuur, en kan in principe 3 H+ afstaan, alleen het is een zwak zuur dus het kan niet alle 3 H+ afstaan toch of wel? mijn vraag is dus kan fosforzuur, ondanks dat het een zwakke zuur alle 3 H+ afstaan of maar 1?, […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon groote proteine poeder
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
groote proteine poeder
Beste scheikundige, Voor mijn profielwerkstuk ben ik bezig met het maken van eiwitpoeder uit koemelk. In mijn proces scheid ik de caseïne van de wei (whey) met behulp van microbieel stremsel. Mijn doel is om de overgebleven wei zo ver te zuiveren dat ik alleen hoogwaardige eiwitten overhoud. Het stappenplan dat ik op dit moment […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Newman projections
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
Newman projections
Hoi, Waarom is de 3e Newman projectie juist?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts