Jan-Hein
Aangemaakte reacties
-
AuteurBerichten
-
Jan-HeinExpert
Beste Rihaam,
het is al goed dat je ziet dat er een verschil is. In deze zuur-basereactie wordt er ook een neerslag gevormd van BaSO4 omdat dit niet oplosbaar is in water. Daarom worden de twee ionen weergegeven. BaSO4 slaat neer als een vaste stof.
Bij bijvoorbeeld een reactie tussen een HCl-oplossing en een NaOH-oplossing zijn Na+ en Cl– niet interessant omdat deze na de zuur-basereactie in oplossing blijven.
lukt het wel met deze uitleg?
Groet,
Jan-Hein
Jan-HeinExpertBeste Rihaam,
Met weergeven bedoel ik dat er een goede reden is dat het Ba2+ en het SO42- in de vergelijking staan. Kijk eens naar het oplosbaarheidsproduct van die twee ionen.
succes,
Jan-Hein
Jan-HeinExpertBeste Rihaam,
leuke vraag en je hebt voor een deel gelijk. Er vindt een zuur-basereactie plaats. Maar omdat ze de Ba2+ van het barietwater en de SO42- van het verdunde zwavelzuur ook weergeven zal er nog wat anders aan de hand kunnen zijn. Kijk even naar het oplosbaarheidsproduct van de stof die naast H2O (van de H3O+ en de OH–) gevormd wordt. Dan kan je zien of er tussen die twee deeltjes ook nog wat gebeurd.
met vriendelijke groet,
Jan-Hein
Jan-HeinExpertBeste Lotta,
Je hebt het over een zwak zuur in water. Dus voor de pijl moeten het zwakke zuur met (aq) staan. EN een deel van het water zal worden omgezet in H3O+(aq) DUS zal water ook voor de pijl staan.
met vriendelijke groet,
Jan-Hein
Jan-HeinExpertBeste Mona,
Ik neem het even over van Kees. Je hebt keurig berekent hoeveel mol Fe je hebt en hoeveel mol Fe2O3 je nodig hebt. In je laatste berekening van het aantal tabletten ben je uitgegaan van een molverhouding 1:1 (Fe: Fe2O3). Dit is niet correct. Kijk nog even goed naar de molverhoudingen en neem die mee in je berekening van hoeveel tabletten je nodig hebt.
Kom je hier iets verder mee?
Met vriendelijke groet,
Jan-Hein
Jan-HeinExpertBeste Luc,
Dat is een leuke vraag! Je kan kijken naar bestaande kleurreacties (Google Spot test, presumptive test of color test en drugs). Deze testen reageren met specifieke functionele groepen van de verschillende drugs.
Helpt dit je een beetje op weg?
Met vriendelijke groet, Jan-Hein (docent forensische chemie)
1 september 2023 om 10:02 In reactie op: ik vind de vraagstelling onduidelijk en weet niet waar ik moet beginnen. #161461Jan-HeinExpertBeste Bram,
Dat is een leuke vraag. De stappen die je moet nemen om dit uit te rekenen zijn:
– Hoe ziet de reactie van de volledige verbranding van propaan eruit? → dan weet je hoeveel moleculen propaan er met hoeveel moleculen zuurstof moet reageren.
– Daarna bereken je hoeveel moleculen 2,3 gram propaan is. → dan kan je ook berekenen hoeveel moleculen zuurstof je nodig hebt.
– Met de gegevens die je in de vraagstelling ziek kan je dan ook de hoeveelheid lucht (in liters) berekenen.
Succes en laat maar weten als je nog een aanwijzing nodig hebt.
Groet, Jan-Hein
Jan-HeinExpertBeste Kaoutar,
Keurig opgelost!
Met vriendelijke groet,
Jan-Hein
Jan-HeinExpertBeste Kaoutar,
Dit ziet er goed uit!
Met vriendelijke groet,
Jan-Hein
Jan-HeinExpertBeste Kaoutar,
Kijk nog even goed naar je reductor (links van de pijl)
En kijk ook nog even naar de totaalreactie (rechts van de pijl)
Met vriendelijke groet,
Jan-Hein
Jan-HeinExpertBeste Kaoutar,
Je halfreacties kloppen maar bij je totaal missen er 2 zuurstofatomen aan de rechterkant van de pijl.
Als je een paar tussenstappen neemt moet het werl goedkomen:
– Schrijf eerst de totaalreactie helemaal op (dus met OH– en H+ aan de rechterkant)
– Laat de OH– en H+ reageren tot water
– streep dan je water links en rechts van de pijl net zolang weg tot er geen water meer is (aan de linker of rechter kant).
Laat even weten of het gelukt is
Succes en een vriendelijke groet,
Jan-Hein
Jan-HeinExpertBeste Koen,
Je bent goed op weg. Je reactievergelijking klopt → je weet dus de molverhoudingen van de reactie.
En je weet de ingaande stromen → hieruit kan je bepalen wat het limiterende reagens is. → hieruit kan je (samen met de reactievergelijking) berekenen hoeveel mol HNO3 er wordt gevormd.
De HNO3 oplossing is 7% → dan weet je hoeveel water er die stroom ingaat
De rest van het water gaat de andere stroom in.
Met het bovenstaande kan je de massabalans van de reactie opmaken.
Laat even weten of dit je geholpen heeft.
Met vriendelijke groet,
Jan-Hein
Jan-HeinExpertBeste Marjolein,
Volgens mij heb je het helemaal goed! voor de duidelijkheid. Bij oplossing B bedoel je calciumnitraat (in plaats van kaliumnitraat). Dan zal de calcium uit oplossing B neerslaan met de fosfaat uit oplossing A.
Succes met het uitvoeren van het practicum!
Jan-Hein
Jan-HeinExpertBeste Marjolein,
Wat jij stelt is correct, het fosfaat is goed oplosbaar in combinatie met Na+ en K+. Bij een neerslagreactie (gravimetrie) heb je een monster waarin de ionen zijn opgelost (oplossing A) en een tweede oplossing met een goed oplosbaar zout, meestal een nitraat (NO3–) met een kation (een positief geladen ion) (oplossing B). In de tabel van de oplosbaarheid staan ook positieve ionen die slecht oplossen met fosfaat. Kies 1 van die ionen uit voor je oplossing B. En als je de twee oplossingen bij elkaar doet, dan zal de fosfaat neerslaan (de heldere oplossing wordt troebel).
Met vriendelijke groet,
Jan-Hein
Jan-HeinExpertBeste Isa,
Wat een leuke opdracht maar wel erg afgekaderd als je geen colormetrische en titratie-technieken mag gebruiken. Ik ben niet bekent met het VWO-programma van scheikunde maar wellicht heb je al iets met oplosbaarheid gehad. Met name oplosbaarheid van verschillende zouten. Kijk even of je hiermee verder komt.
Met vriendelijke groet,
Jan-Hein
-
AuteurBerichten