Massabalans met concentratie HNO3
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Massabalans met concentratie HNO3

4 berichten aan het bekijken - 1 tot 4 (van in totaal 4)
  • Auteur
    Berichten
  • #156462 Reageer
    Koen
    Gast

    Hoi allemaal!

    Ik ben bezig met een massabalans opstellen, maar weet niet zo goed hoe ik het moet aanpakken.
    Ik heb een reactie van NO2 en H2O tot HNO3: 3 NO2 + 1 H2O –> 2 HNO3 + 1 NO.
    De ingaande stromen zijn 1600 mol H2O en 160 mol NO2.
    De uitgaande stroom is een HNO3 oplossing van 7%, de rest is H2O.
    Hoe kan ik dit het beste aanpakken?
    Hopelijk kan een van jullie mij helpen!

    Groetjes,

    Koen

    #156463 Reageer
    Jan-Hein
    Expert

    Beste Koen,

    Je bent goed op weg. Je reactievergelijking klopt → je weet dus de molverhoudingen van de reactie.

    En je weet de ingaande stromen → hieruit kan je bepalen wat het limiterende reagens is. → hieruit kan je (samen met de reactievergelijking) berekenen hoeveel mol HNO3 er wordt gevormd.

    De HNO3 oplossing is 7% → dan weet je hoeveel water er die stroom ingaat

    De rest van het water gaat de andere stroom in.

    Met het bovenstaande kan je de massabalans van de reactie opmaken.

    Laat even weten of dit je geholpen heeft.

    Met vriendelijke groet,

    Jan-Hein

    #156464 Reageer

    Hallo Koen,

    Het is zoals je zelf al zei: de uitgaande stroom is een HNO3 oplossing van 7%, de rest is water. Dus 93% van de oplossing. Er is natuurlijk nog een andere stroom, waarin i.i.g., NO voorkomt. Welke stof zal volledig reageren? Niet NO2, want dan zou veel meer HNO3 worden gevormd en wordt het percentage veel meer dan 7%. En ook niet H2O want dat zit voor 93% een de HNO3 oplossing. Je moet gebruik maken van het gegeven 7%, dat zal massa% zijn. Nu kun je twee dingen doen:

    1. Je bekijkt de molverhouding HNO3 : H2O in de HNO3 oplossing en je gebruikt die in de reactievergelijking; er staat dan aan beide kanten van de pijl (veel) H2O.

    2. Je stelt het  aantal mol HNO3 op x mol en rekent voor alle andere stoffen het aantal mol in de stroom uit. Omdat je weet dat het massa% 7% is, kun je x uitrekenen.

    Hopelijk kom je zo verder. Laat maar weten.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    #156465 Reageer
    Koen
    Gast

    Goedemorgen Jan-Hein en Jan Wim,

    Ten eerste: Excuses voor mijn late reactie
    Het is me gelukt om de massabalans uit te werken, bedankt voor jullie tijd en uitleg!

     

    Groetjes,

     

    Koen

4 berichten aan het bekijken - 1 tot 4 (van in totaal 4)
Reageer op: Massabalans met concentratie HNO3
Je informatie:



vraagbaak icoon Zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-basereacties
Beste, In een opdracht van een van jullie oefentoetsen stellen ze de zuur-basereactie op van natriumsulfide en zoutzuur: S2– + 2 H3O+ ⟶ H2S + 2 H2O Ik snap niet waarom ze uit zoutzuur, HCl, opeens H3O+ maken. Waarom pakken ze het H+ deeltje in HCl als het zuur in de reactie en hoe kan het dat […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Aminozuren
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Aminozuren
Er staat een aminozuureenheid een nummer kan hebben. Waar kan ik die nummers vinden (BiNas) en wat staan die nummers ook, wat is het betekenis erachter.
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Meerwaardige zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Meerwaardige zuren en basen
Ik vind het moeilijk om een meerwaardige zuur of base te herkennen. Is er een manier om dit te kunnen herkennen?
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ en OH^-aan de linkerkant van de pijl. Ik snap niet waarom Ba2+ daar staat. Barietwater = Ba(OH)2–> Ba^2+  + 2 OH^-. Bij de meeste gevallen zoals bij natronloog gebruik je de OH^- in de zuurbase reactie en negeer […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
<span data-teams="true"><span class="ui-provider a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z ab ac ae af ag ah ai aj ak" dir="ltr">Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
redoxreactie
Hallo, ik snap bij de oefentoets deze vraag niet helemaal. Ik moet de reactie opstellen van Natriumjodide-oplossing en een aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing. Dit is het antwoord: OX: Cr2O72- + 14 H+ + 6 e– → 2 Cr3+ + 7 H2O RED: 2 I– → I2 + 2 e– TOTAAL: Cr2O72- + 14 H+ + 6 I– […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon meerwaardig zuur
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
meerwaardig zuur
zwavelzuur is een sterk zuur, en kan 2 H+ afstaan fosforzuur is een zwak zuur, en kan in principe 3 H+ afstaan, alleen het is een zwak zuur dus het kan niet alle 3 H+ afstaan toch of wel? mijn vraag is dus kan fosforzuur, ondanks dat het een zwakke zuur alle 3 H+ afstaan of maar 1?, […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon groote proteine poeder
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
groote proteine poeder
Beste scheikundige, Voor mijn profielwerkstuk ben ik bezig met het maken van eiwitpoeder uit koemelk. In mijn proces scheid ik de caseïne van de wei (whey) met behulp van microbieel stremsel. Mijn doel is om de overgebleven wei zo ver te zuiveren dat ik alleen hoogwaardige eiwitten overhoud. Het stappenplan dat ik op dit moment […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Newman projections
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
Newman projections
Hoi, Waarom is de 3e Newman projectie juist?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts