C3 JongerenCommunicatie

C3 JongerenCommunicatie

Aangemaakte reacties

15 berichten aan het bekijken - 76 tot 90 (van in totaal 111)
  • Auteur
    Berichten
  • In reactie op: polymeren #1571
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Hallo Hugo, kleine update: de nieuwe naamgevingsregels maken dat alleen ethaan-1,2-diamine nog correct is (van boven genoemde namen). In het geval dat je de naamgeving nodig hebt.

    In reactie op: polymeren #1570
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Hallo Hugo, dit is een interessante vraag maar met een wat lastiger antwoord om te formuleren. Ik weet niet of het antwoord gewoon een voorbeeld van een alkaandiamine (1,2-diaminoethaan of ethaan-1,2-diamine) is omdat de vraag suggereert dat je een (willekeurige?) alkaandiamine moet maken. Of dat er heel specifiek naar de kleinst mogelijke alkaandiamine wordt gevraagd.
    Er bestaat wel een vorm van een diamine, waarbij beide amino groepen gebonden zijn aan het centrale C-atoom: naam: methaandiamine:
    https://pubchem.ncbi.nlm.nih.gov/compound/Methanediamine.
    Je hebt dus gelijk dat de molecuulstructuur H2N-CH2-NH2 bestaat.

    Als je verder nog vragen hebt, dan stuur je maar een reactie.

    In reactie op: mol en moleculen #1555
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Hoi Eline, laat ik proberen dit opnieuw te verduidelijken voor je.
    Wat je in eerste instantie hebt uitgerekend is de hoeveelheid mol water dat is gebonden aan een bepaalde hoeveelheid mol maltodextrine.
    In feite heb je dus een verhouding van beide stoffen bepaald => mol water/mol maltodextrine.
    Als je bij een breuk/verhouding, de teller en de noemer door hetzelfde getal deelt of vermenigvuldigd, houd je dezelfde waarde van de breuk.
    Omdat 1 mol water evenveel deeltjes bevat als 1 mol maltodextrine is de mol-verhouding water-maltodextrine hetzelfde als de molecuul-verhouding water-maltodextrine..

    Hopelijk is nu duidelijk.

    In reactie op: mol en moleculen #1551
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Beste Eline, uiteraard zijn mol en moleculen niet gelijk aan elkaar. Echter, je hebt bij deze opgave NAv niet nodig.
    Immers als 1 mol maltodextrin x mol water kan binden, zal 1 molecuul maltodextrin ook x moleculen water binden.

    Ik zie dat je nu gelijk naar het antwoordmodel verwijst:
    -heb je ook 1,4x10e2 mol water gevonden als antwoord? Dan denk ik dat je er bijna bent.
    Laat maar weten!

    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Hallo Gianni,
    Ik wil je graag helpen met je vraag. Maar ik heb het boek Chemie niet. Ik heb wel de methode NOVA, maar daar heb jij niets aan ;). Als je de vraag even beschrijft en jouw vraag meer specifiek stelt, kan ik je beter antwoord geven.

    In reactie op: Redoxreactie ladingen #1546
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Hoi Anouk,

    Dat ligt eraan met welke beginstof je te maken hebt. Als je een reactie uitvoert met (vast) kalium, dan gebruik je K. Worden kaliumionen gebruikt, dan gebruik je K+. Ben je met dit antwoord geholpen?

    -Loes

    In reactie op: Redox batterij #1482
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Hoi Eline,
    Ik denk dat het misverstand hier een beetje zit in de gebruikte terminologie. Zoals Siebe correct zegt, worden er elektronen ontrokken aan de koolstofstaaf, vanwege de halfreactie van de oxidator (elektronen moeten ergens vandaan komen). Echter de koolstof staaf zelf reageert niet: C(s) blijft C(s). Maar omdat de elektronen worden ontrokken van de koolstofstaaf heeft deze dus een tekort aan elektronen en wordt dus de positieve pool van de batterij. Maar waar moeten die elektronen dan uiteindelijk vandaan komen bij een batterij? Van de negatieve pool, want daar treedt de reactie op van de reductor, en komen er elektronen vrij. In dit geval is de halfreactie van de negatieve pool: Zn(s) -> Zn2+ + 2 e- .

    Hopelijk is het nu wel duidelijk geworden.

    In reactie op: materieaspecten van de chemische reactie #1468
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Timmy,

    daar kan ik niet tegenin: je hebt je vragen naar vermogen beantwoord!

    misschien kan je je eigen docent vragen of je normomstandigheden moet kennen als begrip.
    Ik denk wel dat het boek norm/standaardomstandigehden door elkaar heeft gehaald.
    In mijn optiek: NormomstandighedenL wat betreft gassen en molair volume is bij 293K en dus 24.5 L
    en standaardomstandigheden bij 273K en dus 22.4 L.

