Jan-Hein

Jan-Hein

Aangemaakte reacties

15 berichten aan het bekijken - 1 tot 15 (van in totaal 19)
  • Auteur
    Berichten
  • Jan-Hein
    Expert

    Beste Lotta,

    Je hebt het over een zwak zuur in water. Dus voor de pijl moeten het zwakke zuur met (aq) staan. EN een deel van het water zal worden omgezet in H3O+(aq) DUS zal water ook voor de pijl staan.

    met vriendelijke groet,

    Jan-Hein

    In reactie op: Analyse #169124
    Jan-Hein
    Expert

    Beste Mona,

    Ik neem het even over van Kees. Je hebt keurig berekent hoeveel mol Fe je hebt en hoeveel mol Fe2O3 je nodig hebt. In je laatste berekening van het aantal tabletten ben je uitgegaan van een molverhouding 1:1 (Fe: Fe2O3). Dit is niet correct. Kijk nog even goed naar de molverhoudingen en neem die mee in je berekening van hoeveel tabletten je nodig hebt.

    Kom je hier iets verder mee?

    Met vriendelijke groet,

    Jan-Hein

    In reactie op: GHB, Ketamine, Reactie, Kleurverandering #162494
    Jan-Hein
    Expert

    Beste Luc,

    Dat is een leuke vraag! Je kan kijken naar bestaande kleurreacties (Google Spot test, presumptive test of color test en drugs). Deze testen reageren met specifieke functionele groepen van de verschillende drugs.

    Helpt dit je een beetje op weg?

    Met vriendelijke groet, Jan-Hein (docent forensische chemie)

    Jan-Hein
    Expert

    Beste Bram,

    Dat is een leuke vraag. De stappen die je moet nemen om dit uit te rekenen zijn:

    – Hoe ziet de reactie van de volledige verbranding van propaan eruit? → dan weet je hoeveel moleculen propaan er met hoeveel moleculen zuurstof moet reageren.

    – Daarna bereken je hoeveel moleculen 2,3 gram propaan is. → dan kan je ook berekenen hoeveel moleculen zuurstof je nodig hebt.

    – Met de gegevens die je in de vraagstelling ziek kan je dan ook de hoeveelheid lucht (in liters) berekenen.

    Succes en laat maar weten als je nog een aanwijzing nodig hebt.

    Groet, Jan-Hein

    In reactie op: Redox #157755
    Jan-Hein
    Expert

    Beste Kaoutar,

    Keurig opgelost!

    Met vriendelijke groet,

    Jan-Hein

    In reactie op: Redox #157745
    Jan-Hein
    Expert

    Beste Kaoutar,

    Dit ziet er goed uit!

    Met vriendelijke groet,

    Jan-Hein

    In reactie op: Redox #157744
    Jan-Hein
    Expert

    Beste Kaoutar,

    Kijk nog even goed naar je reductor (links van de pijl)

    En kijk ook nog even naar de totaalreactie (rechts van de pijl)

    Met vriendelijke groet,

    Jan-Hein

    In reactie op: Redox #157743
    Jan-Hein
    Expert

    Beste Kaoutar,

    Je halfreacties kloppen maar bij je totaal missen er 2 zuurstofatomen aan de rechterkant van de pijl.

    Als je een paar tussenstappen neemt moet het werl goedkomen:

    – Schrijf eerst de totaalreactie helemaal op (dus met OH en H+ aan de rechterkant)

    – Laat de OH en H+ reageren tot water

    – streep dan je water links en rechts van de pijl net zolang weg tot er geen water meer is (aan de linker of rechter kant).

    Laat even weten of het gelukt is

    Succes en een vriendelijke groet,

    Jan-Hein

    In reactie op: Massabalans met concentratie HNO3 #156463
    Jan-Hein
    Expert

    Beste Koen,

    Je bent goed op weg. Je reactievergelijking klopt → je weet dus de molverhoudingen van de reactie.

    En je weet de ingaande stromen → hieruit kan je bepalen wat het limiterende reagens is. → hieruit kan je (samen met de reactievergelijking) berekenen hoeveel mol HNO3 er wordt gevormd.

    De HNO3 oplossing is 7% → dan weet je hoeveel water er die stroom ingaat

    De rest van het water gaat de andere stroom in.

    Met het bovenstaande kan je de massabalans van de reactie opmaken.

    Laat even weten of dit je geholpen heeft.

    Met vriendelijke groet,

    Jan-Hein

    In reactie op: Een zuur-base reactie #154744
    Jan-Hein
    Expert

    Beste Marjolein,

    Volgens mij heb je het helemaal goed! voor de duidelijkheid. Bij oplossing B bedoel je calciumnitraat (in plaats van kaliumnitraat). Dan zal de calcium uit oplossing B neerslaan met de fosfaat uit oplossing A.

    Succes met het uitvoeren van het practicum!

    Jan-Hein

    In reactie op: Een zuur-base reactie #154742
    Jan-Hein
    Expert

    Beste Marjolein,

    Wat jij stelt is correct, het fosfaat is goed oplosbaar in combinatie met Na+ en K+. Bij een neerslagreactie (gravimetrie) heb je een monster waarin de ionen zijn opgelost (oplossing A) en een tweede oplossing met een goed oplosbaar zout, meestal een nitraat (NO3) met een kation (een positief geladen ion) (oplossing B). In de tabel van de oplosbaarheid staan ook positieve ionen die slecht oplossen met fosfaat. Kies 1 van die ionen uit voor je oplossing B. En als je de twee oplossingen bij elkaar doet, dan zal de fosfaat neerslaan (de heldere oplossing wordt troebel).

    Met vriendelijke groet,

    Jan-Hein

    In reactie op: fosfaat concentratie, practicum #154740
    Jan-Hein
    Expert

    Beste Isa,

    Wat een leuke opdracht maar wel erg afgekaderd als je geen colormetrische en titratie-technieken mag gebruiken. Ik ben niet bekent met het VWO-programma van scheikunde maar wellicht heb je al iets met oplosbaarheid gehad. Met name oplosbaarheid van verschillende zouten. Kijk even of je hiermee verder komt.

    Met vriendelijke groet,

    Jan-Hein

    Jan-Hein
    Expert

    Beste Bob,

    Je zit aardig in de richting, de eerste stap wordt overgeslagen.

    Magnesiumoxide reageert direct met de zoutzuuroplossing tot magnesiumchloride en water.

    Kijk zelf even of de magnesiumchloride oplosbaar is in water. Dan kun je de theorie koppelen aan je observatie van de eindtoestand.

    Met vriendelijke groet,

    Jan-Hein

    Jan-Hein
    Expert

    Beste Bob,

    Welke reactievergelijking zou hierbij kunnen horen?

    Je hebt alleen een observatie van de begintoestand en de eindtoestand gegeven. Zijn er voor de rest geen bijzonderheden te melden?

    met vriendelijke groet,

    Jan-Hein

    In reactie op: stikstof #3481
    Jan-Hein
    Expert

    Beste Jayten,

    A: zet de onafhankelijke variabele op de x-as (temperatuur in graden Celsius) en de afhankelijke variabele op de y-as (koolstofdioxide in gram per liter).
    B: bedenk nu waarom koolstofdioxide bij een (hele) lage temperatuur wordt toegevoegd.
    C: lees in de grafiek af bij welke temperatuur de cola verzadigd is als er 2,4 gram per liter koolstofdioxide zit opgelost.

    Laat even weten hoe het nu gaat.

    Met vriendelijke groet,
    Jan-Hein

15 berichten aan het bekijken - 1 tot 15 (van in totaal 19)

Inloggen voor experts