Molariteit berekenen uit de geleidbaarheid?
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Molariteit berekenen uit de geleidbaarheid?

13 berichten aan het bekijken - 16 tot 28 (van in totaal 28)
  • Auteur
    Berichten
  • #157912 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Jaap,

    Als je 25,0 ml natronloog pipetteert in een erlenmeyer en je voegt daarna nog wat water in de erlenmeyer dan verandert het aantal mmol OH niet!!!

    Groeten,

    Dick

    #157914 Reageer
    Jaap
    Gast

    Hoe zit het dan?

    #157915 Reageer
    Jaap
    Gast

    Maar de molariteit van de natronloog is toch anders, of is dat niet zo?

    #157916 Reageer
    Jaap
    Gast

    Of heeft dit te maken met een verschil tussen de concentratie en molariteit van een oplossing?

    Mvg, Jaap

    #157917 Reageer
    Wim Wessel
    Expert

    Hallo Jaap,

    Ik neem even waar voor mijn collega. Wat Dick bedoelde is dat de hoeveelheid opgeloste stof (de NaOH) niet verandert als je water toevoegt. De concentratie/ molariteit verandert wel, want door het toevoegen van het water wordt de opgeloste stof verdeeld over een groter volume: de oplossing wordt verdund. Dat is bij een titratie niet erg, want je weet dat de hoeveelheid opgeloste stof, die nu in de erlenmeyer zit, afkomstig is uit de 25,00 mL gepipetteerde oplossing. Bovendien, doordat de hoeveelheid opgeloste stof niet is veranderd, zal je dezelfde hoeveelheid titrant nodig hebben om te regeren. De uitkomst van je meting blijft dus dezelfde.

    Je mag dus rustig water toevoegen. Dat is maar goed ook, want tijdens de titratie moet je af en toe de wand van de erlenmeyer afspoelen om opgespatte vloeistof terug naar de bodem te spoelen. Maar ik neem aan dat je dat weet.

    Groeten,

    Wim

    #157922 Reageer
    Jaap
    Gast

    Beste Wim,

    Klopt dit dan?

    <span class=”TextRun SCXW130274361 BCX0″ lang=”NL-NL” xml:lang=”NL-NL” data-contrast=”none”><span class=”NormalTextRun SCXW130274361 BCX0″>Equivalentiepunt</span><span class=”NormalTextRun SCXW130274361 BCX0″> in</span><span class=”NormalTextRun SCXW130274361 BCX0″> grafiek 3:</span><span class=”NormalTextRun SCXW130274361 BCX0″> 18,0 </span><span class=”NormalTextRun SpellingErrorV2Themed SCXW130274361 BCX0″>mL</span><span class=”NormalTextRun SCXW130274361 BCX0″> zwavelzuur.</span></span>

    <span class=”LineBreakBlob BlobObject DragDrop SCXW130274361 BCX0″><span class=”SCXW130274361 BCX0″>18,0 * 0,0497 * 2 =1,789 mmol OH–ionen.</span></span><span class=”LineBreakBlob BlobObject DragDrop SCXW130274361 BCX0″><br class=”SCXW130274361 BCX0″ /></span>

    1,789 /25,0 = 0,0716 M natronloog.

    Mvg, Jaap

    #157923 Reageer
    Jaap
    Gast

    Weer een foutje,

    19,8 * 0,0497 * 2 = 1,789 mmol OH–ionen

    1,789 / 25 = 0,0716 M

    klopt dit dan?

    Mvg, Jaap

    #157928 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Jaap,

     

    Helemaal goed!

    Bij het opschrijven van het antwoord raad ik je aan een goede structuur aan te houden.

    eerst: Hoeveelheid zuur: 19,9 * 0,0497 *2 = 1,789 mmol H3O+

    de natronloog bevatte dus: 1,789 mmol OH

    etc.

    Met vriendelijke groet,

    Dick

     

     

    #157935 Reageer
    Jaap
    Gast

    Beste Dick,

    Bedankt voor de bevestiging, ik heb nog een laatste vraag. Ik moet een statistische foutendiscussie uitvoeren op de laatste proef (de natronloog-zwavelzuurproef), hier heb ik een formule voor gekregen; de standaardafwijking is de wortel van:
    ((a-x)^2 + (b-x)^2 + (c-x)^2 + (d-x)^2)/4. Hierin is a, b, c en d zijn de meetwaarden en x is het gemiddelde van a, b, c en d. Kunt u helpen met hoe ik dit moet uitvoeren want ik begrijp niet helemaal welke waardes ik moet begrijpen?