    In reactie op: materieaspecten van de chemische reactie #1464
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Hallo Timmy, lekker bezig!

    -normomstandigheden is bij mijn weten niet een standaard begrip in het Nederlandse examen, maar misschien maak je gebruik van een oud opgavenboek . Helaas heb je de T voor de standaardomsandigheden gebruikt (273K, Vm=22.4 L) maar bij normomstandigheid geldt T=298 K en V=24.5L
    -formule n is verder correct
    -algemene gaswet ook weer. die snap je. en dus het antwoord kan je zo opnieuw uitrekenen!
    Hope this helps.

    In reactie op: materieaspecten van de chemische reactie #1462
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Beste Timmy,

    Het klopt!
    -Het is een rechttoerechtaanopgave, en hPa iheb je goed omgerekend
    =De molaire massa zou ik altijd zo exact mogelijk weergeven (de significantieregel pas je pas op het laatst toe; maar het feit dat je nu al 3 significante cijfers gebruikt ben je je bewust van de significantie van het eindantwoord)
    -je snapt de formule van de algemene gaswet, (waar T in de noemer staat, bedoel je n) en je moet altijd bedenken dat dit voor ideale gassen geldt.

    In reactie op: Witter verf #1459
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Beste Rick,

    Verf is een fascinerend product. Door een uitgelezen combinatie van stoffen kan je verf in bijna alle kleuren krijgen. Over het concept kleur in relatie tot deeltjesniveau is al e.e.a. uitgelegd hierboven. Jij hebt een vraag over wit, en titaan(IV) dioxide is een bekende witte kleurstof (jaja wit is geen kleur zeggen sommigen!) die veel in verf gebruikt wordt.
    Calciumcarbonaat is een ander voorbeeld van een witte stof. “zuiver wit” is een reclamekreet. BIj een verfwinkel heb je vaak kleurenwaaiers. Bij wit vind je dan natuurwit, gebroken wit, etc.
    Bedenk overigens dat calciumcarbonaat verschillende verschijningsvormen heeft (kijk maar eens op wikipedia). Calciumcarbonaat is wit. Als er grijstinten in zitten kan het zijn dat het poeder niet 100% uit CaCO3 bestaat. Kleine vervuilingen/verstoren kunnen wijzigingen in de kleur geven.

    In reactie op: Witter verf #1450
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    In witte verf zit meestal titaandioxide. Hier is de wiki pagina: https://en.wikipedia.org/wiki/Titanium_dioxide
    Het komt dus als mineraal voor in de natuur maar wordt ook vaak synthetisch gemaakt.
    De essentie is dat de kleur-deeltjes heel erg klein zijn Daardoor hebben ze een groot oppervlak en hebben ze veel ‘wit-kracht’.
    Is hiermee je vraag voldoende beantwoord?

    In reactie op: Welk molecuul kan dit zijn #1438
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    ik denk dat ze een carbonaat zout bedoelen. meest logisch is natriumcarbonaat, oftewel soda.

    In reactie op: Welk molecuul kan dit zijn #1430
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Hoi Erik Jan,
    allereerst ben ik ben wel geïnteresseerd in de puzzelsite om zelf eens te puzzelen.
    ik (en andere experts die de vraagbaak bemannen) kwamen tot dezelfde conclusie dat het centrale deel het meest lijkt op (CO3)2-.
    Daarna hadden we nog wat ideeën wat de betekenis kan zijn van de buitenste twee bollen. Deze zijn aanzienlijk groter dan de overige 4 en we wisten niet of dit een extra aanwijzing zou kunnen zijn.
    Ikzelf zat ook op H2CO3 in eerste instantie, maar dan zouden de buitenste bollen veel kleiner moeten zijn dan de binnenste 4.
    Michael reageerde juist door te stellen dat deze 2 bollen niet verbonden zijn aan het centrale deel met bindingsstreepjes (atoombindingen). Dan zouden dit weleens geen atoombindingen kunnen zijn. Andere bindingen die we kennen in de scheikunde zijn ionbindingen. Dat zou betekenen dat het ook een weergave van een zout kan zijn. De grootte van de twee buitenste bollen zouden grotere atomen kunnen vertegenwoordigen. Een andere collega van de vraagbaak kwam tot een conclusie dat het het zout kaliumcarbonaat zou kunnen voorstellen.
    Hopelijk heb je hier wat aan.

    In reactie op: Welk molecuul kan dit zijn #1416
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Misschien alvast een hint:
    Het zal best een scheikundige verbinding zijn maar geen molecuul. Dan is misschien ook beter te snappen waarom er in deze artistieke weergave geen koppeling (“atoombinding”) is tussen het middengedeelte en die 2 bollen maar een ander soort koppeling. Succes!

15 berichten aan het bekijken - 76 tot 90 (van in totaal 111)

Inloggen voor experts