Vraagbaak scheikunde
Molariteit berekenen uit de geleidbaarheid?
Vak
Scheikunde
Niveau
Vwo
Onderwerp
Chemisch rekenen
Leerjaar
5
- Dit onderwerp bevat 27 reacties, 2 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 1 jaar, 5 maanden geleden door docent Dick.
-
AuteurBerichten
-
docent DickExpert
Beste Jaap,
Als je 25,0 ml natronloog pipetteert in een erlenmeyer en je voegt daarna nog wat water in de erlenmeyer dan verandert het aantal mmol OH– niet!!!
Groeten,
Dick
JaapGastHoe zit het dan?
JaapGastMaar de molariteit van de natronloog is toch anders, of is dat niet zo?
JaapGastOf heeft dit te maken met een verschil tussen de concentratie en molariteit van een oplossing?
Mvg, Jaap
Wim WesselExpertHallo Jaap,
Ik neem even waar voor mijn collega. Wat Dick bedoelde is dat de hoeveelheid opgeloste stof (de NaOH) niet verandert als je water toevoegt. De concentratie/ molariteit verandert wel, want door het toevoegen van het water wordt de opgeloste stof verdeeld over een groter volume: de oplossing wordt verdund. Dat is bij een titratie niet erg, want je weet dat de hoeveelheid opgeloste stof, die nu in de erlenmeyer zit, afkomstig is uit de 25,00 mL gepipetteerde oplossing. Bovendien, doordat de hoeveelheid opgeloste stof niet is veranderd, zal je dezelfde hoeveelheid titrant nodig hebben om te regeren. De uitkomst van je meting blijft dus dezelfde.
Je mag dus rustig water toevoegen. Dat is maar goed ook, want tijdens de titratie moet je af en toe de wand van de erlenmeyer afspoelen om opgespatte vloeistof terug naar de bodem te spoelen. Maar ik neem aan dat je dat weet.
Groeten,
Wim
JaapGastBeste Wim,
Klopt dit dan?
<span class=”TextRun SCXW130274361 BCX0″ lang=”NL-NL” xml:lang=”NL-NL” data-contrast=”none”><span class=”NormalTextRun SCXW130274361 BCX0″>Equivalentiepunt</span><span class=”NormalTextRun SCXW130274361 BCX0″> in</span><span class=”NormalTextRun SCXW130274361 BCX0″> grafiek 3:</span><span class=”NormalTextRun SCXW130274361 BCX0″> 18,0 </span><span class=”NormalTextRun SpellingErrorV2Themed SCXW130274361 BCX0″>mL</span><span class=”NormalTextRun SCXW130274361 BCX0″> zwavelzuur.</span></span>
<span class=”LineBreakBlob BlobObject DragDrop SCXW130274361 BCX0″><span class=”SCXW130274361 BCX0″>18,0 * 0,0497 * 2 =1,789 mmol OH–ionen.</span></span><span class=”LineBreakBlob BlobObject DragDrop SCXW130274361 BCX0″><br class=”SCXW130274361 BCX0″ /></span>
1,789 /25,0 = 0,0716 M natronloog.
Mvg, Jaap
JaapGastWeer een foutje,
19,8 * 0,0497 * 2 = 1,789 mmol OH–ionen
1,789 / 25 = 0,0716 M
klopt dit dan?
Mvg, Jaap
docent DickExpertBeste Jaap,
Helemaal goed!
Bij het opschrijven van het antwoord raad ik je aan een goede structuur aan te houden.
eerst: Hoeveelheid zuur: 19,9 * 0,0497 *2 = 1,789 mmol H3O+
de natronloog bevatte dus: 1,789 mmol OH–
etc.
Met vriendelijke groet,
Dick
JaapGastBeste Dick,
Bedankt voor de bevestiging, ik heb nog een laatste vraag. Ik moet een statistische foutendiscussie uitvoeren op de laatste proef (de natronloog-zwavelzuurproef), hier heb ik een formule voor gekregen; de standaardafwijking is de wortel van:
((a-x)^2 + (b-x)^2 + (c-x)^2 + (d-x)^2)/4. Hierin is a, b, c en d zijn de meetwaarden en x is het gemiddelde van a, b, c en d. Kunt u helpen met hoe ik dit moet uitvoeren want ik begrijp niet helemaal welke waardes ik moet begrijpen?Mvg, Jaap
JaapGastde natronloog-zwavelzuurproef heb ik namelijk 4 keer uitgevoerd, maar moet ik gewoon van een uitvoering hiervan de statische foutendiscussie doen, of alle 4 samen, of misschien wel van alle vier het equivalentiepunt. Weet u dit misschien?
docent DickExpertBeste Jaap,
Stel je vindt de volgende molariteiten:
1e proef 0,0716
2e proef 0,0720
3e proef 0,0710
4e proef 0,0725
Het gemiddelde van je 4 metingen is dan 0,0718
standaardafwijking is wortel van [ (0,0716-0,0718)2 + (0,0720-0,0718)2 + (0,0710-0,0718)2 + (0,0725-0,0718)2]/4
wortel van 3,025.10-7 = 5,5.10-4 = 0,0006
standaard afwijking is in dit geval 0,0006
Maakt dit het duidelijk?
Groeten,
Dick
JaapGastBeste Dick,
U zegt dus dat ik als ‘resultaten van de laatste proef’ de berekenende moraliteiten moet gebruiken?
docent DickExpertBeste Jaap,
Je neemt inderdaad de 4 berekende molariteit als a ,b, c en d.
x is het gemiddelde van de 4 berekende molariteiten.
Dick
-
AuteurBerichten
Bekijk ook eens