    Mvg, Jaap

    #157937 Reageer
    Jaap
    Gast

    de natronloog-zwavelzuurproef heb ik namelijk 4 keer uitgevoerd, maar moet ik gewoon van een uitvoering hiervan de statische foutendiscussie doen, of alle 4 samen, of misschien wel van alle vier het equivalentiepunt. Weet u dit misschien?

    #157939 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Jaap,

    Stel je vindt de volgende molariteiten:

    1e proef 0,0716

    2e proef 0,0720

    3e proef 0,0710

    4e proef 0,0725

    Het gemiddelde van je 4 metingen is dan 0,0718

    standaardafwijking is wortel van [ (0,0716-0,0718)2 + (0,0720-0,0718)2 + (0,0710-0,0718)2 + (0,0725-0,0718)2]/4

    wortel van 3,025.10-7 = 5,5.10-4 = 0,0006

    standaard afwijking is in dit geval 0,0006

    Maakt dit het duidelijk?

    Groeten,

    Dick

     

    #157940 Reageer
    Jaap
    Gast

    Beste Dick,

    U zegt dus dat ik als ‘resultaten van de laatste proef’ de berekenende moraliteiten moet gebruiken?

    #157943 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Jaap,

    Je neemt inderdaad de 4 berekende molariteit als a ,b, c en d.

    x is het gemiddelde van de 4 berekende molariteiten.

    Dick

13 berichten aan het bekijken - 16 tot 28 (van in totaal 28)
Reageer op: Molariteit berekenen uit de geleidbaarheid?
Je informatie:



vraagbaak icoon Zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-basereacties
Beste, In een opdracht van een van jullie oefentoetsen stellen ze de zuur-basereactie op van natriumsulfide en zoutzuur: S2– + 2 H3O+ ⟶ H2S + 2 H2O Ik snap niet waarom ze uit zoutzuur, HCl, opeens H3O+ maken. Waarom pakken ze het H+ deeltje in HCl als het zuur in de reactie en hoe kan het dat […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Aminozuren
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Aminozuren
Er staat een aminozuureenheid een nummer kan hebben. Waar kan ik die nummers vinden (BiNas) en wat staan die nummers ook, wat is het betekenis erachter.
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Meerwaardige zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Meerwaardige zuren en basen
Ik vind het moeilijk om een meerwaardige zuur of base te herkennen. Is er een manier om dit te kunnen herkennen?
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ en OH^-aan de linkerkant van de pijl. Ik snap niet waarom Ba2+ daar staat. Barietwater = Ba(OH)2–> Ba^2+  + 2 OH^-. Bij de meeste gevallen zoals bij natronloog gebruik je de OH^- in de zuurbase reactie en negeer […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
<span data-teams="true"><span class="ui-provider a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z ab ac ae af ag ah ai aj ak" dir="ltr">Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
redoxreactie
Hallo, ik snap bij de oefentoets deze vraag niet helemaal. Ik moet de reactie opstellen van Natriumjodide-oplossing en een aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing. Dit is het antwoord: OX: Cr2O72- + 14 H+ + 6 e– → 2 Cr3+ + 7 H2O RED: 2 I– → I2 + 2 e– TOTAAL: Cr2O72- + 14 H+ + 6 I– […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon meerwaardig zuur
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
meerwaardig zuur
zwavelzuur is een sterk zuur, en kan 2 H+ afstaan fosforzuur is een zwak zuur, en kan in principe 3 H+ afstaan, alleen het is een zwak zuur dus het kan niet alle 3 H+ afstaan toch of wel? mijn vraag is dus kan fosforzuur, ondanks dat het een zwakke zuur alle 3 H+ afstaan of maar 1?, […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon groote proteine poeder
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
groote proteine poeder
Beste scheikundige, Voor mijn profielwerkstuk ben ik bezig met het maken van eiwitpoeder uit koemelk. In mijn proces scheid ik de caseïne van de wei (whey) met behulp van microbieel stremsel. Mijn doel is om de overgebleven wei zo ver te zuiveren dat ik alleen hoogwaardige eiwitten overhoud. Het stappenplan dat ik op dit moment […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Newman projections
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
Newman projections
Hoi, Waarom is de 3e Newman projectie juist?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts