Jan Wim Peters

Hallo Carmen,

Je hebt voor zwavelzuur de formule gebruikt van zwaveligzuur; een zwakzuur. Omdat zwavelzuur een sterk zuur is , zal de vergelijking eenvoudiger zijn. Er gebeurt in jouw vergelijking helemaal niets met NH₄⁺ ?

Bedenk met deze informatie nog eens een reactie.

Succes en groet,

Jan Wim Peters

Hallo Rachelle,

Ja, je bent aardig op weg, maar het is niet helemaal goed. Vul maar eens 2 in voor n. Dan zie je direct wat je moet veranderen. n = 0 kan natuurlijk niet, zie je dat?( en n=1 kan ook niet) De tweede vraag, hoe je de formule kunt bepalen: om de STRUCTUURformule te bepalen heb je veel ingewikkelder methodes nodig. Maar je kunt wel de molmassa bepalen via een titratie. Laat maar weten hoe je dat gaat doen.

Succes en groet,

Jan Wim Peters

Hallo Sophie,

Hoewel je het niet vermeld hebt, neem ik aan dat je de oxaalzuuroplossing hebt aangezuurd. Dat is gebruikelijk omdat daardoor permanganaat de sterkst mogelijke oxidator is. Kijk in BINAS 48(heb je die nog?) Indien te snel wordt toegevoegd, zullen de permanganaat-ionen niet volledig door reageren tot Mn²⁺ – ionen. Er ontstaat dan – tijdelijk- een vast tussenproduct. Kun je in BINAS 48 uitzoeken welke stof dit is? Laat het me weten.

Succes en groet,

Jan Wim Peters

• Deze reactie is gewijzigd 1 jaar, 9 maanden geleden door Jan Wim Peters.

Hallo Nadia,

Het begrip systeem en entiteit zegt mij ook niet zoveel. Ik gaf scheikunde in het Nederlandse onderwijs. Krijg jij toevallig les in Vlaanderen? Ik denk dat je iets moet zeggen over de soort reactie bij de titratie en je moet natuurlijk de hoeveelheid benodigd NaOH-oplossing berekenen. Tenminste, dat lijkt mij. Kun je hiermee verder? Anders stuur je maar een aanvullende vraag.

Succes en groet,

Jan Wim Peters

H₂PO₄^– + OH^– –> HPO₄^2- + H₂O

HPO₄^2- + H₂O ⇄ H₂PO₄^– + OH^–

• Deze reactie is gewijzigd 1 jaar, 10 maanden geleden door Jan Wim Peters.
• Deze reactie is gewijzigd 1 jaar, 10 maanden geleden door Jan Wim Peters. Reden: superschrift verbeterd
• Deze reactie is gewijzigd 1 jaar, 10 maanden geleden door Jan Wim Peters.
• Deze reactie is gewijzigd 1 jaar, 10 maanden geleden door Jan Wim Peters.

Hallo Arthur,

Je bent niet de oorspronkelijke vragensteller, neem ik aan. Je probeert een antwoord te geven. Dit is helaas lastig te lezen zo. Ik denk dat je dit bedoelt:

4 Al(s) + 3 Br₂(l) –> 2 Al₂Br₃

Maar dit is niet kloppend met de ladingen van de aluminium- en bromide-ionen. Doe nog eens een poging met dit in je achterhoofd en vergeet sub- en superschrift, want dat heeft nog nooit gekund in de vraagbaak. Nu wel trouwens!

Succes en groet,

Jan Wim Peters

Hallo Yuna,

Nogmaals. Ik zie dat je in 3 VWO zit; je hebt waarschijnlijk nooit gehoord van het begrip mol. Maar als je de molecuulmassa moet berekenen uitgaande van atoommassa’s is de eenheid inderdaad “u”. Kleine letter.

Groet,

Jan Wim Peters

Hallo Sven,

Bedankt voor je duidelijke vraagstelling. Ik begrijp precies waar jouw probleem zit( denk ik).

– Bij deze vraag moet je eerst door hebben hoeveel carbonaat(zwakke base) aanwezig is( uitwerking van de evenwichtsvoorwaarde EV).
– Vervolgens bereken je hoeveel (sterk) zuur aanwezig is( H3O +).
– Als dan de base in overmaat is( zoals hier), krijg je een aflopende reactie tot het sterke zuur op is
– Daarna stelt het evenwicht zich opnieuw in. (Meestal mag je de verandering van de beginmolariteit van het zwakke zuur en de zwakke base verwaarlozen, Wel even controleren)
– Aan de hand van de nieuwe molariteiten( ingevuld in de EV) bereken je de nieuwe pH.

Samengevat: je moet eerst de hoeveelheden base en zuur weten om te kunnen beslissen welke reactie(s) gaan plaatsvinden.
Ik denk dat je zo’n vraag mag verwachten; het zijn bekende principes die je aangeleerd hebt. Het is wel een lastige opdracht, omdat je zelf je stappen moet bedenken. Overigens, komt deze vraag uit je leerboek of uit een andere bron?

Hopelijk kun je hiermee verder.

Succes en groet,

Jan Wim Peters