Jan Wim Peters
Aangemaakte reacties
-
AuteurBerichten
-
Jan Wim PetersExpert
Hallo Sam,
Dat komt, denk ik, omdat je vergeet dat 16 H3O+ betekent (16 H+ + 16 H2O) en die 16 H2O tel je niet rechts mee.
Geef even aan of je dit begrijpt.
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Sam,
Het helpt al als je H+ schrijft i.p.v. H3O+. Daar wordt het wat overzichtelijker van. Verder kun je gebruik maken van BINAS 48; daar staat 1 van de halfreacties die je nodig hebt. Om de halfreactie van CrO42- te vinden, kun je de volgende methode toepassen: je zet links en rechts van de pijl de deeltjes die iets met Cr te maken hebben. Dan gebruik H2O om O kloppend te maken. Vervolgens gebruik je H+ om H kloppend te maken. De lading maak je kloppend door links of rechts een aantal elektronen bij te plaatsen. De beide halfreacties tel je dan, volgens de afspraken, bij elkaar op.
Lukt het om de halfreactie van CrO42- te krijgen?
Succes en groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Erin,
Je hebt 2 reacties gegeven voor het maken van fenol. Als je voor proces 1 iets wil zeggen over de Q-factor, moet je bedenken dat je beide stoffen, fenol en natriumsulfiet, als product hebt. De enige “vervuiling” is dan water met Q-factor 0. (ik heb hierbij gebruik gemaakt van BINAS 97A 7de editie) Bij proces 2 is dat niet te zeggen, want niet bekend is welk soort “vervuiling” hierbij ontstaat.
Hopelijk heb je hieraan voldoende,
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Ivana,
Vreemd genoeg zijn de coëfficiënten goed. Maar je telt links 17, omdat je niet gezien hebt dat CH3OH 4 H atomen heeft.
Jan Wim PetersExpertHallo Ivana,
Ik zie dat je H2 hebt vervangen door H2O. Dat is juist volgens de tekst. Alleen ben je de lading vergeten bij NO3 en HCO3. En ik zie dat je iets probeert met H-? Maar hoe je aan deze coëfficiënten komt? Begin eerst met de goede formules zonder coëfficiënten en laat die H(-?) maar even weg. Daar ga je er eens goed naar kijken om het kloppend te maken. Je komt er dan vanzelf achter waar H+ moet komen.
Succes en tot zo,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Ivana,
In deze examenvraag is het extra moeilijk gemaakt door een artikel te gebruiken waarin fouten staan. De eerste vergelijking(SHARON) is in de inleiding van de vraag verbeterd en nu moet jij de tweede vergelijking( de klassieke) ook verbeteren. Je moet gebruik maken van de gegeven deeltjes voor en na de reactie; waarbij gegeven is dat ook H+ voorkomt. ( de door jouw gegeven vergelijking moet je niet meer gebruiken) Probeer het maar en als het niet lukt, stel je een volgende vraag.
Succes en groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertDag Marjolein,
Een lastige vraag om zo antwoord op te geven. Het werk en de verantwoordelijkheid van een laboratoriummedewerker hangt natuurlijk sterk af van het bedrijf en de taken die daar uitgevoerd worden. ik zou kijken bij Middelbaar en Hoger Laboratoriumonderwijs en vanzelfsprekend bij TOA opleidingen.
Succes met zoeken en stel gerust nog een vraag,
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Sarah,
In een evenwicht, dynamisch, chemisch, zijn de reactiesnelheden nooit nul. Anders is het niet dynamisch meer. De snelheden zijn aan elkaar gelijk, maar tegengesteld, zodat er ogenschijnlijk niets gebeurt. De concentraties zijn daardoor dus constant. Hopelijk kom je hier mee verder.
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Anna,
De term disproportioneringsreactie hoort niet(meer) bij de examenstof op VWO. Helpt het als ik dat auto-redox-reactie noem?
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Sam,
Excuses voor de late reactie.
Sap bestaat inderdaad voornamelijk uit….water. De dichtheid ervan ligt dus vlak bij die van water. Maar als je het precies wilt weten, weeg je de maatkolf met inhoud toch gewoon. Wel eerst de maatkolf leeg wegen, hè.
Groet,
Jan Wim
Jan Wim PetersExpertNog even over de laatste vraag: het membraan mag inderdaad alleen ionen doorlaten die niet bij de reacties betrokken zijn. Dat had je dus helemaal bij het juiste eind.
gr. Jan Wim
Jan Wim PetersExpertHallo Tim,
Wat een hoop tekst. Kon dat niet anders?
Even wat opmerkingen over de opgave.
Volgens het eerste schema wordt er stroom geleverd. Dan moet er geen Voltmeter worden geschakeld(laat geen stroom door), maar een Ampèremeter. En er is geen Cl- getekend in cel A. Verwarrend want daarom denk je dat Cl– alleen in cel B zit.
Je hebt de molariteiten van de reagerende deeltjes nodig om de bronspanning te berekenen. In cel B zit zelfs geen Fe2+ ( niet genoemd in ieder geval) dus niet te berekenen. Of zijn ze allemaal 1 Molair?
Membraan. De Cl– ionen gaan bij stroomlevering van A naar B door het membraan.Kun je hier verder mee?
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Sam,
De molaire massa van sinasappelsap bestaat natuurlijk niet; het is een mengsel. Wat zal de meest voorkomende stof zijn in dat sap? Ik neem aan dat je maatkolven gebruikt bij het afpassen van en verdunnen van sap. Hoe zou je de massa kunnen bepalen van het sap in de maatkolf?….. Ik wacht je bericht af.
Succes en groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Sam,
De term: “de neutralisatie van de derde zuurfunctie”, hoor ik ook voor het eerst. Citroenzuur is een driewaardig zuur, dus ze bedoelen dat het volledig reageert in 3 stappen. Ik zag een klein rekenfoutje. Verder was de berekening tot hier goed.
Begrijp ik dat je het massapercentage moet berekenen of het aantal mg citroenzuur per 100 mL sap? Als het gaat om het eerste, de massa van het sap kun je toch wel bepalen?….
Succes en groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim PetersExpertHallo Geert,
De laatste vraag is al beantwoord door Kees. Kijk even terug.
Groet,
Jan Wim Peters
-
AuteurBerichten