Vraagbaak scheikunde
Meerwaardige zuren en basen
Vak
Scheikunde
Niveau
Vwo
Onderwerp
Buiten de categorieën
Leerjaar
5
- Dit onderwerp bevat 1 reactie, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 2 weken geleden door Yvette van Rijckevorsel.
-
AuteurBerichten
-
Natalie HobbelenGast
Ik vind het moeilijk om een meerwaardige zuur of base te herkennen. Is er een manier om dit te kunnen herkennen?
Yvette van RijckevorselExpertBeste Natalie,
Het is begrijpelijk dat je dit nog wat lastig vindt, je hebt de structuurformules van de stoffen nodig om dit te kunnen zien.
Laten we eerst naar carbonzuren/organische zuren kijken. Een zuurgroep bestaat uit een -COOH groep. Dat wil zeggen dat er aan 1 C-atoom én een =O groep zit én een -OH groep. Het H-atoom van deze -OH groep kan afgesplitst worden als een H+-ion. Als een carbonzuur meer dan één -COOH groep heeft dan is het dus een meerwaardig zuur want het kan meer dan 1 H+-ion afstaan.
Dit is het makkelijkste te zien als de molecuulformule dit aangeeft, daarom schrijven we bijvoorbeeld azijnzuur niet als C2H4O2 maar als CH3COOH zodat iedereen weet welk isomeer we bedoelen, namelijk azijnzuur. Als je dan de volgende molecuulformule ziet: HOOCCOOH (ook wel geschreven als (COOH)2 ) kun je ook direct zien dat dit een meerwaardig zuur is, want hier zijn twee -COOH groepen aanwezig. Als je het niet aan de molecuulformule kunt zien, dan zul je de structuurformule moeten tekenen om erachter te komen.
Omgekeerd geldt hetzelfde, als een carbonzuur meerdere -COO– groepen heeft (die kunnen ontstaan na afstaan van een H+-ion) dan is het dus een meerwaardige base.
Bij anorganische zuren is het wat lastiger omdat de structuurformules soms wat moeilijker te tekenen zijn. Veel organische zuren waar jullie mee te maken krijgen hebben ook een =O groep en een -OH groep aan het centrale atoom gebonden waardoor het molecuul in staat is om het H-atoom gebonden aan het zuurstofatoom af te splitsen als H+-ion.
Als middelbare schoolleerling hoef je minder te weten over anorganische zuren, er wordt eigenlijk vooral van je verwacht dat je deze uit je hoofd leert (staat ook in de eisen van het Centrala Examen). Je moet dus weten dat H2SO4 en H3PO4 meerwaardige zuren zijn. Mijn advies hiervoor is dus vooral, leer het uit je hoofd!
Tot slot kun je ook tabel 49 in binas eens goed bekijken. Als een zuur (of base) meerwaardig is, dan kun je vaak de geconjungeerde variant verderop in de tabel ook vinden! Dus als je kijkt naar H2SO4 dan zie je dat dit een zuur is dat kan reageren tot de geconjungeerde base HSO4–. Ga je dan lager zoeken in de rij met zuren, dan vindt je daar als zuur ook weer HSO4– wat kan reageren tot SO42-. Dus dan weet je meteen dat zwavelzuur 2 H+-ionen kan afstaan en dus een meerwaardig zuur is.
Omgekeerd is SO42- dus een tweewaardige base want, zoals het onder de juiste omstandigheden twee H+-ionen heeft afgestaan kan het ook H+-ionen opnemen! Kortom, als je meerwaardige zuren kunt herkennen kun je ook meerwaardige basen herkennen. En ook voor de anorganische basen geldt, leer ze uit je hoofd!
Is het zo duidelijk voor je?
Met vriendelijke groeten,
Yvette
-
AuteurBerichten
Bekijk ook eens