Vraagbaak scheikunde
azijnzuur en zuur-base
Vak
Scheikunde
Niveau
Vwo
Onderwerp
Stoffen & deeltjes
Leerjaar
4
- Dit onderwerp bevat 1 reactie, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 5 maanden, 1 week geleden door akyvanderbeek.
-
AuteurBerichten
-
LouiseGast
Hallo,
Bij een reactievergelijking van een zuur-base reactie moet ik de scheikundige naam weten van azijnzuur. Volgens Binas is dit ethaanzuur. Ethaan is C2H6 en zuur is H3O+, maar het antwoordenboekje geeft CH3COOH aan. Is dit een zuur waarvan je de naam gewoon uit je hoofd moet leren? Want ik snap de naamgeving niet helemaal.
Ook snap ik de zouten niet helemaal in een zuur-base reactie. Want soms wordt er voor de pijl de losse ionen geschreven en soms het volledige zout. Maar hoe kan je weten welke je moet gebruiken en ook welke dan het sterkte zuur/sterkste base is? Soms kijken ze namelijk voor het sterkste zuur alleen naar de ionen, maar schrijven ze in de reactievergelijking wel het volledige zout.
Alvast bedankt!
akyvanderbeekExpertBeste Louise,
Azijnzuur is een zg triviale naam. Zoals je al schrijft is de chemische naam ethaanzuur. Bij de naamgeving zijn een aantal regels. Als je deze volgt is uit de chemische naam de formule af te leiden. Voor de organische zuren gelden de volgende regels: Het aantal C-atomen in de langste keten wordt geteld. De C van de zuurgroep telt in de telling van het aantal C atomen mee en is het eerste C atoom (dit is van belang als er nog zijgroepen aanwezig zijn). Ethaan betekent dat er totaal 2 C atomen aanwezig zijn. De zuurgroep COOH bevat al een C atoom, dus is er nog 1 C atoom aanwezig. C heeft een covalentie van 4, dus er zijn 4 bindingen aanwezig van het C atoom naar de omringende atomen. Zo kom je op de formule voor azijnzuur op CH3COOH. De structuurformule kun je op internet vinden.
Bij het opstellen van een zuur base reactie reageert altijd het sterkst aanwezige zuur met de sterkst aanwezige base. Hierbij is het belangrijk dat je eerst de deeltjes opschrijft die aanwezig zijn (zie verderop in dit antwoord). In binas tabel 49 kun je dan vinden welk zuur het sterkste is, deze staat links bovenaan in de kolom zuur. In deze tabel vind je ook welke base het sterkste is, deze staat rechts onderaan in de kolom base.
Opschrijven in welke vorm de deeltjes aanwezig zijn:
Een sterk zuur is volledig gesplitst in ionen, dus HCl is gesplitst in H3O+ en Cl– . Dit heet zoutzuur. Sterke zuren zijn de zuren die in tabel 49 boven H3O+ staan. Zwakke zuren zijn gedeeltelik gesplitst en daarom schrijf je deze in de reactievergelijking ongesplitst op. Azijnzuur is een zwak zuur (zie binas) en daarom schrijf je CH3COOH. Opgeloste zouten zijn gesplitst in ionen en daarom schrijf je van het zout de ionen op waaruit het zout is opgebouwd. Vaste zouten schijf je als ongesplitst op. In een reactievergelijking staan alleen de deeltjes die reageren. Daarom staat bij een reactie met zoutzuur vaak alleen de H3O+ in de reactievergelijking.
Ik hoop, dat dit antwoord duidelijk is. Je 2e vraag ga ik nu beantwoorden en dan worden bovenstaande regels verder uitgelegd.
Groeten,
Aky van der Beek
-
AuteurBerichten
Bekijk ook eens