Dag Lize,
Gezien de vraagstelling zijn beide antwoorden goed omdat je inderdaad niet weet welke stof in overmaat is.
Als je de praktijk er bij haalt zal de proef als volgt uitgevoerd zijn:
Men laat (lucht met) koolstofdioxide door barietwater borrelen.
In dat geval heb je aan het begin van het experiment relatief veel opgelost bariumhydroxide en weinig koolstofdioxide.
In dat geval staat koolstofdioxide (als “H2CO3) twee protonen af aan 2 hydroxide-ionen. Het carbonaation dat dan gevormd wordt geeft een neerslag met de aanwezige bariumionen.
Ga je voldoende lang door met doorleiden van koolstofdioxide dan gaat het koolsofdioxide reageren met de base CO3(2-) uit bariumcarbonaat volgens:
BaCO3(s) + H2O(l) + CO2(g) -> Ba2+ + 2 HCO3(-)
Als je deze vergelijking optelt bij de vergelijking waarin het neerslag wordt gevormd hou je de door jou genoemde mogelijke vergelijking over.
Mocht deze reactie niet toereikend zijn, dan hoor ik van je.
Groet
MUI