Hallo Tugce,
Zin 1. geeft titratiegegevens, waarmee je de hoeveelheid HA en dus ook de hoeveelheid A- bij het equivalentiepunt kunt berekenen.
Samen met het eindvolume* is [A-] te berekenen.
Zin 2. is niet juist weergegeven( door de maker of door jou):
Wanneer aan 2,51g HA 27,36 ml 0,5106 mol/L NaOH en 10,00 mL 0,4524 mol/L HCl wordt toegevoegd MET EEN pH VAN 3,60
Dat moet waarschijnlijk zijn:
Wanneer aan 2,51g HA 27,36 ml 0,5106 mol/L NaOH en 10,00 mL 0,4524 mol/L HCl wordt toegevoegd WORDT DE pH 3,60
Na reactie met HCl krijg je een andere [A-] en een andere [HA]. Bij het berekenen hiervan moet je rekening houden met het nieuwe eindvolume*(hier niet zo belangrijk, want ze vallen tegen elkaar weg in de concentratiebreuk). En je hebt natuurlijk een [H3O+], zodat je Ka kunt berekenen aan de hand van de evenwichtsvoorwaarde.
Vraag 2. Er is sprake van een basische oplossing, dus je hebt de Kb(A-) nodig. Hoe bereken je die? Omdat je [A-] bij het eindpunt van de titratie kent(bij benadering) kun je met de evenwichtsvoorwaarde de [OH-] berekenen en dus de pH. Wel controleren of je [A-] gelijk mag stellen aan [A-]0, de beginmolariteit voordat het evenwicht zich instelt.
* Dit volume kun je in feite niet berekenen, omdat niet bekend is in hoeveel mL oplossing die 2,51 g. HA was opgelost.
Hopelijk neemt dit verhaal wat van de verwarring weg. Geef even aan of dit voldoende is.
Succes en groet,
Jan Wim Peters