Sorry ik ga mijn probleem echt samenvatten want ik ben in de war. Dus voor mijn titratie moet ik de ammoniak gehalte bepalen in een huishoudazijnflesje met de Molariteit M = 5 (norm maar wat).
ik maak gebruik van het verdunde zuur: zwavelzuur en de base: verdunde ammonia.
als ik zwavelzuur in water laat reageren dan krijg ik
H2SO4 + H2O = 2 H3O+ + SO4-.
als ik de verdunde ammonia in water zal zetten dan krijg ik;
NH3 + H2O = OH- + NH4+.
Daarna gaan de sterkste zuur en sterkste base met elkaar reageren:
OH- + H3O+ = H2O.
Het blijkt dat ik voor de titratiee 8 militer zwavelzuur nodig had.
De mol is dan: 8 militer x 5 M = 40 mol.
Dit heb je echter x 2 want je hebt immers 2 H3O+. Dus dan krijg je 80 milimol van die H3O+
-!!!!!!! nu komt mijn verwarring. ik heb 80 milimol van die 2 H3O+ , betekent dit dan dat ik ook 80 milimol OH- heb? Of 40 ?)
Dus moet ik die 2 van die 2 H3O+ meenemen van die H2SO4?:
OH- + 2 H3O+ = ….? Of kan ik gewoon zeggen dat 80 H3O+ en 80 OH- heb? ik begrijp dit niet wat die man in die video zei…
Maar oke stel ik neem dat er ook 80 milimol OH- is. Ik had 10 militer van verdunde ammonia gepippeteeerd. Dus de Molariteit van OH- is dan toch 80/10 = 8 M?
en je had NH3 + H2O = NH4+ + OH-
1:1 dus er is ook 8M van NH3.
dus gehalte is dan 8M/molecuulmassa NH3?
Is dit de goede stap?